AH 061247
Aan de Redactie van het Handelsblad. Dat dikwijls een averij te Delfzijl- op een totaal verlies voor den koopman over zijne ingeladene goederen uitloopt, daarvan moge het onderstaande tot voorbeeld dienen. Het tjalkschip VROUW RENSKE, gevoerd door kapt. Jan Lubberls Nieland van Brederode , van de Nieuwe Schans, heeft van den 2den tot den 24 sten April 1847, te Amsterdam ingenomen een lading stukgoederen, bestemd naar Hamburg, is den 29 sten dito van deze stad vertrokken, en arriveerde over de Lemmer en Groningen , den 7den Mei te Delfzijl, den 9den dito van daar de reis vervolgende, was het schip om half 11 ure, des voormiddags, toen men reeds besloten was, om naar de Ley aan te houden, aan de monding van dien, op een ondiepte aan de grond geraakt, waarop men de loodsschuit de EEMSSTROOM, gevoerd door W. W. Kleindijk en A. de Ruiter, tot adsistentie aannam , en aldus bijgestaan, met lek schip naar Delfzijl terugkeerde; de heren P. Stratingh en C°. werden door de kapt. tot zijne correspondenten aangenomen, met dat ongelukkige gevolg, dat onder HEd. toezicht en bijstand, aan de kapt. tot het beheer der averij gedurende de vertimmering van het schip de gezamenlijke uitgaven met al de gerechtelijke formaliteiten, zo hoog zijn geloopen, dat men nadat reeds een klein gedeelte der lading, uithoofde van beschadigdheid, verkocht was geworden, ook tot de verkoop van het niet onbelangrijke overige deel der lading is overgegaan, om al de onkosten, en de aan bovengenoemde loodsen toegekende hulplonen te kunnen voldoen. Volgens de overgelegde documenten is alleen om het schip van de grond te brengen ƒ825, voor hulploon betaald geworden, voege hierbij de kosten van arbitrale uitspraak ƒ185.15, regiskosten ƒ 81.01 , kantongerechte en gerechtelijke kosten ƒ252.67, notaris ƒ93.03, gemeriieerd salaris om tot de verkoop te komen en 2 pCt- van de verkoop ƒ85,98, arbeidsloon om het scheepje te lossen ƒ 50.70, pakhuishuur ƒl00, aan den Hr. B. Bulsing te Groningen provisie voor aanvraag tot bodemary, welke evenwel niet verstrekt is geworden over circa ƒ2500, 2 pCt. met briefporto. ƒ51.80, ko.t en maandgelden voor de ekwipaadje f 554, niet gejustificeerd, de heren correspondenten van den schipper f 150, enz., enz. De lading heeft bij publieke verkoop slechts opgebracht bruto fl 2699.66 en het schip is in de beschadigde slaat getaxeerd op fl 650. De reis, dus te Delfzijl geëindigd zijnde, zo heeft de kapt. zijne volle vracht verdiend; minder gelukkig is het lot der eigenaren van de lading, welke door deze avarijzaak van hunne goederen verstoken zijn geworden, en zich een tolaal verlies moeten laten welgevallen. Al deze omstandigheden in aanmerking nemende dan is het te wensen, dat heren kooplieden bij het verzenden van goederen naar en van Hamburg en Bremen, daartoe aannemen zulke schepen en kapiteins, welke de reis over zee kunnen volbrengen; zij zullen alsdan met het ongeval ondervinden van hunne goederen alleen aan extra hulploon, averij en onkosten en provisien te zien verloren gaan. Assuradeuren van bovengemelde lading. Amsterdam , december 1847.
|