1785
De brigantijn AUFGEHENDE SONNE is in 1785 in Eckernförde gebouwd door Johann Voigt voor Buxtorf & Wichelhausen, Bremen. De bijlbrief werd op 8 september 1785 afgegeven.
1798
RC 170798
Amsterdam, 15 juli. Te Bremen is aangekomen J.D. Lüdering (opm: AUFGEHENDE SONNE) van Bordeaux.
In 1798 heeft het schip aanzienlijke reparaties ondergaan, uitgevoerd door Hinrich Raschen in St. Magnus, dat nu deel uitmaakt van de stad Bremen. Mogelijk werd hiervoor opdracht gegeven door de boekhouder Horn & Focke in Bremen.
1799
RC 020199
Amsterdam, 1 januari. Te Bremen is aangekomen J.D. Lüdering (opm: AUFGEHENDE SONNE) van Bordeaux.
1800
AC 041000
Te Bremen is aangekomen J.D. Lüdering (opm: AUFGEHENDE SONNE) van Londen.
1801
OHC 311201
Amsterdam, 30 december. Te Harlingen is wegens lekkage (met vier voet water in het ruim) binnen gelopen het schip DIE AUFGEHENDE SONNE, kapt. Lüdering, van Bremen naar Londen.
(opm: de brigantijn bleek in 1802 een flinke reparatie te moeten ondergaan; L.R. spreekt zelfs van rebuilt)
1804
LGA 210704
Lancaster. De RISING SUN (opm: AUFGEHENDE SONNE), kapt. J.D. Lühdering, van Varel met 5.550 stuks duigen van beukenhout bestemd voor Cellar, boekhouder Focke & Co, is 14 juli aangekomen.
LGA 061004
Lancaster. De AUFGEHENDE SONNE, Lüdering, is 20 september naar Varel vertrokken.
1805
Axel Kühn:
Bremer lijsten 1805:
In tegenstelling tot Lloyds hebben de Bremer lijsten geen kapt. Heslop/Haeslop op de DIE AUGEHENDE SONNE. Wel een kapt. Joh. Detthard Ludering, 125 ton, einbedige Brigantine, bouwjaar 1785, correspondent (boekhouder) von Horn & Focke.
1806
In november 1806 werd Bremen veroverd door het Franse leger van Keizer Napoleon, waarna het gebied als Département des Bouches du Weser, canton du Brême, door Frankrijk werd ingelijfd. Tot 1807 bleef de AUFGEHENDE SONNE in Bremen geregistreerd staan en vinden we in juli nog een zeetijding.
1807
RC 160707
Amsterdam, 14 juli, Te Tonningen is aangekomen J.D. Ludering (opm: brigantijn AUFGEHENDE SONNE) van Hamburg.
1808 - 1815
Mogelijk in 1808 werd de brigantijn verkocht aan Joseph Osy (9/14e part) en Roch Jean Antoine Cénie (5/14e part), beiden handelaar te Antwerpen. De scheepsnaam werd SOLEIL LEVANT. Tot eind 1813 of 1814 moet het schip onder de Franse vlag hebben gevaren, toen Napoleon gedwongen werd zich terug te trekken.
Met onbekende datum werd in 1815 een Nederlandse zeebrief verstrekt voor de SOLEIL LEVANT, aangevraagd door Joseph Osy & Roch Jean Antoine Cénie, Antwerpen, voor A. van Schie als kapitein.
Na het faillissement van Joseph Osy werd de brigantijn op 16 december 1815 tijdens een vrijwillige veiling verkocht aan de Firma Joseph Van de Nest & C°, handelaars te Antwerpen; de eigenaars van deze firma waren Petrus Ambrosius Weber en Pierre Wattel fils, c.s., beide woonachtig te Antwerpen en elk voor 50% eigenaar. De scheepsnaam werd nu vernederlandst als RIJZENDE ZON, alhoewel ook nog wel SOLEIL LEVANT werd gebruikt.
OHC 051215
Advertentie. De Heeren Cenie, koopman, uit naam zijner committanten, en J. Vervoort en G. Winkelman, als sijndics-provisoirs bij den boedel van den Heer Joseph Osij, de laatste met autorisatie van Mijnheer Joseph Serruys, commissaris bij dito boedel: Zullen door de scheepsmakelaren A. Giese, R. van Goorlaeken en J. B. van Berkelaer, deurwaarder bij de Koopmans Regtbank, op zaterdag den 16 december 1815, in het Logement genaamd Ostende, bij de Beurs te Antwerpen, 's namiddags ten 2 uren precies, in publieke veiling stellen: In een lot. Het schoon sterk en welgebouwde snelzeilend Berkentijnschip DE REIZENDE ZON (opm: brigantijn RIJZENDE ZON, in de Zuidelijke Nederlanden ook SOLEIL LEVANT, vóór 1809 AUFGEHENDE SONNE, bouwjaar 1785), laatst gevoerd door kapitein Arij van Schie, lang over steven 80 voeten, breed 20½ voeten, hol in het ruim 12½ voeten, en gemeten 220 tonnen, alle Franse maat met deszelfs rondhouten, staande en loopend wand, masten, raas enz., kompleet zoals hetzelve thans in het Dok te Antwerpen is leggende. De Inventaris en verkoopconditien zijn van heden af te bezichtigen ten kantore van de Heeren verkopers en bij voorgemelde makelaren, als ook aan boord van gezegd schip, hetwelk met zijne toebehoren ter legplaatse kan gezien en geëxamineerd worden vier dagen vóór de verkoping.
De inventarissen te bezichtigen bij Fredrik Smit, cargadoor te Amsterdam.
1816
MCO 290216
Vlissingen, 27 februari. Gezeild den 24ste de RIJZENDE ZON (opm: brigantijn), kapt. A. Van Schie, met ammunitie, naar Woolwich.
1817
Op 26 maart 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de SOLEIL LEVANT, aangevraagd door Joseph van den Nest, Antwerpen, voor kapt. A. van Schie
Het Sound Tolls Register laat zien dat kapt. Van Schie met de RIJZENDE ZON op 7 mei de Sont passeerde, onderweg van Antwerpen naar St. Petersburg. Op de terugreis naar Antwerpen werd de Sont op 1 juli gepasseerd.
Op 3 oktober 1817 werd voor de SOLEIL LEVANT een Turkse Pas afgegeven, aangevraagd door J. van de Nest & Co voor een reis Antwerpen / Havana.
1818
MCO 120918
Antwerpen. Vertrokken: VROUW GELIDA, kapt. J. Bleeker (opm: smak, kapt. T.J. Bleker), en de VIJF GEBROEDERS (opm: tjalk), kapt. K.J. Scholtens, beide met tarwe; la JEUNE BAUDET, kapt. T. Grookman, met schors, en JEUNE FRANÇOISE (opm: brik), kapt. J.P. van Bambeeke, met haver en differente goederen; alle vier naar Londen; de RIJZENDE ZON (opm: brigantijn), kapt. A. van Schie, naar Bristol met schors en kaas; NOOIT GEDACHT, kapt. J. Hazewinkel, naar Duinkerken met rogge.
1819 – 1820
Over deze periode zijn geen zeetijdingen gevonden.
1821
RC 151121
Rotterdam, 14 november. Van Vlissingen wordt van den 10 dezer gemeld:
Den 8 zijn van hun quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild de schepen CAROLINE, L.A. Spellman, van Bilbao; de WILLEM, W. Kiers, en de TROIS FRÈRES (opm: brik), F. van der Steen, van Lissabon, en sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: de RIJZENDE ZON (opm: brigantijn, ook wel genaamd SOLEIL LEVANT, thuishaven Antwerpen), A. van Schie, naar Rio de Janeiro; de JUFVROUW FENNA, S. Kelder naar …, en de SARAH, H. Wood, naar St. Ubes (opm: Setubal).
RC 271121
Rotterdam, 26 november. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 23 november:
De Nederlandse brik, gevoerd door kapt. Smith, van Amsterdam naar Curaçao, is den 3 dezer op 49º breedte 4º lengte gepraaid.
Den 14 dito bevond zich in het gezicht van Start-Point het schip (opm: brigantijn, thuishaven Antwerpen) SOLEIL LEVANT, Ary van Schie, van Antwerpen naar Lissabon en St. Salvador(opm: Salvador, Brazilië).
1822
RC 080122
Amsterdam, 6 januari. Te Lissabon is gearriveerd A. van Schie (opm: kapt. Ary van Schie, brigantijn SOLEIL LEVANT, thuishaven Antwerpen) van Antwerpen, in 35 dagen, gedurende welke tijd hij aanhoudend met zware stormen heeft moeten worstelen.
RC 280522
Rotterdam, 27 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 24 mei:
Te Bahia is gearriveerd SOLEIL LEVANT van Antwerpen (opm: brigantijn, thuishaven Antwerpen, kapt. Ary van Schie), in 38 dagen.
1823
Op 14 november 1823 werd nieuwe zeebrief verstrekt voor de brigantijn VICTOR, aangevraagd door P.A. Weber, Antwerpen voor kapt. A. van Schie. Het schip was 121 last. (= 240 ton)
DC 240723
Vlissingen, 12 juli. Den 11 en 12 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen AURORA, kapt. P. Varres van New York met koffij, suiker en tabak; de RIJZENDE ZON, kapt. A. van Schie van Santos met stukgoederen. (opm: na lossing vond er een aandeelhouderswisseling plaats, werd de brigantijn [bouwjaar 1785] vertimmerd en kreeg het de naam VICTOR, nog steeds onder kapt. Ary van Schie)
1824
RC 200124
Vlissingen, 13 januari. Van den 10 tot den 12 zijn naar zee gezeild de schepen VROUW MARCHINA, kapt. J.B. Boer, naar Arbroath met vlas; VIERGE MARIE (opm: brik, Kortrijk), kapt. J. de Meire, naar Messina met ballast; MARIA ANNA (opm: pleit MARIANNE, Brussel), kapt. A. van der Kaa, naar Londen met boomschors; ISABELLE LOUISE (opm: ISABELLE EN LOUISE, sloep), kapt. B. Arfsten, naar Lissabon met stukgoed; JOHANNA MARIA, kapt. L. Simon (opm: dogger, Oostende) naar Messina met ballast; THEODOOR (opm: kof THÉODORE, Gent), kapt. E. den Duyts, naar Liverpool met boomschors; FREDERIK (opm: driemaster FREDERICK, Antwerpen), kapt. J. Brand, naar Rio-Janeiro met stukgoed; de MORGENSTAR (opm: kof), kapt. H.S. Veen en JUFVROUW JAANTJE, kapt. J.D. Ihlder, beide naar Londen met boomschors; de TWEE GEBROEDERS (opm: brik, thuishaven Oostende), kapt. S.H. Deke, naar Liverpool met boekweit; VICTOR (opm: brigantijn, Antwerpen), kapt. A. van Schie, naar Rio-Janeiro met stukgoed;
(opm: aangekomen te Rio 27 februari met een lading tarwe en ‘fazendas’, letterlijk boerderijen)
MDB 240424
Zeetijdingen.
Angolla. Aangekomen BOA UNIAO, 30 dagen reis, kapt. M. Ricardo Xavier da Cunha, 28 opvarenden, lading van 396 slaven waarvan 40 overleden; ontvanger Joao Rodrigues Martins.
Quilimane, Aangekomen VISCONDE van San Lourenço, 50 dagen reis, kapt. Eusebio José da Cunha, 31 opvarenden, lading van 403 slaven, waarvan 47 overleden; ontvanger Joao Alves da Silva Porto.
Rio de Janeiro, 22 april. Vertrokken het Hollands schip VICTOR, kapt. A. van Schie, 10 opvarenden, in ballast naar Campos (opm: bij Vitoria).
RC 201124
Amsterdam, 18 november. Het schip VICTOR (opm: brigantijn, Antwerpen), kapt. A. van Schie, is, van Vlissingen naar Antwerpen opzeilende, aan de grond geraakt, doch zoude denkelijk spoedig afgebracht worden.
DC 201124
Vlissingen, 13 november. Van den 9 dezer tot heden zijn op onze rede aangekomen de GOEDE VERWACHTING, kapt. M.P. de Jonge, van Londen, met koffie; en de VROUW ANNA, kapt. A.J. Korter, van Kaddes (opm: niet getraceerd), met ijzer en tin, beide naar Rotterdam gedestineerd; MINERVA, kapt. J.C. Kuijper, van Caen naar Brussel bestemd, met pleister en steen; CAROLINA, kapt. J.E. Melchert (opm: schoener CAROLINE, Brussel, J.E. Melcherts), van Villa-Nova, met vijgen; the PLATO, kapt. J. Baker, van Philadelphia, met koffie en suiker; en VICTOR, kapt. A. van Schie, van Santos, met suiker; alle drie naar Antwerpen.
1825
Op 23 september 1825 werd een Turkse Pas verstrekt voor de brigantijn VICTOR, aangevraagd door P.A. Weber, Antwerpen voor kapt. A. van Schie. welke na gebruik op 14 maart 1827 door de gouverneur van de provincie Antwerpen naar Den Haag werd teruggezonden.
DC 171125
Vlissingen, 12 november. Den 10 dezer en heden zijn van onze rede naar zee gezeild de volgende schepen, welke van tijd tot tijd ten dien einde van Antwerpen de Schelde waren afgekomen: de DRIE VRIENDEN, kapt, R.Z. Schut, naar Londen met boomschors; LE SANS REPOS, kapt. C. Pethers en L’AIMABLE ELISE, kapt. P. Grandin, beide naar Londen met boomschors; L’ESPERANCE, kapt. A. van Geyt naar Milton en de JULIA, kapt. P. Visser naar Poole, beide met boomschors; HENRIETTE, kapt. M. Erichsen, naar Rio de Janeiro, met stukgoederen; CANTON, kapt. A. Liberal en CONCORDIA, kapt. C. Ouwehand, beide naar Bordeaux met ballast; de IRIS, kapt. B. Arfsten, naar Lissabon, LE JEUNE NORBERT, kapt. J.B. Neurenberg, naar Buenos Aires, naar New York, alle twee met stukgoederen; ANNA KRANENBORG, kapt. H. Smit en AUGUSTA, kapt. J.G. Sap, beide naar Nantes met ballast; VICTOR (opm: brigantijn), kapt. A. van Schie, naar Valparaiso met stukgoederen;
In ‘Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag’ schrijft H. Hazelhoff Roelfzema dat in de herfst van 1825 de VICTOR – tezamen met het fregat MAGNANIME – door de Nederlandsche Handel-Maatschappij voor de rondreis naar de Westkust van Zuid-Amerika was gecharterd. De VICTOR had bij Kaap Hoorn veel slecht weer gehad, maar dankzij de solide bouw was de lading, voornamelijk bestaande uit laken, kaas, jenever en bier, goed in Valparaiso aangekomen. Retourlading was er nauwelijks zodat beide schepen twee maanden na lossing de thuisreis aanvaardden, waarbij de VICTOR nog een klein partijtje koper had kunnen bemachtigen en in Buenos Aires zou afladen met huiden.
De Brazilianen betwistten de zeggenschap over de noordelijke oever van de Rio de la Plata en hadden een blokkade ingesteld. Desondanks slaagde kapt. Van Schie er op 7 juni 1826 in Buenos Aires te bereiken, waar de plaatselijke autoriteiten hem dwongen zijn koper te lossen. Nadat tenslotte de blokkade tijdelijk werd opgeschort vertrok kapt. Van Schie in ballast naar Brazilië om te proberen een lading koffie te bemachtigen om weer thuis te komen.
1826
DC 010726
Brussel, 28 juni. Het nationaal schip (opm: brigantijn) de VICTOR, kapt. A. van Schie, te Antwerpen te huis behorende en voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij naar Valparaiso bevracht, is aldaar in 85 dagen aangekomen.
1828
Op 29 april 1828 werd de zeebrief van de VICTOR, kapt. A. van Schie, door de Gouverneur te Antwerpen naar Den Haag geretourneerd onder vermelding ‘schip verkocht’ waarna op 1 mei 1828 royement volgde.
Op 16 mei 1828 werd de eerste zeebrief, bedoeld wordt nieuwe, en een Turkse Pas vertrekt voor de CONSTANT, aangevraagd door M. Joostens, Antwerpen, voor kapt. A. van Schie, Het schip diende ter vervanging van de vorige CONSTANT van deze rederij die in 1827 onder kapt. W. Schipman is vermist tussen Rio Grande en Antwerpen.
RC 010728
Rotterdam, 30 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MARIA, kapt. E.R. Borchers, naar Sevilla; CONSTANT (opm: brigantijn ex-VICTOR), kapt. A. van Schie, naar Gibraltar en JACOBA, kapt. E.M. de Jonge, naar …… .
1829
RC 280429
Amsterdam, 26 april. Volgens brief, geschreven aan boord van Zr.Ms. oorlogs-fregat SUMATRA, kapt. E. Lucas, van Havanna ter rede van Vlissingen gearriveerd, in dato 20 april, was het de 24e maart van Havanna vertrokken, onder convooi hebbende de Nederlandse brik PHOENIX, kapt. D.T. Visser, HENRIETTE, kapt. P.P. Akkerman en LE CONSTANT, kapt. A. van Schie, alle drie mede van Havanna, de eerste naar Amsterdam en beide laatste naar Antwerpen.
De CONSTANT, kapt. Van Schie passeerde de Sont op 27 juni, onderweg van Vlissingen naar St. Petersburg, en op 12 september op de thuisreis van St. Petersburg naar Antwerpen.
RC 240929
Rotterdam, 23 september. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE JOHANNA, kapt. Poel, van Londen; ANNA MARGARETHA ELIZABETH, kapt. Nielsen en AURORA, kapt, Brachman, van Riga; WILLEM DE EERSTE, kapt. Rooms, van Bayonne; VENTEREN, kapt. Holst, van Sundvall en CONSTANT, kapt. Van Schie, van Petersburg.
RC 191129
Rotterdam, 18 november. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild ANNA MARIA, kapt. J.F. Muys, DE LEEUW, kapt. J. Verbruggen en NEPTUNES, kapt. J.J. Doesken, naar Londen; AUGUSTYN, kapt. J. Bunnemeyer en L’AIMABLA PAULINE, kapt. L.J. Luytjes, naar Suriname; DE LEEUW, kapt. J. Jansen en DE RAYMUND, kapt. G. Broeke, naar Batavia; MARTHA, kapt. J. Smart, naar Kadix; LE CONSTANT, kapt. A. van Schie, naar Mayo; DE JULIA, kapt. J.P. Visser, naar Exeter; JEAN KEY, kapt. J. Ruurds, naar Padang; MANTANO, kapt. B. Cremer, naar New-Orleans; VAARWEL, kapt. C. Anensen, naar St. Ubes.
1830
AH 030730
Cargalijst. Antwerpen, 1 juli. Van Rio Grande aangekomen CONSTANT, kapt. A. van Schie. 11.800 st. huiden, 19.721 st. hoornen, M. Joostens.
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de afscheiding van België.
Op 2 september 1830 werd een nieuwe Nederlandse zeebrief verstrekt voor de CONSTANT, aangevraagd door M. Joostens, Antwerpen, voor kapt. A. van Schie.
Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd. In reactie hierop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen, waaronder de CONSTANT, die in het vervolg onder Belgische vlag zou gaan varen. Of de hiermede vervallen Nederlandse zeebrief werd teruggestuurd is niet gevonden.
1832
MCO 310532
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 25 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: LA BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, naar Londen en LA PERSEVERANCE, kapt. J.R. Jansen, naar Yarmouth, beide met boomschors;
LE JEUNE ARTHUR, kapt. F. Pivert, naar St. Malo; HERCULES, kapt. J. Bailey, naar Whitehaven; JACOBUS, kapt. A.E. van Dijck, naar St. Ubes; PROSPERITAS, kapt. A.O. Sendelen, naar Alicante; LE CONSTANT, kapt. A. van Schie, naar Liverpool;
MCO 030732
Vlissingen, 30 juni. Sedert den 26 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: MARIANNE, kapt. B.H. Nee, van Emden en CAROLINE, kapt. J.P. Hemme, van Aalburg, beide met haver; OSCAR, kapt. R. Lowson, van Riga, met rogge; WILLIAM BAKER, kapt. W. Martin, van New York, met koffie en katoen; LE CONSTANT, kapt. A. van Schie, van Liverpool, met klipzout;
MCO 160832
Vlissingen, 12 augustus. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en eergisteren van onze rede naar zee gezeild: LA VIERGE MARIE, kapt. T. Schulte, naar Bayonne; HULDA HENRIETTA, kapt. J. Jacobus, naar Bordeaux; HENRIETTE, kapt. G. Jansen, naar de Oostzee; CONSTANT, kapt. A. van Schie, naar Liverpool; SPECULANT, kapt. C.T. Horn en INGEBORG, kapt. H. Beek, beide naar Bordeaux; LONDON-PACKET, kapt. R.J. Roelofs en ELISABETH, kapt. J.D. Bassey, beide naar Liverpool; MARIA, kapt. M.J. Klasen, naar de Oostzee en PEACE, kapt. N. de Gaver, naar Guernsey, alle met ballast; DE JONGE ISABELLE, kapt. J. Lobeek, naar Leith, met boomschors.
MCO 130932
Vlissingen, 11 september. Sedert den 8 op onze rede aangekomen de volgende schepen, alle naar Antwerpen gedestineerd: PRINS CHRISTIAN AUGUST, kapt. S.H. Engoe, van Gotenburg, met houtwaren; HELENA, kapt. C.A. Aden en BAUWINA, kapt. T.F. Jansen, beide van Emden, met raapzaad; DE JONGE HORTENCE, kapt. R. Jurgens, van Monaco, met fruit; WILHELMINA, kapt. J.G. de Wall, van Leer, met haver; LE CONSTANT, kapt. A. van Schie en DE PELLIKAAN, kapt. C. Peeters, beide van Liverpool, met klipzout;
1834
DC 141034
Vlissingen, 10 oktober. Voor Antwerpen bestemd zijn alhier ter rede gekomen: le CONSTANT, kapt. A. van Schie, van Liverpool, met klipzout; SENATEUR, kapt. J.T. Wildeman, van Bordeaux, met wijn en brandewijn; de KLEINE DAVID, kapt. H.E. Oortgiese, met ijzer en boter, en de VIJF GEZUSTERS, kapt. A.J. Rorden, met haver, beiden van Emden.
1836
RC 300136
Rotterdam, 29 januari. Uittreksel uit de Lloyd’slijst van de 26e januari:
De CONSTANT ROMANDIE, kapt. Van Schie (opm: CONSTANT, Belgische vlag, kapt. Arij van Schie), van Liverpool naar Antwerpen, heeft het de 23e bij Holyhead op strand moeten zetten, doch zou waarschijnlijk de volgende dag weer afgebracht worden.
DC 190336
Vlissingen, 18 maart. Voor Antwerpen bestemd is alhier ter rede gekomen: LE CONSTANT, kapt. A. van Schie, van Liverpool, met klipzout en stukgoederen.
DC 090636
Dordrecht, 8 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild: de TWEE GEBROEDERS, kapt. H. Loop; SEKIA, kapt. H. Kuipers; de TWEE GEZUSTERS, kapt. F. Breekwold; ANNA, kapt. J.F. Behrman, en MARGARETHA MAGDALENA, kapt. H. Bremer, alle vijf naar Hamburg, met stukgoederen; de DRIE GEZUSTERS, kapt. F. Verstreepen, naar Bremen; ALBERTUS, kapt. W.A. Albrechts, en VRIBEEK, kapt. C. Siebje, beiden naar Cuxhaven, met stukgoederen; le CONSTANT, kapt. A. van Schie, naar Liverpool, met schors en vlas.
DC 291036
Vlissingen, 24 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild: de VROUW CATHARINA, kapt. J. van der Schuit, en de COMMERCIE, kapt. C.F. Gaukema, beiden naar London, met boomschors, HENRIETTE, kapt. L. de Hondt, naar Liverpool, met schors en vlas; LEOPOLD DE EERSTE, kapt. F.A. de Vries, naar Honfleur, en le CONSTANT, kapt. A. van Schie, naar Fernambucco (opm: Recife), beiden met stukgoederen.
DC 031136
Vlissingen, 31 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild: HENRIETTE, kapt. H. Behrmann, naar Hamburg; LE CONSTANT, kapt. A. van Schie, naar Fernambuc, en CAMILIE, kapt. H.H. Wagenaar, naar Havannah, alle drie met stukgoederen;
1837
DDP 170237
Pernambuco (opm: Recife), 15 februari. Vertrokken de Belgische brik CONSTANT, kapt. Ary van Schie, naar Het Kanaal.
RC 231237
Rotterdam, 22 december. Wegens bekomen haverij (opm: averij) in de storm van dinsdag nacht (opm: 19 december) is binnen de haven van Vlissingen gekomen de brik (opm: brigantijn, Belgische vlag) CONSTANT, kapt. A. van Schie, van Antwerpen naar Liverpool bestemd.
1840
ZP 201140
Antwerpen, 19 november. Het schip CONSTANT, kapt. Van Schie, van Liverpool alhier op de rivier gearriveerd, is op een bank bij het fort Marie vastgeraakt. Men heeft lichters afgezonden om een gedeelte der lading te lossen ten einde hetzelve weder in vlot water te kunnen brengen. (opm: zie ZP 211140)
ZP 211140
Antwerpen, 20 november. Het schip CONSTANT, kapt. Van Schie, van Liverpool, bij het fort Marie aan de grond vastgeraakt, moet de gehele lading lossen, doch men hoopte hetzelve heden avond weder in vlot water te kunnen brengen. (opm: zie ZP 201140)
ZP 231140
Antwerpen, 21 november. Het schip CONSTANT, kapt. Van Schie, van Liverpool op de Schelde gestrand, bevorens gemeld, is na drie lichters gelost te hebben vermoedelijk zonder schade weder vlot gekomen.
1841
MCO 080741
Vlissingen den 7 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild LE CONSTANT, A. Van Schie, naar Liverpool, met schors en vlas;
OHC 041141
Amsterdam, 2 november. Den 28ste oktober van Ramsgate heeft de reis voortgezet de CONSTANT, kapt. Van Schie, van Antwerpen naar Liverpool.
1842
MCO 220142
Vlissingen, 21 januari. Voor Antwerpen bestemd is alhier ter rede gekomen LE CONSTANT, met klipzout en stukgoederen, van Liverpool.
1845
NRC 110145
Scheepstijdingen. In ons nommer van den 21 der vorige maand, gaven wij bericht, dat een Belgisch driemast-schip, waarvan de naam onbekend was, en landverhuizers aan boord had, in de omstreken van Kaap Three-Points was verongelukt. Een brief, gedagtekend van St. Thomas van den 16 november, deelt mede, dat het schip waarvan gesproken wordt de CONSTANT (opm: tweemast brigantijn) is, gevoerd door kapt. De Corte, van Antwerpen naar St. Thomas, en in den nacht van den 12 op den 13 oktober, te Montagua, op 10 mijlen afstands van St. Thomas, aan den grond was geraakt. De equipage, passagiers en lading zijn gered; het schip is later door de golven uiteengeslagen (opm: zie GRC 140145).
GRC 140145
Het schip CONSTANT, kapt. De Corte, van Antwerpen naar St. Thomas, is in de nacht van de 12e op de 13e oktober (1844) bij Kaap Trois Point, 10 mijlen van St. Thomas, gestrand en verbrijzeld, doch de equipage en passagiers gered en de lading geborgen. (opm: Belgische brigantijn, ex-Zuid-Nederlander, bouwjaar 1785; kapt. Thomas de Corte)