Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Geen
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jaques Mazens op de:
“Hebe”, dd 16 november 1814, 26 april 1816.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 26 juni 1819114
Amsterdam, 24 juni. In de uiterste droefheid gedompeld, door mijn zoon, Jaques Eduard, oud vijftien jaren, op den 11 dezer, voor dood uit het water bij de Kraansluis gehaald te zien, waarin hij ongelukkig uit zijn schuit viel, en ruim 24 minuten, zonder boven te komen, onder bleef, naar menselijk vermoeden verloren, heeft het de Albestierder behaagd, de onvermoeide pogingen der tot redding toegesnelden te zegenen, en mijn waarde kind wonderbaarlijk te redden. Uit verscheiden bootjes werd met haken vergeefs gevist, twee à drie malen vruchteloos naar hem gedoken, tot dat eindelijk de verlorene met een dreg enige schreden buiten de Kraansluis werd opgehaald. Voor dood werd hij in het nabij gelegene Wijnhuis gedragen, alwaar aan hem, door de aanwezigen, naar hun beste weten, alle middelen ter redding werden aangewend; onder welke mensenvrienden de Huisvrouw van de heer C.C. Jacobs, Kargadoor, en H. Harberts, Mr. Broodbakker, door hun menslievende hulp uitmuntten; tot eindelijk de Geneesheer Seignette, door de menslievende L. van der Boek, die tot opsporing van iemand deskundig zich dadelijk had verwijderd, tot hulp verzocht zijnde, onverwijld toesnelde, en zo wijsselijk alle pogingen verder bestierde, dat enige tijd daarna enkele tekens van leven ontwaard werden. Hierdoor aangemoedigd, voeren de menslievenden met onvermoeide ijver voort; en het gelukte hun de ongelukkige zo verre te brengen, dat hij, des avonds ten tien uren, onder toezigt van de Geneesheer, in zijn vaderlij huis (hoewel nog bewusteloos) werd terug gebragt, en aldaar zorgvuldig door die Geneesheer verder werd behandeld, met dat gelukkig vervolg, dat, dank zij de Voorzienigheid ! dank de zorg van de Geneesheer ! die in Gods hand het middel tot zijn behoud was, dank alle verdere menslievenden, die al het hunne toebragten ! hij thans weder de beste gezondheid is genietende.
- Mazens
Koopvaardij-Kapitein
Familiegegevens en opleiding
Doeke Gerrits Doeksen werd geboren op Terschelling op 04 mei 1778. (niet op Tresoar gevonden)
Hij huwde met Jantjen Johannes Euwouts, geboren op Terschelling op 11 januari 1770. Zij overleed op 15 januari 1850.003.
Doeke Gerritsz Doekzen trouwde op 23 december 1798 te Oosterend met Jantje Johannes Ewouts, gedoopt te Midsland op 17 juni 1770 als kind van Johannes Roelofs Ewouts en Christina Meyers. Zij overleed als Jantje Johannes Ewouds op 05 januari 1850, dochter van Johannes Ewouds en Christina Jurjens Meyer.
Hij overleed op 06 mei 1865 op Terschelling als weduwnaar, oud 87 jaar (dus geboren ca. 1887)
Op het kerkhof van Hoorn op Terschelling is het graf van:
Jantje J.Ewoud, overleden 5 januari 1850 in den ouderdom van 80 jaren en van haar echtgenoot Doeke G.Doekzen oud koopvaardijkapt overleden 6 Mei 1865 in den ouderdom van 87 jaren
Juni 2009, referentie S.Parma
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
D.G.Doeksen wordt vermeld als lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blauwe Vlag" met vlagnummer 69 in 1827 t/m 1830 en vlagnummer 23 in 1832 t/m 1840008.
D.G.Doeksen werd met vlagnummer 107 effectief lid van “Zeemanshoop” per 01 maart 1825 op voorspraak van J.Sipkes Fz. Geen schip genoemd002.
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 22 februari/01 maart 1825 wordt Doeke Gerrits Doeksen voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij is dan 47 jaar, de voordracht geschiedde door Jan Sipkes Feikesz, hij woonde op Terschelling met als adres W.Leeuwrik op de Texelse Kaay te Amsterdam en zijn vlagnummer werd 108023.
D.G.Doeksen werd per 08 december 1827 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 09 januari 1840 vraagt D.G.Doeksen op rond van de artikelen 60 en 92 om een uitkering. (Deze artikelen regelen uitkeringen aan deelnemers boven de 60). In de notulen dd 30 april 1840 is een beslissing aangehouden, omdat men geïnformeerd wil worden omtrent de “behoeftige omstandigheden.” In de notulen dd 25 juni 1840 staat dat nader onderzoek heeft uitgewezen dat kapitein Doeksen niet in behoeftige omstandigheden verkeert en dat de aanvraag derhalve wordt afgewezen.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 maart 1841 vraagt D.G.Doeksen uit Terschelling wederom om een uitkering maar het Bestuur blijft bij het besluit dd 25 juni 1840.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 oktober 1841 staat weer een verzoek van kapitein Doeksen van Terschelling “met attest van het plaatselijke bestuur van de waarheid van het in dien brief vermeld.” Het Bestuur besluit nader onderzoek te doen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 november 1841 gaat het Bestuur accoord met een uitkering in de 1e klasse per 01 november 1841 en wel voor een jaar.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 december 1841 wordt aan kapitein D.G.Doeksen een ondersteuning toegestaan voor de duur van 12 maanden. In die van 08 november 1842 staat dat hem “het voortdurend regt op uitkeering is toegestaan, in plaats van de thans door hem genoten wordende tijdelijke uitkeering.”023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
107 1825-1830 brik het Huis te Spijk Wed.J.S.van de Poll
1831-1833 fregat de Vriendschap idem
1834 pink de Vriendschap idem
1835 geen opgave van schip en boekhouder
61 1836 geen opgave van schip en boekhouder
1837-1838 bark Veronica Gebr.Hendrichs en Co
1839-1853 geen opgave van schip en boekhouder
20 1854-1864 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt G.Doeksen als gezagvoerder van/in:
* 1816 t/m 1818 van de kof “Vlashandel”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar;
Krantenberichten
Rotterdamsche Courant 27 april 1830
Amsterdam, 25 april. Kapt. D.G. Doeksen (opm: brik HET HUIS TER SPIJK), van Suriname, in Texel binnen, rapporteert de 20e dezer gepraaid te hebben, vier mijlen N.O. van Portland, een gekoperde Nederlandse schoener-kof, tonende de nommervlag 50, zijnde wit met groene banden.
Rotterdamsche Courant 29 april 1830
Amsterdam, 27 april. De schoenerkof, de 20e dezer door kapt. D.G. Doeksen, van Suriname in Texel binnen, gepraaid, is genaamd CLÉMENCE, kapt. R.R. de Haan, van Antwerpen naar Buenos Aires.
Bouma025 vermeldt D.G.Doeksen als gezagvoerder gedurende:
* 1826 van de brik “Huis te Speijk”, gebouwd in 1800, bouwlocatie niet vermeld, 192 ton o.m., varend voor de Wed. J.S.v/d Poll te Amsterdam(?);
* 1832 t/m 1836 op de pink “Vriendschap”, gebouwd in 1830, 406 ton o.m., varend voor de Wed. J.S.van der Pol te Amsterdam;
* 1838 t/m 1839 van de bark “Veronica”, gebouwd in 1837 te Alblasserdam, 560 ton o.m., varend voor de gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Doeke Gerke/Gerrits Doeksen:
“Jonge Pieter”, dd 27 december 1813; 06 december 1814;
“Vlashandel”, 23 april 1816;
“Amstel”, dd 28 maart 1817; 20 februari 1818;
“Huis te Spijk”, dd 26 maart 1821; 22 maart 1822; 02 april 1823; 17 maart 1824; 25 maart 1825; 23 maart 1826; 05 april 1827; 24 maart 1828; 26 maart 1829; 20 oktober 1829; 07 mei 1830;
“Vriendschap”, dd 27 september 1831; 11 september 1832; 23 november 1833; 17 september 1834;
“Veronica”, dd 29 oktober 1838.
Overige bijzonderheden
Ligtmatroos Didericus van Ketwich werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart geplaatst op de "Vriendschap" onder kapitein D.G.Doeksen en wel op reizen van 23 november 1833 - 08 augustus 1834 naar Suriname en van 18 september 1834 - 30 september 1835 naar Batavia004-532/1677.
Rotterdamsche Courant 12 maart 1816114
Advertentie. J.H. de Witt, J.E. Lublink, F. der Kinderen en J.H. Schäffer, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op maandag den 18 maart 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Kofschip, genaamd de JONGE PIETER, gevoerd door kaptein Doeke Gerrit Doekzen, lang over steven 96 voet, wijd, binnen zijn huid 21 voet, hol, in het ruim 11 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nader onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars.
Rotterdamsche Courant 02 juli 1818114
Amsterdam, 30 juni. Den 27 mei lag te Madeira gereed om deszelfs reis te vervolgen het schip de AMSTEL, kaptein D.G. Doeksen, van Amsterdam naar Rio-Janeiro.
Rotterdamsche Courant 23 september 1819114
Amsterdam, 21 september. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen M. Spreeuw van Surinamen; dezelve ligt nog in het gat ten anker; kapitein Doeksen van Archangel, L.G. de Lange van Drontheim, H.H. Bleeker van Veere en M. Sanne van Dramme.
Rotterdamsche Courant 19 april 1821114
Amsterdam, 17 april.
….uitgezeild Zr.Ms. oorlogs-fregat MELAMPUS, kapt. A.W. de Man en J. Boele van Vlissingen, beide naar Batavia; H. Zoetlief naar Braziliën, P. Sturk en F.P. Madsen naar Demerarij, J.E. Schneebeke, T. Pieters, D.G. Doekse, J. van Dijl en T.J. Vlieger naar Surinamen; G.R. Engelman naar Triëst; H. Hollander naar Marseille; D.C. Brunger naar Oleron; P. Hansen naar Sables d’Olone; P.B. de Jong naar Plymouth, J.J. Arends naar Sheerness; D. Ouwerhand naar Hull; R.S. Visser en J.J. de Jong naar Londen en J. Matzen naar Ahrensdahl (opm: Arendal)…..
Rotterdamsche Courant 17 september 1822114
Amsterdam, 15 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 25 juli, zouden, behalve de reeds als vertrokken opgegeven, den 31 juli van daar vertrekken de schepen l’AUGUSTE, kapt. J. Hulsen Jr; HARLINGEN, kapt. L.L. Buisman, en SOFIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Amsterdam, en de HARMONIE kapt. F. Petersen, naar Middelburg; en 15 augustus de schepen de KOLONIST, L. Wildschut, en SPECULATION, Th. Pietersz, beide met suiker; PAULINA, H.J. Strijk, de SURINAAMSCHE VRIEND, T.C. Claus en HUIS TE SPIJK, D.G. Doeksen, met koffij, allen naar Amsterdam, en de VROUW GERARDA, C. Schultz, met koffij naar Rotterdam.
Rotterdamsche Courant 15 oktober 1822114
Amsterdam, 13 oktober. Het schip de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, in Texel binnen van Surinamen, is den 15 augustus van daar gezeild, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. T. Pietersz, het HUIS TE SPIJK, kapt. D.G. Doeksen, en PAULINA, kapt. A.J. Struijk, en zou den 1 september gevolgd worden door het schip de KOLONIST, L. Wildschut, allen naar Amsterdam.