1814
LCO 280914
Scheepstijdingen.
Den 20, de GALANT (opm pleit) , kapt. J. Heije, van Antwerpen naar Londen, met tarwe.
1818
Op 7 juli 1818 werd voor de JEUNE PIERRE een nieuwe zeebrief verstrekt, aangevraagd door Joseph Heije, Gent, voor zichzelf als kapitein, met de vermelding: ‘recente aankoop, ex-GALAUT’. Door een leesfout blijkt de naam GALAUT de Franse naam GALANT te zijn, door L.R. vertaald in GALLANT. De verkoper moet Vink in Brussel zijn geweest (L.R.)
MCO 171018
Vlissingen, 15 oktober. Heden is naar Antwerpen de Schelde opgevaren de JONGE PIETER (opm: pleit JEUNE PIERRE, ex-GALANT), kapt. J. Heye, van Londen, met differente goederen.
MCO 141118
Vlissingen, 12 november. Heden is van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de JONGE PETRUS (opm: JEUNE PIERRE), kapt. J. Heye, naar Maldon met garst.
1819
LL 020419
Ostende. Den 27 maart aangekomen JEUNE PIERRE (opm: pleit), J. Heye, van Londen.
LL 270819
Gravesend. De JEUNE PIERRE, van Ostende naar Londen, die op de kust was gedreven, is zonder schade weer vrijgekomen en teruggevaren naar Ostende.
LL 070919
Gravesend. Den 25 augustus aangekomen JONGE PIETER, J. Heye, van Ostende.
GvG 041119
Oostende den 3 november. Den 31 is hier binnengekomen de LE JEUNE PIERRE, kapt. Heyn (opm: kapt. Joseph Heije), vlot gemaakt van zijne stranding bij deze haven; de VROUW HERMINA, kapt. de Jonghe, van Marenes; LE POT CASSÉ, kapt. Fiecken, van Liverpool, beide met zout; uitgevaren de DIANA, kapt. Carbon, naar Batavia met verscheide goederen en 80 militairen; de VROUW ROLIFINA, kapt. Lang (opm: VROUW ROELFINA, kapt. Wijpke Jacobs de Lange), naar Londen met klaverzaad. Heden binnngekomen LE NEPTUNE, kapt. Stranack, van Londen met verscheide goederen; de CONCORDIA, kapt. Jansens, van Noorwegen met hout, bij relache.
LL 311219
Gravesend. Den 20 december aangekomen JEUNE PIERRE, Heye, van Ostende.
1820
MCO 220620
Vlissingen, 20 juni. Heden is alhier ter rede gekomen, LE JEUNE PIERRE (opm: pleit), kapt. J. Heye, van Oostende naar Noorwegen gedestineerd, met zout.
Op 8 december 1820 werd voor de JEUNE PIERRE een nieuwe zeebrief verstrekt, aangevraagd door Joseph Heije, Gent, voor zichzelf als kapitein, welke na terugzending naar Den Haag op 29 mei 1821 ‘vervallen’ werd verklaard.
Op 28 mei 1821 werd voor de JONGE CAMILLE een nieuwe zeebrief afgegeven, aangevraagd door Joseph François de Bas de Hert, Gent, voor kapt. M.J. van Dalen. Een koopakte ontbreekt, maar bij de dagagenda zeebrief staat aangegeven ‘Verdoopt, was de LE JEUNE PIERRE, kapt. Heije, J.’; verdoping volgde vaak na aankoop.
1821
RC 240221
Rotterdam, 23 februari. Van Vlissingen wordt van den 20 gemeld: sedert den 17 zijn alhier op de rede aangekomen de schepen de VROUW AUKJE, kapt. L.C. Swart, van Rouaan, op avontuur; DE VRIENDEN, T. Noster (opm: Nosten), van Port-au-Prince, deze moet quarantaine houden; de GEBROEDERS, J. van der Niet, en de VRIENDSCHAP, C.W. Sloff, van Havre-de-Grace naar Hamburg gedestineerd; de JEUNE PIERRE (opm: pleit), J. Heije, van Londen naar Brussel bestemd.
RC 160621
Rotterdam, 13 juni. Van Vlissingen wordt van den 12 gemeld: Van den 9 dezer tot heden van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MARGARETHA (opm: MARGUÉRITE, thuishaven Gent), J.J. Tiddens, naar de Havana; de EENDRAGT, B.H. Cappen, naar Bayonne; de DRIE GEZUSTERS, J. Sipkes, naar Riga; de VROUW MARIA, Z.K. Schutt, naar …(opm: niet vermeld); de NIEUWE ONDERNEMING, K.L. Domine (opm: kof, kapt. Klaas Lucas Domenie), naar Liverpool; ENGELINA, H.P. de Jong, naar St. Martin; ANNA PAULOWNA, A.J. Vollemaere, naar Bayonne; de JONGE CAMILLE (opm: pleit, ex-JEUNE PIERRE), M.J. van Dalen, naar de Marennes;
In de periode 1822-1824 viel er in de zeevaart geen droog brood te verdienen. Veel schepen, met name de grotere, lagen opgelegd, terwijl de smakken en tjalken nogal eens hun heil zochten in de binnenvaart. Dat zal dan ook een reden zijn dat over de JONGE CAMILLE / JEUNE CAMILLE in 1822 geen zeetijdingen zijn gevonden. L.R. meldt in 1830 dat in 1823 New Deck & Upper Works, een nieuw dek en opbouw, waren aangebracht. Deze grote reparatie en verbouwing zal in de winter 1822-1823 hebben plaatsgevonden, waarna een nieuwe zeebrief werd aangevraagd die op 17 april 1823 werd afgegeven.
1823
Op 17 april 1823 werd voor de JONGE CAMILLE een nieuwe zeebrief afgegeven, aangevraagd door J. de Coster, Gent voor kapt. E.S. Net.
1824
Op 10 februari 1824 werd voor de JONGE CAMILLE een nieuwe zeebrief afgegeven, aangevraagd door J. de Coster, Gent voor kapt. Jooris Walters.
1825
DC 100925
Vlissingen, 4 september. Van den 31 augustus tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: ANTONIUS CORNELIS, kapt. O.P. Blom, naar Bristol met boomschors; CONCORDIA, kapt. J.D. Zijlstra, naar Arbroath met boomschors en vlas; DE HEMMINA, kapt. S.F. Taay, naar Riga met ballast; de JUFVROUW TITSIA (opm: kof JUFFER TITIA), kapt. L.J. Besseling, naar Topsham met boomschors; LA JEUNE CAMILLE (opm: pleit JONGE CAMILLE), kapt. J. Walters, naar Riga met ballast;
1826
Op 10 februari 1826 werd voor de JONGE CAMILLE een nieuwe zeebrief afgegeven, aangevraagd door Jan de Coster, Gent voor kapt. J. Walters.
DC 210326
Vlissingen, 14 maart. Van den 11 dezer tot heden zijn van onze rede naar zee gezeild de volgende schepen, daartoe van Antwerpen de Schelde afgekomen: DE JONGE CAMILLE, kapt. J. Walters, naar Londen met boomschors;
DC 200626
Vlissingen, 10 juni. Van den 7 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: FREDERIK HENDRIK, kapt. P. Zink, van Rio de Janeiro; LE JEUNE CAMILLE (opm: JONGE CAMILLE), kapt. J. Walters, van Londen met stukgoederen;
1827
MCO 040127
Zeetijdingen - Vlissingen, 2 januari. Van den 31 december ll. tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: DE GOEDE HOOP, kapt. R.E. Dik, van de Marennes, met zout; MEDUSA, kapt F. Bunnemeijer, van Londen, met stukgoederen; de IRIS, kapt. B. Arfsten, van Malaga, met fruit; DE JONGE CAMILLE, kapt. J. Wolters, van Londen, met stukgoederen;
RC 170327
Rotterdam, 16 maart. Den 15 zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: DE JONGE JOHANNA, kapt. J.B. van Puyvelde, naar Londen; AGATHA, kapt. B.J. Potjewijd, naar Liverpool; DE JONGE AUKE, kapt. H.H. Krull, naar Leith; DE JONGE CAMILLE, kapt. J. Walters, naar Londen;
RC 221227
Rotterdam, 21 december. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE JOANNA, kapt. Poel en JONGE CAMILLE, kapt. Bakker (opm: kapt. J. Walters), van Londen.
1828
Op 7 maart 1828 werd voor de JONGE CAMILLE een nieuwe zeebrief afgegeven, aangevraagd door J. de Coster, Gent voor kapt. W.S. Backer.
RC 150528
Rotterdam, 13 mei. Te Antwerpen zijn gearriveerd de DRIE GEBROEDERS, kapt. Rieke, van Londen en de JONGE CAMILLE, kapt. Bakker (opm: pleit, kapt. W.S. Backer), van Kiel.
RC 190628
Rotterdam, 18 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild NEPTUNES, kapt. F. van der Steen, PROVIDENTIA, kapt. J. Potter en CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, naar Londen; DE JONGE RENTE, kapt. W.K. Huisman, THERESIA, kapt. L.J. Besseling en PAULINE, kapt. J. Joosens, naar Liverpool; DE RIBBLE, kapt. J.E. Beekman (opm: kapt. J. Beckman), naar Batavia; DE JONGE ANTJE, kapt. E. Lewis en JACOBA, kapt. A.K. de Groot, naar Bremen; DE JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Backer, naar ….. (opm: geen opgave);
RC 271128
Rotterdam, 26 november. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE CAMILLE, kapt. Backer, CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, van Londen;
1829
RC 030129
Rotterdam, 2 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Backer, DE JONGE JOHANNA, kapt. W.J. Poel, CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, de JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken, DE BRUSSELAAR, kapt. H.A. de Vries en DE ELIZA, kapt. L.J. Ruiter.
RC 280329
Rotterdam, 27 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild L’ADĖLE (opm: brik, thuishaven Gent), kapt. M. Bakker, naar Buenos Aires; DE JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Backer en ST. PIERRE, kapt. J. de Potter, naar Londen;
RC 010929
Amsterdam, 30 augustus. Het schip JONGE CAMILLE, kapt. W.J. Bakker (opm: pleit, kapt. W.S. Backer), met rogge van Riga naar Brussel, is, volgens brief van Elseneur van de 22e dezer, aldaar lek en met schade aan het roer binnengebracht; moet lossen om te repareren.
RC 031029
Rotterdam, 2 oktober. Te Antwerpen zijn gearriveerd NEPTUNUS, kapt. Doeksen en ANNA MARIA, kapt. Muys, van Londen; VROUW JANTINA, kapt. Blouw, van Elbing en JONGE CAMILLE, kapt. Backer (opm: vorige haven niet vermeld).
RC 031229
Rotterdam, 2 december. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Backer en JONGE JOHANNA, kapt. O.H. Arends, naar Londen
1830
RC 090330
Rotterdam, 8 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE CAMILLE, kapt. Backer en VROUW HELENA, kapt. De Vries, van Londen;
Op 12 maart 1830 werd voor de JONGE CAMILLE een nieuwe zeebrief afgegeven, aangevraagd door J. de Coster, Gent voor kapt. W.S. Backer. Na de Opstand der Belgen die resulteerde in de afscheiding van de Noordelijke Nederland decreteerde Z.M. de Koning met zijn Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad N0. 73) dat de zeebrieven van alle 196 schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden, waaronder die van de JONGE CAMILLE, moesten worden ingetrokken.
MCO 060430
Vlissingen, 3 april. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en naar zee gezeild JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Backer, naar Londen, met boomschors.
MCO 010930
Vlissingen, 31 augustus. Sedert den 29 dezer zijn op onze rede aangekomen:
De VROUW CHRISTINA, kapt. R.E. Kock, van de Wezer, naar Londen, met tarwe.
De TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Leefsnijder, en de JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Backer, beide van Oostende naar Londen gedestineerd, met boomschors.
MCO 071030
Vlissingen, den 3 oktober. Sedert den 28 dezer, van de rede dezer stad naar zee gezeild:
De TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Leefsnijder, en de JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Backer, beide van Oostende naar Londen gedestineerd, met boomschors.
Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. Als reactie hierop decreteerde Z.M. de Koning met zijn Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad N0. 73) dat de zeebrieven van alle (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden, waaronder dus ook die van de JONGE CAMILLE, moesten worden ingetrokken. Er moet hierop een periode van opleggen zijn geweest waarin de pleit aan H. Jonckheere in Brugge werd verkocht om in 1831 als GIRAFFE weer naar zee te gaan.
1831
RC 151031
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 11 oktober.
Op de rivier (opm: Theems) is gearriveerd A. Denys (opm: pleit GIRAFFE ex-JONGE CAMILLE, thuishaven Gent, nu Belgische vlag), van Oostende. (opm: zo lang na de Afscheiding in 1830 de problemen tussen Nederland en België niet waren opgelost en de vaart over de Westerschelde voor de Belgische vlag meestal niet werd toegestaan weken veel Belgen uit naar Oostende)
OHC 151131
Amsterdam, 12 november.Te Oostende is gearriveerd A.B. Denys (opm: GIRAFFE) van Londen.
1832
RC 100132
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 3 januari.
Op de rivier (opm: Theems) is gearriveerd A. Denys (opm: GIRAFFE) van Oostende.
1833
RC 230333
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 19 maart.
Op de rivier (opm: Theems) is gearriveerd Denys (opm: GIRAFFE) van Oostende.
1834
MCO 070134
Vere den 10 januari. Heden is alhier door tegenwind binnengekomen het Belgische pleitschip GIRAFFE, kapitein A. Denys, van Londen met stukgoederen, gedestineerd naar Antwerpen.
OHC 140134
Te Vlissingen is gearriveerd Denijs, van Londen naar Antwerpen laatst van Antwerpen.
RC 150434
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 11 april.
Op de rivier (opm: Theems) is gearriveerd A. Denys (opm: pleit GIRAFFE) van Antwerpen.
RC 071034
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 3 oktober.
Op de rivier is gearriveerd Denys van Oostende.
1835
RC 070735
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 3 juli.
Op de rivier (opm: Theems) is gearriveerd A. Denys (opm: pleit GIRAFFE) van Oostende.
LvC:
De GIRAFFE, kapt. C. Sikkes, voer sinds oktober tot februari 1836 vanaf Duinkerken op Londen en nadien vanuit Oostende.
1836
LvC
De GIRAFFE, kapt. J. Fischer, maakte in maart een reis Antwerpen / Duinkerken, éénmaal een rondreis Noirmoutier / Oostende om een lading zout te halen, en verder de gebruikelijke reizen tussen Oostende en Londen.
RC 300736
Uittreksel uit de Lloydslijst van den 26 juli.
Op de rivier is gearriveerd Fischer (opm: kapt. J. Fischer, pleit GIRAFFE) van Oostende.
1837
AH 290437
Vlissingen, 26 april. Voor Antwerpen bestemd is alhier ter rede gekomen LA GIRAFFE, kapt. A. Denys, van Londen.
LvC
De GIRAFFE onder kapt. A. Denys maakte tot april steeds vanuit Oostende reizen naar Londen, met twee uitzonderingen: 1 x vanuit Antwerpen en 1 x vanuit Duinkerken.
1838
AB 100738
Oostende, 7 juli. Binnengekomen: GIRAFFE, kapt. A. Denys, van Londen.
1839
LvC
De GIRAFFE, kapt. P. Nefors, vertrok in juni naar Arbroath, en vandaar naar de Oostzee.
AB 071039
Delzijl, 29 september. Binnengekomen: LE CHEREF (opm: le GIRAFFE, zie AB 141239), kapt. P.F. Nefors, van Dantzig naar Oostende, als bijlegger met schade.
AB 141239
Delfzijl, 11 december. Uitgezeild: LA GERAFFE, kapt. P.F. Nefors,van Dantzig naar Oostende. (opm: de Belgische ex-Zuid-Nederlandse pleit GIRAFFE, bouwjaar 1800, arriveerde op 26 december in Brugge. Na lossing werd het schip opgelegd om na een in maart mislukte poging tot verkoop op de veiling van 25 augustus 1840 [zie LP 270340 en 170840] te worden verkocht om in 1841 in de binnenvaart te gaan)
1840
LP 270340
Advertentie. Te Brugge is uit de hand te koop de Belgische pleit LA GIRAFFE, groot 98 ton.
Voor informatie richte men zich tot makelaar Piesens-Taffin te Brugge.
LP 170840
Advertentie. Openbare verkoop van de Belgische pleit GIRAFFE, kapt. De Vis. (opm: de naam De Vis is scheepvaartkringen verder niet bekend; kapt. Auguste Denys had sinds 1831 een aantal jaren op de GIRAFFE gevaren; diens naam werd ook wel als Denis geschreven, zodat de veronderstelling gewettigd lijkt dat Denis / Denys en De Vis dezelfde persoon is)
De scheepsmakelaar Piesens-Taffin zal op maandag 25 augustus 1840, om 2 uur bij de Coupure, openbaar verkopen de Belgische pleit LA GIRAFFE, geijkt op 98 tonnen, inclusief haar volledige inventaris.
Het schip kan dagelijks worden bezichtigd door zich te melden bij de wachtsman aanboord of bij bovengenoemde makelaar.
JCA 311240
De pleit GIRAFFE, kapt. Denys, thuishaven Brugge, is thans uitgerust als bijlander, voor de binnenvaart; deze pleit komt dus niet meer voor op de lijst van zeeschepen.
(opm: De Journal du Commerce d’Anvers publiceerde jaarlijks een lijst van Belgische koopvaardijschepen per 31 december. In die van 1840 staat de pleit GIRAFFE vermeld als in Brugge opgelegd en met E. de Bay, Brugge, als reder. De Bay lijkt de GIRAFFE in de veiling van augustus 1840 te hebben gekocht om – zie het bericht – het schip in te gaan zetten in de binnenvaart. Hoe lang het schip nog in de binnenvaart is gebruikt, of dat onder de naam GIRAFFE was, en of Auguste Denys nog steeds als kapitein fungeerde kon helaas niet worden achterhaald.)