1821-1825
De brik is in 1821 in Newcastle gebouwd als COPIA; eerste eigenaars waren Thomas Forrest uit Schadwell, Co. Middlesex en kapt. John Bailey, South Shields, Co. Durham. Het schip maakte o.a. reizen naar Odessa en Smyrna
Op 29 januari 1825 werd de COPIA aangekocht door reder John Henderson, Londen, om het schip drie dagen later over te schrijven op naam van koopman Adrianus Saportas te Antwerpen. De brik kreeg nu de naam MARIA MATHILDA.
In 1821 ontwikkelde de heer Adriaan Saportas uit Antwerpen een plan om ter bevordering van scheepvaart en handel met het huis van negotie van W. Theremin & Cie in Antwerpen in onderhandeling te treden tot oprigting ener vaste beurtvaart van Antwerpen op Rio de Janeiro. Dit plan werd door de Administrateur der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen in Antwerpen naar de Staatsraad in Den Haag opgezonden. Deze op zijn beurt stuurde het plan op 10 november 1821 door naar de Minister.
Het plan behelsde dat men zich zou ‘moeten bedienen van goëletten (opm: schoeners) als snelzeilende vaartuigen, en nooit van schepen hetwelk men hier te lande niet zoude kunnen aantreffen, waardoor hij, ter voorkoming van grote kosten en oponthoud, genoodzaakt is, om ten dien einde twee alzo buitenlands gebouwde schepen aan te kopen, welke hij wenst genationaliseerd te zien, met aanbod tevens om, bij eenen goeden uitslag zijner onderneming, de voor die vaart alsdan nog benodigde vier soortgelijke vaartuigen, binnen dit Rijk te zullen doen aanbouwen.
Daar de oprigting van zodanig eene beurtvaart als belangrijk voor scheepvaart en handel met bijzonder het Departement voor het Publiek Onderwijs, de Nationale Nijverheid in de Koloniën betreft, vermeen ik voorzeide missieve en bijlagen hiernevens aan Uwe Excellentie te moeten doen toekomen, met verzoek mij Hare gedachten met terugzending dier stukken te willen mededelen, omtrent des min of meerdere belangrijkheid van de daarbij vermelde bedoeling in het door den Adressant aangemelde nopens de daartoe vereist wordende aankoop van buitenlands gebouwde vaartuigen.’
Op 24 december 1821 werd de Koninklijke goedkeuring verleend om twee buitenlandse schepen aan te kopen, met daarbij de bedoeling de volgende gewenste schepen in de Nederlanden te laten bouwen. De zeebrieven mochten slechts geldig blijven zolang deze twee schepen ook daadwerkelijk binnen de lijndienst werden ingezet.
In 1819 was een wet aangenomen dat geen buitenlands gebouwde schepen mochten worden aangekocht tenzij dit in het landsbelang was. Op eigen werven schepen bestellen was voor de werkgelegenheid natuurlijk van groot belang. Desondanks kregen Saportas c.s. toestemming hun plan ten uitvoer te brengen, een belangrijk besluit in een tijd die financieel-economisch zowel nationaal als internationaal zeer slecht was, met veel werkloosheid en opgelegde schepen.
De bouw in de Nederlanden van de brikken DE NEDERLANDER (juni 1826), ANTWERPSCH WELVAREN (september 1826) en DE PRINS VAN ORANJE (oktober 1827) was een uitvloeisel van bovengenoemde overeenkomst.
1825
Op 17 februari 1825 werd de eerste Nederlandse zeebrief aangevraagd voor de MARIA MATHILDA door A. Saportas, Antwerpen, de naam van de kapitein werd niet vermeld. Deze aanvraag werd afgewezen met de vermelding ‘buiten's lands gebouwd, besluit Z.M. 251221 no.128’.
Op 1 maart 1825 werd alsnog de eerste zeebrief verstrekt voor de MARIA MATHILDA, voor een enkele reis Rio Janeiro-Antwerpen, aangevraagd door A. Saportas, Antwerpen, voor J. Lovgreen als kapitein.
Op 17 oktober 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA MATHILDA, aangevraagd door A. Saportas, Antwerpen, voor J. Lovgreen als kapitein.
DC 261125
Vlissingen, 19 november. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en den 16 en 17 dezer van onze rede naar zee gezeild: de DRIE GEBROEDERS, kapt. H.H. Ricke en ELZINA, kapt. E.G. Pekelder, beide naar Londen met boomschors; de NIEUWE UNIE, kapt. J. van den Broeke, naar Londen met raapzaad; PERSEVERANCE, kapt. John Day, naar Padang met metselsteen; LE BRAVE, kapt. J.W. Ollevier, naar la Hogne met zink; de MARIA MATHILDA (opm: brik, thuishaven Antwerpen, recente aankoop uit Engeland ex-COPIA, bouwjaar 1821), kapt. J. Lovgreen, naar Rio de Janeiro met stukgoederen; FORTUNA, kapt. G.H. Quedens, naar Lissabon met erwten, bonen en hop;
DC 291125
Vlissingen, 22 november. Het schip NORDLOH, kapt. J.A. Breukemeijer van Amsterdam naar Batavia gedestineerd, laatst van Duinkerken, is wegens contrarie-wind hier ter rede gekomen.
Nog is door contrarie-wind op onzer rede teruggekomen MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen van Antwerpen naar Rio de Janeiro bestemd.
DC 131225
Vlissingen, 7 december. Voorts zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en heden van onze rede naar zee gezeild: LE HIGH, kapt. J. Howell, naar Lissabon met tarwe; MERCURY, kapt. N.L. Jordan, naar Batavia met stukgoederen; de JONGE ORANTIA, kapt. J. de Best, naar Alexandrië met stukgoederen; THE PRINCES CHARLOTTE, kapt. A. le Gallet, naar Guernsey met dakpannen; RUBENS, kapt. H.F. Versluis, naar Batavia met troepen; de MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, naar Rio de Janeiro en AMAZONE, kapt. E. van der Sweep, naar Valparaiso, beide met stukgoederen;
1826
LP 051026
Advertentie. Rederij van Antwerpen.
Geregelde vaart tussen Antwerpen en Rio-de-Janeiro.
De afvaarten gedurende de laatste maanden van het lopende jaar:
Oktober: de brik MARIA MATHILDE, kapitein J. Lovgreen.
December: de brik ANTWERPSCH WELVAREN, kapitein N. Peters.
Deze nieuwe 200 ton grote schepen zijn koper genageld en gekoperd, worden door uitstekende kapiteins gevoerd en bieden de passagiers de beste inrichting.
Men kan zich voor vracht en passagiers richten tot het Huis A. Saportas, directeur van bovengenoemde rederij, of tot de scheepsmakelaars Anton Giese, Charles Grisar of W-J. Marsily, te Antwerpen.
DC 260826
Vlissingen, 15 augustus. Van den 12 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd alhier ter rede gekomen: LES DEUX AMIS, kapt. J. Cornelis van Londen en REBECCA, kapt. J. Anderson van Hull, beide met stukgoederen; THE ACTOR, kapt. M. Clegg, van Fernambucco met huiden; LA COLOSSE, kapt. F. Goree, van Bordeaux met wijn enz.; LE ST. HENRY, kapt. M. Letyrant, van Havre-de-Grace met zwavel; MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, van Rio-Grande met huiden.
DC 021126
Vlissingen, 17 oktober. Ook zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en den 23 dezer van onze rede naar zee gezeild: WILLIAM GALL, kapt. E. Lott, naar Londen met haver en bonen; THE PELICAN, kapt. Ph. Manuel, naar Jersey met stukgoederen met stukgoederen; DE MERCUUR, kapt. J.F. Pieters Smit naar Lima, LE BAYONNAIS, kapt. P. Chatillon naar Havre-de-Grace en CATHARINA AND JANE, kapt. W. Jackson naar Haïti, alle drie met stukgoederen; DE VROUW GEERTRUIDA, kapt. H.A. Bekkering, naar Hull met haver; MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, naar Rio de Janeiro en DE TWEE ZUSTERS, kapt. S.J.L. Tieman naar Hamburg, beide met stukgoederen.
1827
Op 21 juni 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA MATHILDA, aangevraagd door A. Saportas, Antwerpen, voor kapt. C. van der Hoeven.
RC 120627
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading naar Rio, mede voor passagiers, het Nederlandse nieuw gekoperd brikschip MARIA MATHILDA, kapt. Lovgreen om de 25e dezer te vertrekken. Adres Hudig en Blokhuijzen te Rotterdam.
RC 190727
Rotterdam, 18 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE PELIKAAN, kapt. J.H. Ricke, DE ELISA, kapt. J. Renken en DE JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Muijs, naar Londen; HARRIET, kapt. G.L. Buijsman en DE JONGE ORANCIA, kapt. S. de Best, naar Batavia; DE JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken, naar St. Ubes; DE VERWACHTING, kapt. J.H. Schipper, naar Sandwich; DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar en GEORGE PHILIP, kapt. T.G. Rents, naar de Oostzee; THERESIA, kapt. Poodst, naar de Marennes; MARIA MATHILDA, kapt. C. van der Hoeven, naar Rio-Janeiro; DE TRITON, kapt. J. Waller, naar Gothenburg.
1828
RC 080128
Rotterdam, 7 januari. Te Antwerpen is gearriveerd MARIA MATHILDA, kapt. Van der Hoeven, van Rio-Janeiro.
RC 160128
Amsterdam, 15 januari. Kapt. C. van der Hoeven, voerende het schip MARIA MATHILDA, van Rio-Janeiro de 4e dezer te Antwerpen gearriveerd, heeft op de hoogte van Wight gepraaid het schip L’HIRONDELLE, kapt. J. Willaert, van Antwerpen naar Bilbao.
RC 310128
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading naar Rio-de-Janeiro, mede voor passagiers, het Nederlands brikschip MARIA MATHILDA, kapt. C. van der Hoeven, om vóór of op de 25e februari aanstaande te vertrekken.
RC 050428
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild AURORA, kapt. A.J. de Boer, naar St. Andero en MARIA MATHILDA, kapt. C. van der Hoeven, naar Rio-Janeiro; DE JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken en DE JONGE RENTES, kapt. W.R. Huisman, naar Cork; DE LEEUW, kapt. J. Jansen, naar St. Jago en REINIERA, kapt. G. Meugens, naar de Havannah;
RC 300928
Rotterdam, 29 september. Te Antwerpen zijn gearriveerde VRIENDSCHAP, kapt. Klein en JONGE HIELKE, kapt. Tromp, van Liverpool; MARIA MATHILDA, kapt. Van der Hoeven, van Rio-Janeiro.
Op 30 oktober 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA MATHILDA, aangevraagd door A. Saportas, Antwerpen, voor J. Lovgreen als kapitein.
RC 131128
Rotterdam, 12 november. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE NIEUWE UNIE, kapt. J. van den Broecke, DE JONGE JACOB, kapt. B.J. Siedzes, DE TWEE GEBROEDERS, kapt. P.J. Suhlberg, DE VIER GEBROEDERS, kapt. J.G. Riekeles, naar Memel en MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, naar Rio-Janeiro.
1829
RC 090629
Rotterdam, 8 juni. Te Antwerpen zijn gearriveerd VRIENDSCHAP, kapt. Platte, van Marseille, en CATHARINA, kapt. Bulow, van Koningsbergen; JONGE JOHANNA, kapt. Arends, van Londen; JOHANNA CHRISTINA, kapt. Wolters, van Randers, MARIA MATHILDA, kapt. Lovgreen, van Rio de Janeiro en LOUISA, kapt. Arfsten, van Zante.
L.v.C.
25 juni, MARIA MATHILDA, kapt. Lovgreen, van Antwerpen naar Rio-Janeiro.
28 september aangekomen te Rio-Janeiro.
1830
RC 250230
Amsterdam, 23 februari. De schepen DE VIJF GEBROEDERS, kapt. J.F. Poods en NATALIA, kapt. A. Nanninga, beide van Batavia; MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, van Rio-Janeiro en DE EENSGEZINDHEID, kapt. P.T. Kuyper, van Marseille, alle vier naar Antwerpen en DE VROUW JANTINA, kapt. J.O. Kuyper, van Bordeaux naar Brussel, alle te Cowes binnen, hebben de 18e dezer hun reizen voortgezet.
RC 270230
Rotterdam, 26 februari. De schepen CONCORDIA, kapt. R. Falck en APOLLO, kapt. D. Steur, zijn reeds de 12e dezer ter rede van Vlissingen gekomen, doch wegens het ijs genoodzaakt geweest om weer zee te kiezen en eerst de 20e binnen die haven gekomen; alsmede L’AVENTURE, kapt. H.A. Kraay, van de Havanna; DE PRINS VAN ORANJE, kapt. J. de Meire en MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, van Rio-Janeiro, DE VIJF GEBROEDERS, kapt. J.F. Poodst en NATHALIA, kapt. R. Nanning, van Batavia; welke alle naar Antwerpen zijn gedestineerd; benevens nog DE COCK, kapt. J. Joosens, van Batavia naar Gent en DE VROUW JANTINA, kapt. J.O. Kuyper, van Bordeaux naar Brussel.
RC 090330
Rotterdam, 8 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE CAMILLE, kapt. Bakker en VROUW HELENA, kapt. De Vries, van Londen; VROUW JANTINA, kapt. Kuiper en FREDERIK WILHELM DRIE, kapt. Dirksens, van Bordeaux; AURORA, kapt. Wygers van Sevilie (opm: Sevilla); MERCURE, kapt. Smit, ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. Peters, HARLINGER, kapt. Harrison en MARIA MATHILDA, kapt. Lovgreen, van Rio-Janeiro;
L.v.C.
7 juli 1830 MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, vertrokken van Antwerpen naar Rio-Janeiro.
27 september via Pernambuco (opm: Recife) aangekomen te Bahia.
België
Na de opstand der Belgen in de herfst van 1830 decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van alle 196 schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoren de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof o.a. de MARIA MATHILDA, kapt. Lovgreen, eigenaar A. Saportas, Antwerpen.
1831
BrC 250231
Antwerpen, 21 februari. De Belgische brik MARIA MATHILDA, van Antwerpen, komende van Rio-Janeiro en naar deze haven bestemd, is te Oostende binnen gelopen. De schipper heeft echter bevel bekomen om terstond naar Vlissingen te zeilen. Dit bewijst, dat, in weerwil van alle geruchten en logens, welke de loodsen en zelfs de vissers van Oostende aan al de schippers van naar Antwerpen bestemde schepen wijsmaken, de vaart op de Schelde vrij is, en dat, zo als zij hen mede diets willen maken, er gene hindernissen van den kant der oorlogsschepen voor hen te duchten zijn. (opm: de waarheid was weerbarstiger dan hier gesuggereerd; weldra werd de vrije vaart voor Zuid-Nederlandse schepen sterk bemoeilijkt; eerst politieke druk op Nederland en een boycot door Engeland en Frankrijk bracht in juni 1833 de ommekeer)
MCO 010331
Vlissingen, 26 februari. Voor Antwerpen, bestemd zijn gisteren en heden op onze rede aangekomen: MARIA MATHILDA, kapt. J. Lovgreen, van Bahia, met suiker en huiden; DE AREND, kapt. J.H. Bunnemeijer, van Londen, met stukgoederen; ANNA, kapt. W. Easson, van Montevideo, met huiden en horens. (opm: Nadat de MARIA MATHILDA in Antwerpen was gelost werd de nu Belgische brik tot verkoop op 30 juli 1834 in Antwerpen opgelegd. De politieke onrust als gevolg van de Afscheiding in 1830 alsmede de economisch slechte tijden zullen aan dat besluit ten grondslag hebben gelegen.)
1834
Saportas had de MARIA MATHILDA op 28 februari 1834 in veiling willen brengen maar stelde de verkoop uit. Op de veiling van 30 juli 1834 werd de brik aangekocht door mevrouw Maria Catharina Van Camp, sinds 29 april 1834 weduwe van kapt. Pierre Jean Spilliaerdt. Zij vernoemde het schip naar zichzelf in MARIA CATHARINA; kapitein werd J. Brabander.
Gezien de lange periode dat het schip had stilgelegen was groot onderhoud dringend noodzakelijk. Daar de traffiek op Brazilië ten einde was gekomen diende de brik ook in andere vaargebieden te worden ingezet. De tuigage werd daarom gewijzigd in schoenerbrik, een goedkoper en gemakkelijker te hanteren zeilplan dat minder bemanning vergde. Daarmee kon bovendien scherper aan de wind worden gevaren, een voordeel bij kortere reizen met wisselende windrichtingen zonder passaatwinden.
AH 041034
Vlissingen, 1 oktober. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen, en van onze rede naar zee gezeild de MARIA CATHARINA (opm: Belgische schoenerbrik, ex-brik MARIA MATHILDA, kapt. J. Brabander, naar Liverpool.
L.v.C.
6 november MARIA CATHARINA te Antwerpen aangekomen uit Liverpool.
1835
AH 160135
Vlissingen, 12 januari. Sedert 9 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de MARIA CATHARINA, kapt. J. Brabander, van Liverpool.
VCO 210331
Vlissingen, 20 maart. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen, en van onze rede naar zee gezeild de MARIA CATHARINA, kapt. J. Brabander, naar Belfast.
L.v.C.
9 juli MARIA CATHARINA te Antwerpen uit Liverpool.
VCO 071135
Vlissingen, 6 november. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen, en van onze rede naar zee gezeild de MARIA CATHARINA, kapt. J. Brabander, naar Rio Janeiro, met stukgoederen.
1836
DC 280536
Vlissingen, 25 mei. Voor Antwerpen bestemd zijn alhier ter rede gekomen: MARGARETHA MAGDALENA, kapt. A. Bremer, van Hamburg, met raapzaad; JOHANNA, kapt. N.J. Visser, van Bremen, met stukgoederen; de DRIE GEBROEDERS, kapt. U.T. Ulrich, van Wishaak (opm: mogelijk Wischhafen), met lijnzaad; ANNA MARIA, kapt. H. Schade, van Wischhafen; HERZOG VON CAMBRIDGE, kapt. P.J. Diercks, van Hamburg, en de VROUW ELISABETH, kapt. N. Rordon, van Otterndorf, alle drie met raapzaad; MARIA CATHARINA, kapt. J. Brabander, van Rio Janeiro, met stukgoederen (opm: bestaande uit huiden, koffie, tapioca en rum).
L.v.C.
15 juni van Antwerpen naar Liverpool met boomschors en vlas.
31 juli te Antwerpen uit Liverpool met 180 ton klipzout.
6 september van Antwerpen naar Cork met 70 ton boomschors.
30 november te Antwerpen van Vilanova.
31 december van Antwerpen naar Belfast
1837
L.v.C.
9 maart te Antwerpen van Liverpool met klipzout.
21 april van Antwerpen naar Liverpool, waarschijnlijk met ballast.
Op 31 mei 1837 werd het eigendom van de schoenerbrik door de weduwe Spilliaerdt-Van Camp overgedragen aan haar zoon Pierre Jacques Spilliaerdt-Caymax.
L.v.C.
7 juli te Antwerpen van Liverpool met zout en suiker.
Op 20 november werd het schip voor reparatie bij scheepswerf P. van Damme in Baasrode drooggezet. Hier werd o.a. het dek verhoogd met 12 tot 15 duimen, hetgeen resulteerde in een groter laadvermogen en een grotere ruiminhoud, gunstig voor het vervoer van b.v. zout resp. boomschors. Door deze zeer ingrijpende verbouwing werd de schoenerbrik eerst op 9 juli 1838 weer tewater gelaten.
1838
L.v.C.
31 juli van Antwerpen naar Cork met boomschors.
18 september te Antwerpen van Liverpool met zout en meubelen.
4 augustus van Antwerpen naar Cork met boomschors.
3 december te Antwerpen van Liverpool met klipzout.
ZP 270838
Het schip (opm: kof) DE VOS, kapt. G. van der Velde, van Amsterdam naar Marseille, is den 21 augustus met verlies van zeilen te Ramsgate binnengelopen en den 22 dito het schip MARIA CATHARINA, kapt. J. Schaeper, van Antwerpen naar Cork, met verlies van ankers, ketting en meer andere schade.
ZP 191138
Het schip MARIA CATHARINA, kapt. Schaeper, van Liverpool naar Antwerpen, is den 15 november met schade te Cowes binnengelopen.
1839
L.v.C.
24 januari MARIA CATHARINA, kapt. Schaeper, van Antwerpen naar Belfast.
ZP 230339
Het schip MARIA CATHARINA (opm: Belgische ex-Zuid-Nederlandse schoenerbrik, bouwjaar 1821), kapt. J. Schaeper, van Liverpool naar Antwerpen is volgens brief van Vlissingen van de 21e maart op het Noorderrassen (opm: Noorder Raszen, zandbank bij Walcheren) gezonken, de equipage is gered en door een loodsboot aldaar aangebracht. (opm: zie ZP 250339, 260339 en DC 260339)
ZP 250339
Aangaande het schip MARIA CATHARINA, kapt. Scheepers, van Liverpool naar Antwerpen op het Noorderrassen (opm: Noorder Rassen) gezonken – zie ons vorig no. – wordt van Vlissingen van de 22e maart gemeld, dat men van hetzelve door het stormachtige weder niets heeft kunnen bergen.
ZP 260339 – 348
Volgens brief van Vlissingen in dato 24 maart wordt aangaande het op de Noorderrassen (opm: Noorder Raszen, zandbank bij Walcheren) gezonken schip MARIA CATHARINA, kapt. Schaeper, van Liverpool naar Antwerpen – zie no. 345 – gemeld, dat hetzelve geheel verbrijzeld is, zonder dat men iets heeft kunnen bergen. (opm: de lading klipzout was niet verzekerd; het casco ten dele, bij Amsterdamse assuradeuren)
DC 260339
Vlissingen, 22 maart. De Antwerpse schoener MARIA CATHARINA, kapt. J. Schaeper, van Liverpool naar Antwerpen met klipzout, is gisteren voormiddag, omstreeks 10 ure, op de Noorder-Raszen omhoog en al zeer spoedig vol water geraakt. Dezelve is nog aldaar zittende, doch de equipage is door de in zee zijnde Loodsboot Nr. 4 gered en alhier aangebracht. (opm: zie o.a. ZP 230339)