Familiegegevens
Auke Hendriks Trip werd op 24 juli 1797 te Staveren geboren als zoon van Hendrik Fokeles Trip en Wypkje Aukes Lootsma.
Hij overleed op 16 september 1857 aan de Kattenburgergracht te Amsterdam041-p.80.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.H.Trip werd met vlagnummer 281 per 13 januari 1829 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein F.H.Zeijlstra. Toegevoegd is “overleden”002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 06/13 januari 1829 werd Auke Hendriks Trip, wonende op de Wittenburgergracht, 31 jaar, voerende de galjoot “Margaretha Johanna”, op voordracht van kapitein F.H.Zeijlstra benoemd als effectief lid met vlagnummer 281023.
Auke Trip was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1829 t/m 1857 met de vlagnummers 281 (1829 t/m 1836) 180 (1836 t/m 1854) en 50 (1854 t/m 1857).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juli 1855 staat toekenning van een gratificatie van f 25,- uit de bussen aan kapitein A.H.Trip. Wederom een gratificatie van f 25,- maar nu aan de weduwe van A.H.Trip per 29 oktober 1857. Idem per 28 oktober 1858. Idem per 03 november 1859. Idem per 25 oktober 1860 aan de wed. A.H.Trip van den Berg. Idem per 31 oktober 1861. Idem per 30 oktober 1862. Idem per 29 oktober 1863. Idem per 27 oktober 1864. Idem per 02 november 1865. Idem per 01 november 1866. Idem per 31 oktoberr 1867. Idem per 29 oktober 1868. Idem per 28 oktober 1869. Idem per 27 oktober 1870. Idem per 30 november 1871. Idem per 31 oktober 1872. Idem per 30 oktober 1873. Idem per 29 oktober 1874. f 20,- per 28 oktober 1875. Idem per 26 oktober 1876. Idem per 25 oktober 1877. Idem per 31 oktober 1878. Idem per 27 november 1879.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 augustus 1855 staat vermeld dat op verzoek van kapitein A.H.Trip hem een gratificatie is toegekend van f 25,-. Per 17 november 1857 wordt een gratificatie van f 25,- toegekend aan de weduwe van A.H.Trip geb. v/d Berg. Idem in de vergadering van 09 november 1858. Idem per 22 november 1859. Idem per 30 oktober 1860. Idem per 12 november 1861. Idem 25 november 1862. Idem 24 november 1863. Idem per 22 november 1864. Idem per 19 december 1865. Idem per 13 november 1866. Idem per 26 november 1867. Idem per 17 november 1868. Idem per 23 november 1869. Idem per 22 november 1870. Idem per 19 december 1871. Idem op 26 november 1872. Idem op 04 november 1873. f 20,- per 24 november 1874. Idem per 02 november 1875. Idem per 13 november 1877. Idem per 19 november 1878. Idem per 09 december 1879. 023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
281 1829-1831 galjoot Margaretha Johanna J.S.Walraven
1832 galjoot La Liberté T.van Schaak & J.S.Walraven
1833 galjoot La Liberté T.van Schaak
1834 fregat La Liberté idem
1835 bark La Liberté idem
180 1836-1840 geen vermelding van schip en boekhouder
1841 barkent Gouverneur van Zijtsema A.H.& H.A.Tromp te Woudsend
1842-1843 brik Adrianus en Jacobus B.A.Mispelblom Beijer te Rotterdam
1844 bark Adrianus en Jacobus Sturenberg, Cankrien & Co te Rotterdam
1845-1846 geen vermelding van schip en boekhouder
1848 schoner Henriette geen opgave
1849-1853 geen vermelding van schip en boekhouder
50 1854-1856 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.H.Trip als gezagvoerder gedurende:
* 1828 t/m 1831 van de galjoot “Johanna Margaretha”, gebouwd in 1813, bouwlocatie niet vermeld, 190 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Sappemeer;
* 1830 t/m 1832 van de 1/mkof “Margaretha Johanna, gebouwd in 1816, 180 ton o.m., varend voor J.S.Walraven te Amsterdam;
* 1832 t/m 1834 van de 3/mGaljoot “Liberté”, gebouwd in 1816, bouwlocatie niet vermeld, 360 ton o.m., varend voor J.S.Walraven te Amsterdam.
* Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1830 was overgenomen van kapitein/eigenaar C.H.Kraanstuiver te Amsterdam als de “Maria”;
* 1835 t/m 1837 van hetzelfde schip maar nu varend voor T. van Schaack te Amsterdam. Het hol werd in 1836 te Amsterdam geveild;
* 1842 van de sch.brik “Gouverneur van Sytzana”, gebouwd in 1841 te Woudsend, 210 ton o.m., varend voor A.H.Tromp, thuishaven niet genoemd (moet Woudsend zijn);
* 1843 t/m 1844 van de brik “Adrianus Jacobus”, gebouwd in 1828 te Rotterdam, 218 ton o.m., varend voor B.A.Mispelblom Beijer te Rotterdam;
* 1845 t/m 1846 op hetzelfde schip maar nu voor Sturenberg, Crankien & Co te Rotterdam;
* 1848 t/m 1849 van de galjoot “Henriëtte”, gebouwd in 1831 te Joure, 192 ton o.m., varend voor de erven Bodeman te msterdam. Het schip voer in 1850 voor H.Bultman te Amsterdam en was herdoopt in “Drie Vrienden”.
Trip werd in 1832 kapitein op de galjoot "Margaretha Johanna". In 1834 voer hij als kapitein op de "La Liberté" van rederij van Schaak. Van 1837-1840 was hij zonder betrekking. Tot zover bepaald geen voorspoedige carriëre. Bij de N.V. "Friesche Kofscheepreederij" werd het er niet beter op. Hij maakte slechts een reis met de "Gouverneur". Niet zoals gepland naar Suriname maar naar Italië. De reis leverde alleen maar verlies op en na terugkeer in Nederland nam hij zelf ontslag. Hij deelde de directie mee dat hij zo zijn gezin niet kon onderhouden. Hij werd kapitein op de brik "Adrianus en Jacob" van rederij Mispelblom uit Amsterdam. Ook daar bleef hij niet lang. Eind 1844 was hij alweer zonder betrekking en nadien heeft hij ook niet weer het bevel gevoerd over een zeegaand schip.041-p.80.
In het Archief van de Waterschout te Amsterdam in het Stadsarchief van Amsterdam (inventaris 38) bevinden zich monsterrolle waaronder:
38-112 06 oktober 1819, fregat “Maria”, kapitein Foeke H.Zielstra, bestemming Suriname, correspondent van den Broeke & Zoonen. 16 bemanningsleden waaronder opperstuurman Wolterus Groen uit Amsterdam, onderstuurman Auke Trip uit Stavoren, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen en kajuitwachter. Voorts wordt genoemd een hofmeester Augustus Dolphus zonder vermelding van gage en met de toevoeging “vrije neger”.
38-116 05 februari 1821, fregat “Maria”, kapitein Foeke H.Zielstra, bestemming Suriname, correspondent v. den Broeke & Zn. 16 bemanningsleden waaronder opperstuurman Heijn W.Heijnsius uit Stavoren, onderstuurman Auke H.Trip uit Stavoren, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker/matroos, 4 matrozen, 4 ligtmatrozen en kajuitwachter.
38-117 31 december 1821, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zielstra, bestemming Suriname, correspondent van den Broeke & v. Walraven. 17 bemanningsleden waaronder opperstuurman Heijn Wm Heynsius uit Amsterdam, onderstuurman Auke H.Trip uit Stavoren, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 8 matrozen, 2 ligtmatrozen en kajuitwachter.
38-119 09 oktober 1822, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zielstra, bestemming Suriname, correspondent van den Broeke & Soon. 16 bemanningsleden waaronder opperstuurman Heijn Wm Heynsius uit Amsterdam, onderstuurman Auke H.Trip uit Stavoren, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker/matroos, 7 matrozen, 2 ligtmatrozen en kajuitwachter..
38-120 23 juli 1823, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zeylstra, bestemming Suriname, correspondent P. van den Broeke & Zoon, 17 bemanningsleden, waaronder opperstuurman Auke H.Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter E. Carst uit Schiermonnikoog, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 7 matrozen, 2 ligtmattrozen, 2 kajuitwachters.
38-122 12 februari 1824, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddesz Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent P. van den Broeke & Walraven. 16 bemanningsleden waaronder opperstuurman Auke Hendrik Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Karst uit Schiermonnikoog, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 7 matrozen, 2 ligtmatrozen, kajuitwachter.
38-123 25 oktober 1824, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 17 bemanningsleden waaronder stuurman Auke H.Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Karst uit Schiermonnikoog, 3de waak Gerrit Isaac de Vries, bootsman timmerman, kok, zeilmaker, 7 matrozen, ligtmatroos, 2 kajuitwachters waaronder Uilke hendrik Trip uit Stavoren.
38-125 03 november 1825, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 16 bemanningsleden waaronder stuurman Auke Hendriks Trip uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Carst uit Schiermonnikoog, 3de waak Gerrit Isaac de Vries, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 6 matrozen, ligtmatroos, koksmaat, kajuitwachter.
38-126 19 juni 1826, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 16 bemanningsleden waaronder stuurman Auke Hendrk Trip, 29 jaar, uit Stavoren, onderstuurman Pieter Edes Carst, 27 jaar, van Schiermonnikoog, 3e waak, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, 5 matrozen, 2 ligtmatrozen, koksmaat, hofmeester.
38-128 12 april 1827, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent de Heer Walraven. 16 bemanningsleden, waaronder stuurman Auke Hendrk Trip, 29 jaar, uit Amsterdam, onderstuurman Pieter Edes Carst, 28 jaar uit Schiermonnikoog, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, hofmeester, 4 matrozen, 4 ligtmatrozen, koksmaat.
38-129 17 oktober 1827, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 17 bemanningsleden waaronder stuurman Auke Hendrk Trip, 29 jaar, uit Amsterdam, onderstuurman Hendrik Reiniers, 25 jaar, uit Amsterdam, bootsman, kok, timmerman, zeilmaker, stewart, 5 matrozen, 3 ligtmatrozen, stuurmansleerling i.c. Hendrk Foekes Zijlstra, 14 jaar, uit Amsterdam.
38-130 28 mei 1828, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zeijlstra, bestemming Suriname, correspondent Hr. Walraven. 17 bemanningsleden waaronder opperstuurman Auke Hendrk Trip, 30 jaar, uit Amsterdam, onderstuurman Hein Willem Heinsius, 45 jaar, uit Stavoren, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, hofmeester, 6 matrozen, 2 ligtmatrozen, schrijver, kajuitwachter.
Tevens zijn in dit Archief monsterrollen van de “Margaretha Johanna” en de “Liberté” onder kapitein Auke Trip.
Overige bijzonderheden
Auke H.Trip wordt vermeld als aandeelhouder in de N.V.Friesche Kofscheepsreederij te Woudsend. In de "Lijst van Deelnemers" staat hij met volgnummer 89, met woonplaats Amsterdam, met beroep "Zeekapitein" en met 199 als nummer van zijn aandeel041.
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Foekes Zeylstra werd geboren 16 maart 1816 te Stavoren als zoon van Foeke Hiddes Zeijlstra en Pietertje Hendriks Trip. Hij was de broer van Hidde Foekes Zeijlstra (zie aldaar)
Hij trouwde te Amsterdam op 16 augustus 1837, koopvaardijkapitein, 21 jaar, met Anna Maria Bruns, 21 jaar, zonder beroep, geboren 15 mei 1816 te Amsterdam als dochter van Jan Jurgen Bruns en Christiana Sleeswijk. Zij overleed te Amsterdam op 18 juni 1863 1 uur namiddags op de Wittenburgergracht 240, 47 jaar..
In het Bevolkingsregister 1850-1852 staat Hendrik Foeke als wonende op de Wittenburgergracht nr. 240, geboren in 1816 te Staveren, Nederduits Hervormd, zeevarend en gehuwd.
Op 06 maart 1855 stierf de nog jonge kapitein (38 jaar) aan boord van zijn schip, dat lag afgemeerd in de Golf van Bahia041-p.81-
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Een H.F.Zeylstra was in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 18 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag”008
H.F.Zeijlstra (adres Wittenburgergracht 12, Amsterdam) werd met vlagnummer 541 per 30 juni 1840 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein F.H.Zeijlstra. Als zijn schip is vermeld “De Planter”. Toegevoegd is “overleden”. Ten tijde van de inschrijving waren Zeijlstra en zijn vrouw beiden 24 jaar. Ingeschreven staan 4 zoons uit 1838 (Hendrik), 1846, 1848 en 1850 en 3 dochters uit 1841, 1842 en 1844.002a
In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 23/40 juni 1840 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Foeke Zeylstra, 0ud 24 jaar, voerend de brik “De Planterr”, wonend in de Wittenburgerstraat boven nr. 12 te Amsterdam, op voordracht van F.H.Zeylstra. Hijk kreeg vlagnummer 541023.
Hendrik was effectief lid van “Zeemanshoop”met vlagnummer 541 van 1840 t/m 1854 en met vlagnummer 226 in de periode 1854 tot aan zijn doodin 1855..
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 april 1855 staat een verzoek om onderstand van de weduwe Hendrik F.Zeylstra, geboren Bruns, welke haar in de vergadering van 12 juni 1855 voor haar en 6 kinderen werd toegekend ingaande 01 mei 1855.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 juli 1855 wordt gemeld dat aan de weduwe van kapitein H.F.Zeylstra per 01 mei 1855 een uitkering is toegekend voor haar en 6 kinderen.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlag jaren type scheepsnaam reder/boekhouder
541 1840-1841 brik De Planter U.Wilkens & Co
1842-1848 barkentijn Gouverneur van Zijtsema A.H.&H.A.Tromp, Woudsend
1849 1853 brik De Komeet Westt Indische Maatscchappij
226 1854 brik De Komeet idem.
Bouma025 vermeldt H.F.Zeylstra als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1842 van de brik “De Planter”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor U.Wilkens & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1842 verkocht;
* 1843 t/m 1849 van de schoenerbrik “Gouverneur van Sytzama”, gebouwd in 1841 te Woudsend, 210 ton o.m., reder A.H.Tromp te Woudsend. Het schip voer in 1850 voor A.A.Roepel, vermoedelijk te Amsterdam en was herdoopt in “Braamspunt”;
* 1850 t/m 1855 van de brik “Komeet” ex Pieter Eduard, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 225 ton o.m., varend voor de West-Indische Maatschappij W.J.E.Smissaert te Amsterdam.
De brik “P(i)eter Eduard” werd in 1849 verkocht en in 850 herbenoemd als “Komeet” onder gezag van H.F.Zeylstra, rederij West Indische Maatschappij. Het schip wer in 1859 gesloopt.013
Overige bijzonderheden
Monsterrollen uit het Archief van de Amsterdamse Waterschout, Stadsarchief Amsterdam, inventaris 38
38-133 05 oktober 1829, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zeijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.. Walraven. 17 bemanningsleden waaronder stuurman Hein W.Heinsius, 46 jaar, uit Stavoren, onderstuurman Uilke Trip, 20 jaar, uit Amsterdam, bootsman, timmerman, kok, zeilmaker, hofmeester, 3e waak i.c. Hendrik Foekes Zeijlstra, 14 jaar uit Amsterdam, 4 matrozen, kuiper/matroos, 3 ligtmatrozen, jongen.
38-134 21 mei 1830, fregat “Maria”, kapitein Foeke Hiddes Zeijlstra, bestemming Suriname, correspondent J.S.Walraven. 17 bemanningsleden waaronder stuurman Hein W.Heinsius, 46 jaar, uit Stavoren, onderstuurman Uilke Trip, 21 jaar, uit Amsterdam, 3de waak Hendrik Foekes Zeijlstra, 14 jaar uit Amsterdam, timmerman, kok, bootsman, zeilmaker, hofmeester, 6 matrozen, 3 ligtmatrozen.
“Vrijwel meteen nadat kapitein (Auke Hendriks) Trip zijn ontslag (bij de N.V.Friesche Kofscheepsreedeerij) had ingediend (in 1842) meldde zich in Woudsend al een gegadigde voor de post. Trips neef Hendrik Foekes Zeijlstra had al een opmerkelijke staat van dienst. Op drieëntwintig-jarige leeftijd was hij kapitein op de “Planter”, een brik van rederij Wilkens & Co uit Amsterdam. Hendrik was afkomstig uit een zeevarende familie. Zijn grootvader had in 1828 het boekhouderschap van de kof “De Drie Gebroeders Zeijlstra”. Vader Foeke Hiddes was kapitein op het fregat “De Goede Verwachting” van rederij van Schaak. Hij was tevens bestuurslid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Hendriks jongere broer was kapitein op het fregat “Anna Maria Henriëtte”. In september 1842 werden de commissarissen op de hoogte gesteld van het bezoek van Hendrik aan Woudsend. De directie was zeer van hem onder de indruk: “Deze persoon heeft sedert zijn jeugd gevaren en bij zijne reizen op de Oost- en Middellandse Zee onderscheidene reizen op de Oost- en Westindische gedaan en vooral met de vaart op West schijnt hij zeer veel bekendheid te hebben.” Precies de man die ze zochten dus. Bovendien, zo voegde dee directie er nog aan toe: “het ons uiter lijk voorkwam eene knappe en beschaafde man een met meer dan dagelijkse vlugheid en kennis toegerust te zijn”. De directie had zo’n haast hem te benoemen, dat ze van de eis dat kapiteins vier aandelen moesten nemen afzag. Zeijlstra nam twee en de directie bood zelfs aan hem dat bedrag voor te schieten. Zolang er op Suriname gevaren werd, was de verhouding met de directie goed. Zeijlstra zelf was na die reis zee gedeprimeerd. Hij schreef de directie vanaf de Scillies: “Deze reis schijnt het alsof het noodlot mij vervolgt, daar ik heb te worstelen met alle wederwaardigheden, ik ben soms geheel moedeloos daar ik anders nogal goed gevaren heb en nu het een der beste jaren van de vragt is geweest, is mij alles tegengelopen, maar ik wil niet murmureren. Gods wil geschiedde en ik hope dat de Al Goede ons reders voor verdere rampen bewaren…”
De directie die zelf toestemming had gegeven voor het maken van de bewuste reis, was niet onder de indruk van de geestelijke gesteldheid van de kapitein. De welkomstbrief, die op Zeijlstra lag te wachten toen hij weer voet op Nederlandse bodem zette begon met: “Zoo is dan eindelijk de miserabele reis volbragt. Een reis die ons bij zoveele onaangenaam zoveel schade berokkend heeft.” Tijdens een terugreis uit New Castle in 1848 redde de kapitein het schip ternauwernood van de ondergang. Naar aanleiding van die gebeurtenis deelde de directie hem mee dat: “Zoo ooit dan kunnen wij tot ons leedwezen betuigen dat sedert veertien maanden gij allerongelukkigst hebt gevaren.”
Zeijlstra kon geen goed meer doen. Toen hij op één van de reizen door een matroos in de arm werd gestoken met een mes, verweet de directie dat hij niet goed oplette wie bij hem aanmonsterde. Ook de victualie ging volgens de heren in Woudsend “te grootscheeps”. Dat kon zo niet langer, want “als we niet in het charter van kofman blijven, dan komt er niets van”. Zeijlstra zond daarop zijn victualielijst naar Woudsend met het verzoek te schrappen wat er te veel in stond. De directie had in 1848 duidelijk haast van de kapitein af te komen. De “Gouverneur” (Friesland Gouverneur van Sytzama) zou als eerste verkocht worden. Deze opzet mislukte echter omdat Zeijlstra vrij snel een nieuw bevrachtingscontract voor Suriname op zak had. Zo werd dit “vonnis” driekwart jaar uitgesteld. De slechte relatie met de directie is voor de verder carrière van Zeijlstra niet nadelig geweest. In hetzelfde jaar dat de “Gouverneur” verkocht werd, had hij alweer een ander schip. Tot zijn dood bleef hij gezagvoerder op de “Komeet”, een brik van de West-Indiscche Maatschappij. Op 06 maart 1855 stierf de nog jonge kapitein (38 jaar) aan boord van zijn schip, dat lag afgemeerd in de Golf van Bahia041-p.81-
“Eind 1847 voer kapitein Zeijlstra (met de Frieslandss Gouverneur van Sytzama) vanuit Antwerpen via New Castle naar Amsterdam. Zowel de heen/ als de terugreis waren bijzonder zwaar. Toen het schip eind december 1847 in het Nieuwediep arriveerde had de oversteek twaalf dagen geduurd.. Het had een haartje gescheeld of het schip was vergaan. “den 18e december waren wij ´s middags tussen twaalf en een uur in een zinkende staat, de zee brandde over het schip, de boot sloeg uit zijn plaats en alles wat op het dek lag” aldus het verslag van de kapitein. Het schip maakte zwaar water en men besloot op het strand aan te houden, maar met veel moeite en inspanning slaagde de bemanning erin het schip tijdig lens te krijgen. Bij een inspectie bleek, dat err water naar binnen kwam door de pijp
van het “Huize”.041-p.90
De brigantijn “Komeet” onder kapitein H.F.Zeylstra vertrok op 17 december 1849 uit Freat Yarmouth en bereikte via Kaap Hoorn op 16 april 1850 Valparaiso. Via dezelfde route kwam het schip op 15 november 1851 terug in Amsterdam.121
Familiegegevens en opleiding
Geert Enne Swart werd geboren te Hamburg op 31 januari 1808.
Hij was getrouwd met Janke Lammerts Swart, geboren te Amsterdam op 06 oktober 1812.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 17/24 juli 1849 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Geert E.Swart, oud 40 jaar, voerend de brigantijn “Bramspunt”, op voordracht van kapitein K.L.Swart.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 07 augustus 1849. Bedankt 1861003. Ten tijde van de inschrijving waren Swart en zijn vrouw 41 en 37 jaar002a.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
800 1849-1850 brigant. Bramspunt A.A.Roepel
1851 geen vermelding van schip en boehhouder
1852 bark Suriname C.E.Smit te Koog aan de Zaan
1853 stoomsch. Graaf van Rechteren geen opgave
413 1854-1855 stoomsch. Graaf van Rechteren idem
1856 stoomsch. West-Friesland idem
1857-1858 stoomsch. Anna Paulowna Kon.Nederl.Stoomb.Maatschappij
1859-1860 stoomsch. Willem III idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
G.E.Swart Willem III 01 maart 1860 08 decembert 1860
Bouma025 vermeldt G.E.Swart als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1851 van de sch.brik “Braamspunt”, ex Gouverneur van Sytzama, gebouwd in 1841 te Woudsend, 191 ton o.m., varend voor A.A.Roepel, thuishaven niet vermeld. Het schip voer in 1852 voor D.J.van Oldenborgh te Dordrecht en was herdoopt in “Eensgezindheid”;
* 1853 op het 3/m schip “Suriname”, gebouwd in 1816, bouwplaats niet vermeld, 240 ton o.m., varend voor C.E.Smit te Koog aan de Zaan;
* 1856 van de stoomboot “West-Friesland”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 270 ton o.m., varend voor de Gebr. van Hasselt te Kampen. Het schip werd in 1861 herdoopt in “Twenthe”;
* 1854 t/m 1861 van het ijzeren stoomschip “Graaf van Rechteren”; gebouwd in 1851, bouwlocatie niet vermeld, 189 ton o.m., geen vermelding van reeder en thuishaven;
vaarperiode klopt niet met de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor.
* 1861 van het schroefstoomschip “Willem III” ex Normandie, gebouwd in 1855 te Seyne, 680 o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
* 1858 t/m 1859 van het schr.stoomschip “Anna Paulowna”, gebouwd in 1857 te Dumbarton, 441 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C. de Goede als gezagvoerder gedurende:
* 1852 van de galjoot “Eensgezindheid” ex Braamspunt, ex Gouverneur Baron van Sytzama, gebouwd in 1841 te Woudsend, 191 ton o.m., varend voor D.J. van Oldenborgh & Zn te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Albert Kruizinga werd geboren te Veendam op 23 januari 1813 als zoon van de schipper Albert Pieters Kruizinga en Jakobje Jakobs.
Albert Kruisinga trouwde op 27 december 1843 te Veendam als zeeman met Jeltje Jans Vos, geboren te Veendam 02 juli 1814 als dochter van de zeeman, later schipper, Jan Lammerts Vos en Geessien/Geesjen Hendriks. Jeltje overleed op 01 januari 1901 te Stadskanaal, 86 jaar, weduwe.
Geen overlijdensakte van Albert gevonden maar wellicht te Dordrecht.
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Albert Kruisinga/Kruizinga vermeld als zeeman in 1843, 1844, als schipper in 1847, 1849, 1853, 1855.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.A.Kruisinga was met volgnummer 59 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 26 oktober 1849 t/m 1859. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de kof “Vrouw Neeltje”.064a.
A.A. Kruisinga was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 110 in 1858
A.A. Kruizinga was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummerZ6 resp. 145 in de periode 1851 t/m 1858
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 21 november 1849 de storting van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college door A.A.Kruisinga.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat A.A.Kruisinga als gezagvoerder064a:
* 1850 kof “Vrouw Neeltje” boekhouder Klerk & Voogd te Dordrecht
* 1852 t/m 1855 galjoot “Eensgezindheid” boekhouder J. van Oldenborgh & Zn te Dordrecht
* 1856 t/m 1857 bark “Sphynx” boekhouder J. van Oldenborgh & Zn te Dordrecht
* 1858 t/m 1859; geen vermelding van een schip
Bouma025 vermeldt A.A.Kruisinga als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1851 van de kof “Vrouw Neeltje”, gebouwd in 1826 te Lemmer, 155 ton o.m., varend voor Klerk & Voogd te Dordrecht;
* 1853 t/m 1854 van de galjoot “Eensgezindheid” ex Braamspunt, ex Gouverneur Baron van Sytzama, gebouwd in 1841 te Woudsend, 191 ton o.m., varend voor D.J. van Oldenborgh & Zn te Dordrecht;
* 1856 t/m 1857 van de bark “Sphynx”, gebouwd in 1846 te Dordrecht, 263 ton o.m., varend voor F.& J.van Wageningen te Dordrecht. Het schip voer in 1858 voor J. van Oldenborgh & Zn te Dordrecht maar Bouma vermeldt geen gezagvoerder.
In de Almanak voor Zeevarenden 1852, vermoedelijk uitgegeven door het college “Eendracht” te Groningen en aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat in de ledenlijst van het Veendammer zeemanscollege kapitein A.A.Kruizinga met vlagnummer Z6 als gezagvoerder van de “Vr. Neeltje”.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
* 27 januari 1836, schip “Jantiena Annechiena”, schipper Hindrik Geuchies Sap. Voorts stuurman, kok, volmatroos Albert Alberts Kruisinga en een lichtmatroos.
* 13 februari 1839, kof “Jonge Tamming”, schipper Pieter Jans Bakker. Voorts stuurman Albert Alberts Kruisinga en een kok.
* 21 februari 1841, kof “Jonge Tamming, schipper Pieter Jans Bakker. Voorts stuurman Albert Alberts Kruisinga, kok en een matroos.
Overige bijzonderheden
Op 9 juli 1855 (Monsterrol nr.1698 in het Gemeentearchief te Dordrecht) is hij kapitein opde bark “Sphynx”, 139 last, gebouwd in 1846 op de werf van Jan Schouten met als reder Joan v Oldenborgh en vertrekt met 11 man naar Brazilie via Cardiff.064
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Roelof Nieuwzwaag was in de periode 19 december 1856 t/m 1860 met vlagnummer 97 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de brigantijn “Eensgezindheid” onder directie van J. van Oldenborgh en Zonen. 064a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat Roelof Nieuwzwaag als gezagvoerder064a:
1857 t/m 1859 brigantijn “Eensgezindheid boekhouder J. van Oldenborgh & Zonen te Dordrecht
Bouma025 vermeldt R.Nieuwzwaag als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van de galjoot “Eensgezindheid” ex Braamspunt, ex Gouverneur Baron van Sytzama, gebouwd in 1841 te Woudsend, 191 ton o.m., varend voor T.Teves & Co te Harlingen.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Lieuwe Holstein werd geboren op 01 augustus 1822 te Harlingen als zoon van Jan Holstein en Hinke Lammerts van der Woude Het kind werd erkend bij het huwelijk van de ouders d.d. 7 februari 1833; de ouders in de kantmelding van de akte vermeld als "Jan Lieuwes Holstein" en "Hinke Namles van der Woude".
Lieuwe Holstein huwde te Harlingen op 24 november 1842 met Sjouwkje Zijlstra, geboren te Harlingen op 15 juli 1824 als dochter van Robijn Zijlstra en Wemeltje Hogenburg.
In Tresoar geen overlijdensgegevens van het echtpaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.J.Holstein werd op 01 juli 1851 met vlagnummer 23 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Friesland", boekhouders Barend Visser & Zn. Zijn contributie werd betaald door zijn vrouw Sjouwkje Robijn Zijlstra, geboren 15 juli 1824. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 4 kinderen: Hinke (05 december 1842), Wendelina (06 december 1845), Anna (22 november 1848) en Jan (02 september 1850)028-fol.023.
Hij was met vlagnummer 23 lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg in de periode 1851-1863034.
L.J.Holstein was effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlagnummer R249 in de periode 1847/1848 – 1859.058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H23/R249 1849-1852 bark galj. Friesland(Vriesland) Barend Visser & Zn, Harlingen
1855-1857 kof Vriendschap kap/eigenaar, Harlingen
1859 brigt. Eensgezindheid T.Teves & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt L.J.Holstein als gezagvoerder gedurende:
* 1852 van de bark/galjoot “Vriendschap”, gebouwd in 1840 , bouwplaats niet vermeld, 303 ton o.m., varend voor Barend Visser & Zn te Harlingen;
* 1856 t/m 1858 van de kof “Vriendschap”, gebouwd in 1805 te Joure, 96 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Harlingen;
* 1859 t/m 1860 van de galjoot “Eensgezindheid”, ex Braamspunt, ex Gouverneur Baron van Sytzama, gebouwd in 1841 te Woudsend, 191 ton o.m., varend voor T.Teves & Co te Harlingen.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Zal lid gewees zijn van het Harlinger zeemanscollege “Zeemansvoorzorg”
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
geen 1861 brigt. Eensgezindheid (ex Braamspunt, T.Teves & Zn, Harlingen
ex Goeverneur van Sytzama)
Bouma025 vermeldt W. & D.de Jong als gezagvoerder gedurende:
* 1861 van de galjoot “Eensgezindheid´, ex Braamspunt, ex Gouverneur Baron Sytzama, gebouwd in 1841 te Woudsend, 191 ton o.m., varend voor T.Teves & Co te Harling.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Auke Haaijer werd geboren te Oude Pekela op 03 juli 1814 als zoon van de arbeider Franz Willems Haaijer en Geessien Aukes Ommes.
Auke trouwde (volgens de overlijdensakte van Auke) met Martha Tijssens Bakker die op 03 augustus 1844 te Nieuwe Pekela overleed, 32 jaar. “echtgenoot is zeeman van beroep”
Auke hertrouwde te Nieuwe Pekela op 27 januari 1847 als zeeman met Aaltje Jannes de Jonge, geboren op 07 oktober 1806 te Nieuwe Pekela als dochter van de winkelier Jannes Lammerts de Jonge en Harmke Hindriks Naatje. Aaltje overleed op 16 maart 1879 te Nieuwe Pekela, 73 jaar., met als echtgenoot Auke Haijer..
Auke overleed op 25 juni 1893 te Nieuwe Pekela, 78 jaar, zonder beroep.
Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen vermelden Auke Haaijer als touwslagersknecht in 1841, zeeman in 1844, 1847, als schipper in 1857 en zonder beroep in 1893.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.F.Haaijer werd per 12 februari 1861 met vlagnummer H69 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Alida Theodora", boekhouder W.van Schouwenburg. Er zijn geen verdere bijzonderheden vermeld028-fol.092.
Hij was met vlagnummer 69 lid van het College in de periode 1861-1873034.
A.F. Haaijer was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 96 in de periode 1852 t/m 1878.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lid van het Harlinger college Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H69/NP96 1861-1862 brigt. Alida Theodora (ex Eensgezindheid, ex H.van Schouwenburg, Harlingen
Braamspunt, ex Gouverneur Baron van Sytzema
1864-1869 sch.bark Chronos (ex Anna Elise) T.Teves & Co, Harlingen
Bouma025 vermeldt A.F.Haijer (sic)/Haayer als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1860 van de kof “Goede Hoop”, gebouwd in 1826 te Pekela, 139 ton o.m., varend voor C.M.Nap te Groningen;
* 1861 t/m 1863 van de schoenerbrik “Alida Theodora” ex Eensgezindheid, ex Braamspunt, ex Gouverneur Baron van Sytzama, gebouwd in 1841 te Woudsend, 191 ton o.m., varend voor H.van Schouwenburg te Harlingen. Het schip is in april 1863 verongelukt op Lasoe;
* 1864 t/m 1870 van de schoenerbrik “Chronos” (ex Anna Elise), gebouwd in 1844 te Elsfleth, 150 ton o.m., varend voor T.Teves & Co te Harlingen. Het schip stootte in 1870 op een wrak en is gezonken.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
09 februari 1842, kof “Diana”, schipper Reinder Hendriks Duit, stuurman Auke Fransens Haayer
07 februari 1863, brigantijn “Alida en Theodora”, kapitein Auke Franssens Haaijer, 48 jaar uit Nieuwe Pekela.
19 februari 1864, schoener “Chronis”, kapitein Auke Franssens Haaijer, 49 jaar uit Nieuwe Pekela.
08 februari 1866, schoener “Chronos”, kapitein Auke Fransens Haaijer, 51 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
Op een expositie in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen070 werd een schilderij getoond van de sch.brik “Chronos” uitgaan de Texel. Het werd in 1869 geschilderd door J.Spin. Het schip werd gebouwd in 1844 te Elsfleth, 150 ton. In 1864 - 1870 was de schipper Auke Franssens Haaijer, geboren te Oude Pekela in 1814 en overleden in Nieuwe Pekela in 1893. Hij was lid van het Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg met vlagnummer 69 en had als reeder T.Teves & Co te Harlingen.
Dit portret maakt deel uit van de permanente expositie in het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela.
In de Harlinger Courant van 08 april 1863 staat het volgende bericht.096:
“Zondag werd alhier het treurige berigt ontvangen uit Lessö, dat aldaar den 27 Maart gestrand was het alhier te huis behoorende bregatijn-schip Alida & Theodora, kapt. A.F.Haaijer. De equipage is behouden, doch het schip totaal verloren.`
“NRC 14-05-1870. Vlie, 13 mei 1870. De schoener CHRONOS, kapt. Haayer, naar Noorwegen bestemd, heeft hedennamiddag bij het uitzeilen even buiten het Noordoostgat op een wrak gestoten en is gezonken. de Equipage is gered.”077
Het Kapiteinshuis te Nieuwe Pekela verkreeg in 2002 een “Geelkoperen koker voor scheepspapieren met gewelfd deksel. Eens gebruikt door Auke Fransens Haaijer (1814-1893), schipper van de Chronos.”
Jaarverslag 2002 Kapiteinshuis.
In december 2011 zond het Kapiteinshuis een nieuwjaarsbericht met een deel van de foto van de “ Chronos”. Uit dit bericht neem ik het volgende over:
De “ Chronos” onder kapitein Haaijer voer voornamelijk op Noorwegen en op Duitse en Russische havens aan de Oostzee. Volgens een attest zonk de Chronos, met ballast geladen op reis naar Moss, een haven aan de Oslofjord, op 13 mei 1870 “ tengevolge van hevig en herhaaldelijk stoten in de Noordzee nabij het Noordoostgat van het Vlie”. De bemanning wist zich te redden. Schipper Haaijer bleef sindsdien aan de wal.
In 1867 maakte de Chronos drie reizen. Op 27 maart vertrok het schip uit Amsterdam met bestemming Memel, vanwaar het eind mei in Amsterdam terugkeerde. Op 19 juni zeilde de Chronos door het Vlie voor een reis naar Riga. Op 21 augustus was het schip terug en meerde toen aan in de haven van Harlingen. Er was nog juist tijd voor een niet te verre tocht en zo voer schipper Haaijer begin september ten derde male dat jaar het zeegat uit, nu met einddoel Frederikstad, een andere houthaven op de rechter oever van de Oslofjord. Een drie weeek later, op 22 september, was hij al weer in Harlingen terrug.
Op 12 februari 1861 kocht Auke Francis Haayer, wonende te Nieuwe Pekela het brigantijnschip “De Eensgezindheid” voor f 6595 van Teves Jans Teves te Harlingen via notaris Michiel Goslingste Harlingen (Minuutakten 1861, repertoire 050045 aktenummer 00014)
|