Familiegegevens en opleiding
Jan Berends de Jonge werd geboren ca. 1811 te Nieuwe Pekela (geen akte gevonden) als zoon van`de schipper Barend Joestens de Jonge en Arentje Hindriks Veldkamp.
Jan trouwde op 19 januari 1841 te Nieuwe Pekela als schipper met Gesina Fikkes Apveld, geboren op 24 december 1812 te Amsterdam als dochter van schipper Fikke Berends Apveld en Hillgien Jans Kip. Gesina hertrouwde met Jan Jans van Driesten. Gesina overleed op 07 februari 1884 te Nieuwe Pekela, oud 71 jaar, weduwe.
Jan Berends overleed op 31 mei 1874 te Nieuwe Pekela, 65 jaar, zonder beroep.
Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Jan Berends de Jonge als schipper in 1841, 1844, 1846, 1848, 1850, 1851, 1852. 1855, 1857, 1858, rustend schipper in 1868, 1870, rentenier 1873 en zonder beroep in 1874.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
J.B. de Jonge was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 83 in de periode 1852 t/m 1866.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.B. de Jonge als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1848 van de kof “Geziena Jantina”, ex Geziena, gebouwd in 1827, bouwlocatie niet vermeld, 100 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1849 t/m 1860 van de kof “Geziena Jantina”, gebouwd in 1843 te Hoogezand, 92 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip voer in 1861 voor kapitein/eigenaar J.W.Bos en was herdoopt in “Catharina Lutgardina”;
* 1861 t/m 1865 van de schoenerbrik “Geziena”, gebouwd in 1860 te Hoogezand, 182 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
20 februari 1821, smak “Goede Hoop”, kapitein Beerend Joostens de Jonge, scheepsjongen Jan Berends de Jonge uit Nieuwe Pekela.
25 februari 1822, smak “Goede Hoop”, kapitein Berend Joestens de Jonge, scheepsjongen Jan Berends de Jonge uit Nieuwe Pekela.
Geen datum, 1824, smak “Goede Hoop”, schipper Berend Joestens de Jonge, lichtmatroos Jan Berends de Jonge uit Nieuwe Pekela.
Geen datum, 1827, kof “Twee Gebroeders”, kapitein Wolter Roelfs Luikens, matroos Jan Berends de Jonge, uit Nieuwe Pekela.
04 maart 1830, schip “Goede Hoop”, kapitein Hindrik Berends de Jonge, stuurman Jan Berents de Jonge uit Nieuwe Pekela.
10 mei 1844, schip “Geziena Jantiena”, kapitein Jan Berends de Jonge .
18 februari 1854, schip “Geziena Jantiena”, kapitein Jan Berends de Jonge , 45 jaar uit Nieuwe Pekela.
03 maart 1855, kof “Geziena Jantiena”, kapitein Jan Berents de Jonge , 47 jaar uit Nieuwe Pekela.
16 februari 1856, kof “Geziena Jantiena”, kapitein Jan Berends de Jonge , 47 jaar uit Nieuwe Pekela.
28 februari 1857, kof “Geziena Jantiena”, kapitein Jan Berends de Jonge , 48 jaar uit Nieuwe Pekela.
15 naart 1858, kof “Geziena Jantiena”, kapitein Jan Berends de Jonge , 49 jaar uit Nieuwe Pekela.
26 januari 1859, kof “Gezina Jantina”, kapitein Jan B. de Jonge, 50 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
“Op 13 nov. 1852 is door mij, J.H. de Weerd, burgemeester en ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de gemeente Nieuwe Pekela ontvangen een brief van de Heer Minister van Marine van 10 nov. 1852, nr. 79, met daarin gesloten een overlijdensakte van de volgende inhoud: Op grond van het stedelijk overlijdensregister wordt hierdoor ambtshalve verklaard, dat het dochtertje van de scheepskapitein, de heer Jan Berends de Jonge, genaamd Arentina Hillechina, in de ouderdom van 11 maanden, op het schip “Jantina Gezina” van Nieuwe Pekela, alhier op 31 mei 1852, aan kramp is overleden en op 2 juni van hetzelfde jaar op het Neu Russgärtsche kerkhof is begraven.
Was getekend: Laudien, Archidiaken.”115
Kennelijk zijn de namen van het schip omgewisseld. Zie bij Bouma025
Ingekomen stukken Nieuwe Pekela – 1853.
Akte in het Deens met lakzegels. Brief van 26 juni 1853 van de St.Olaikerk betreffende het overlijden en begraven op het kerkhof van Helsingör van Arentina Jans de Jonge, dochter van de scheepskapitein Jan Berends de Jonge, voerende het schip “Gezina Jantina” van Pekela in de leeftijd van zeven maanden en 20 dagen, overleden op 18 juni 1853.115
Familiegegevens en opleiding
De familienaam Bos wordt niet behandeld in “Schiermonnikoger Geslachten” van H.D.Teensma. Ook wordt er geen J.W.Bos of één van de hierna te noemen schepen genoemd in “Veenkoloniale Zeevaart” van W.van Koldam c.s. Veendam 1979. Vanwege de algemeenheid van de naam is een identificatie zeer onzeker.
Tresoar geeft een Johannes Willems Bos (dus initialen J.W.), geboren op 05 oktober 1853 te Tjietjerkesteradeel als zoon van Willem Hendriks Bos en Geeske Johannes de Haan.
Hij trouwde op 13 januari 1887 te Tjietjerksteradeel met Grietje Gjalts Hoekstra. Grietje is overleden te Tjietjerksteradeel op 17 maart 1923.
Johannes overleed op 12 januari 1931 te Groningen als weduwnaar op de leeftijd van 77 jaar (overlijdensakte te Tjietjerksteradeel.)
Is dit de gezochte J.W.Bos? Het lijkt ons onwaarschijnlijk vanwege de late huwelijksdatum in relatie tot de vaarperioden. Zeer wel mogelijk dat het hier geen Friese kapitein betrof.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.W.Bos was met vlagnummer 10 in de periode 1882 t/m 1886 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
J.W.Bos uit Appingedam was van 1870 t/m 1880 gezagvoerder/eigenaar van de 2/m schoener “Catharina Lutgardina” (ex Venus, ex Anna en Arnoldina), gebouwd in 1850 te Nieuwedam, groot 79 last, 136 ton o.m. Het schip werd in 1869 verkocht aan J.W.Bos te Appingedam voor een onbekende prijs. Het schip strandde in 1880 bij Hirtshals, Denemarken048.
Bouma025 vermeldt J.W.Bos als gezagvoerder gedurende:
-
1861 t/m 1869 van de kof “Catharina Ludgardina” ex Geziena Jantina, gebouwd in 1843 te Hoogezand, 92 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Appingedam;
-
1870 t/m 1880 van de 2/msch “Catharina Lutgardina” ex Venus, ex Anna Arnoldina, gebouwd in 1850 te Nieuwendam, 148 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Appingedam. Het schip is in 1880 gestrand bij Hirtshals;
-
1882 t/m 1887 van de sch.kof “Lambertha”, gebouwd in 1862 te Hoogezand, 137 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Appingedam. Het schip zou op 07 september 1887 te Mandal lek zijn binnengelopen; gegevens Luc Heyboer via Marhisdata.
-
1888 van hetzelfde schip maar nu varend vanuit Groningen. Het schip werd in 1888 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
Op 31 maart monsterde Derk Brouwer als scheepsjongen aan op dit schip voor een reis van Delfzijl naar Kragerö, Noorwegen om een lading hout te halen. Na enkele dagen stak een hevige storm op, waarbij men voor behoud van het schip vreesde. Een dichtbijzijnd schip, de “Alberdina” onder kapitein Augustinus Wollkammer uit Farmsum, is kort daarna in dezelfde storm vergaan (zie bij Wollkammer). De “Catharina Ludgardina” echter kwam teslotte, zwaar gehavend in de Noorse haven aan048.