Familiegegevens en opleiding
Adrianus Gersen woonde op de Prins Hendrikkade (Buitenkant) 45 te Amsterdam. Hij werd geboren op 31 augustus 1814 te Nijkerk en was Nederduits Hervormd.098.
Adrianus Gersen werd geboren te Nijkerk op 31 augustus 1814.
Hij trouwde met Cornelia van Ameyden van Duym, geboren te Rotterdam op 21 maart 1819 en overleden 21 december 1893.
A.Gersen overleed in 1865. Bij zijn overlijden werd als woonplaats Rotterdam vermeld.003 en 118
Adrianus Gersen werd op 31 augustus 1814 geboren te Nijkerk. Ten tijde van zijn inschrijving aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 30 augustus 1828 was zijn vader, Gerrit Jan Gersen, stadskostschoolhouder te Alkmaar. Zijn moeder was Cornelia Petronella van der Voorn. Adrianus was gereformeerd en 156 dm lang. Per 01 januari 1829 werden er omtrent zijn vorderingen 3-maandelijkse rapporten bijgehouden over de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts worden de volgende bijzonderheden vermeld:
6 augustus 1829 "bekomt de Prijs voor de Fransche Taal zijnde Simond Voyage en Italie".
6 augustus 1830 "bekomt den Prijs der 2de klasse Zeevaartkunde zijnde: Oostkamp, Nederlandsche zeereizen 2 deelen".
21 maart 1831 "door predikant Weyland aangenomen als lidmaat der Ned.Hervormde Gemeente".
05 augustus 1831 "bekomt den hoogsten Prijs der Hoogste Classe Zeevaartkunde zijnde de Octant".
31 oktober 1831 "geplaatst als ligtmatroos op het schip Zorgvuldigheid Capt. E.D.Decker (is Engel Douwes Dekker) naar Surinamen voor Amsterdam - Gagie ¦10,-".
11 juli 1832 "terug van de reis met goede attestatie"
18 juli 1832 "eervol ontslagen"004(532/1648).
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Gersen werd met nr.740 lid van Zeemanshoop per 20 oktober 1846 op voorspraak van J.A.de Haas. Zijn schip was de "Regina"002. Ten tijde van de inschrijving was Gersen ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van 13/20 oktober 1846 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Adrianus Gersen, oud 32 jaar, gaan voerend de in aanbouw zijnde bark “Regina”, wonend te Maassluis, met als adres en op voordracht van kapitein J.A.de Haas te Amsterdam.023.
Hij werd per 28 juni 1853 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
A.Gersen was met vlagnummer R243 in de periode 1847/48 t/m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart068.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 25 juli 1865 staat vermeld dat per 01 mei 1865 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. A.Gersen geb. van Ameyden van Duym voor haar en 3 kinderen.023.
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1865 is overleden058.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
740 1846-1852 bark Regina A.Ahlers Jr
1853 geen opgave van schip en boekhouder
362 1854-1864 bark Lammiena Elisabeth Reuchlin, Moll & Dutilh te Rotterdam
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat dat kapitein A.Gersen met vlagnummer R243 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 de bark “Regina” 250 last Ahlers & Co te Amsterdam
* 1855, 1858, 1859, 1862, 1863 de “Lammina Elizabeth” 336 last Reuchlin, Moll & Dutilh te Rotterdam
* 1864 geen vermelding van schip en reeder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.Gersen Lammina Elisabeth 11 oktober 1860 07 september 1861
Lammina Elisabeth 11 juni 1862 niet vermeld
Lammiena Elisabeth geen melding 16 mei 1863
Bouma025 vermeldt A.gersen als gezagvoerder gedurende:
* 1847 t/m 1853 van de bark “Regina”, gebouwd in 1846 te Maassluis, 473 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1854 t/m 1863 van de bark “Lamiena Elisabeth”, gebouwd in 1853 te Kinderdijk, 637 ton o.m., varend voor Reuchlin, Moll & Dutilh te Rotterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Ingerman werd geboren op 05 december 1823 te Amsterdam als zoon van kapitein Jan Ingerman en Maria Andriessen. (zie aldaar)
Hij trouwde te Amsterdam op 24 november 1859 met Anna Clara Uckerman, geboren te Amsterdam op 25 oktober 1831 als dochter van Biedericus Franciscus Uckerman en Anna Barendina Batelt, Zij overleed te Amserrsfoort op 20 december 1827, 96 jaar oud. Uit het huwelijk werden 2 dochters geboren.
Cornelis overleed te Haarlem op 17 oktober 1878.
Ontleend aan Parenteel Ingerman via “familie Ingerman”, Google
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Ingerman werd met nr.888 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juli 1852 op voorspraak van J.A.de Haas. Zijn schip was de "Komeet". Heeft bedankt als lid002. Ten tijde van Ingerman 28 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 29 juni/06 juli 1852 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Cornelis Ingerman, oud 28 jaar, voerend de brik “De Komeet”, op voordracht van kapitein J.A.de Haas.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
888 1852 brik de Komeet W.C.Versluijs te Rotterdam
1853 bark Regina A.Ahlers Jr
494 1854 bark Regina idem
1855-1857 bark Regina J.J.Marlof
1858 geen opgave van schip en boekhouder
1859-1861 bark Trijntje Fenna G.H.Stoltenberg & Zn te Rotterdam
1862 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
C.Ingerman Trijntje Fenna 22 maart 1860 08 november 1861
Bouma025 vermeldt C.Ingerman als gezagvoerder gedurende:
* 1853 van de brik “Komeet”, gebouwd in 1849 aan de IJssel, 184 ton o.m., varend voor W.C.Versluys te Rotterdam;
* 1854 van de bark “Regina”, gebouwd in 1846 te Maassluis, 473 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam;
* 1855 t/m 1858 van hetzelfde schip maar nu varend voor Marlof & Zn te Amsterdam;
* 1860 t/m 1861 van de bark “Trijntje Fenna”, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 585 ton o.m., varend voor G.H.Stoltenberg & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant van half januari 1853 (exacte datum niet vermeld op de fotokopie) staat onder de rubriek SCHEEPSBERICHTEN het volgende096:
“FALMOUTH 2 Februarij Het alhier van Buenos Ayres geariveerde Hollandsche schip Komeet, kapt. Ingerman, heeft den 26 Januarij, op 46oN.Br. en 42o W.L. eene stortzee overgekregen, waardoor de luiken ingeslagen en twee man over boord gevoerd zijn, zoo mede heeft men de kombuis daarmede verloren.”
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was C.Ingerman van de bark “Regina”104.
NRC 10februari 1853
Falmouth, 6 februari. De Nederlandse brik KOMEET, kapt. Ingerman (zie ons nummer van de 6e dezer) heeft behalve de reeds opgegeven schade ook nog de fokkemast gekraakt. Dezelve is heden in de haven gebracht.
NRC 26 augustus 1853
Rotterdam, 25 augustus. Volgens de Engelse bladen lagen l.l. zaterdag te London niet minder dan 17 Nederlandse bodems naar verschillende havens van Australië bevracht, als:… Naar Adelaïde:… REGINA (276 ton), kapt. C. Ingerman…
NRC 06 november 1853
Falmouth, 2 november. De Nederlandse schepen REGINA, kapt. Ingerman, van Londen naar Adelaide, en SUMATRA, wijlen kapt. Keeman, van Dordrecht naar Liverpool bestemd, zijn hier beiden heden binnengelopen, eerstgenoemde heeft de zeilen verloren, en op de laatstgenoemde is de gezagvoerder overleden.
NRC 15 februari 1854
Advertentie. C. Ament, makelaar, zal op maandag de 27e februari 1854, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ, ten overstaan van de notaris J.A. Hoog verkopen een extraordinair welbezeild, kopervast en gekoperd schoenerschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd NEPTHUN, gevoerd door kapt. R.S. Molenaar, volgens Nederlandse meetbrief lang 19 ellen, wijd 4 ellen 30 duimen, hol 2 ellen 56 duimen (opm: 19,00 x 4,30 x 2,56 m.) , en alzo gemeten op 95 tonnen of 50 lasten. Breeder volgens inventaris.
Wijders twee aandelen, ieder groot 1/30 part in het gekoperd barkschip REGINA, kapt. C. Ingerman, groot 250 gemeten lasten, thans op reis van Londen naar Australië. Nader bericht bij bovengemelde makelaar.
NRC 29 juni 1854
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende … schepen, als:… Voor Amsterdam:… REGINA, kapt. C. Ingerman;…
NRC 02 december 1854
Hongkong 9 oktober. Het Nederlandse barkschip REGINA, kapt. Ingerman, hetwelk de 3e dezer van hier naar Amoy vertrok, is eergisteren met schade aan zeilen en tuig geretourneerd. De kapitein dacht binnen een paar dagen klaar te zijn om de reis opnieuw te aanvaarden.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Lelijvelt werd met vlagnummer 734 effectief lid van "Zeemanshoop" per 01 december 1857 op voorspraak van J.H.Schippers. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Regina". Toegevoegd is "bedankt"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 24 november/01 december 1857 is vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Johannes Lelijveld, oud 30 jaar, voerend de bark “Regina”, adres bij Nobel & Holtzapffel te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Schippers.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
734 1857-1859 bark Regina J.J.Marlof & Zn
1860-1864 bark Jan Hendrik idem
1865 geem vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt J.Lelyvelt als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1860 van de bark “Regina”, gebouwd in 1846 te Maassluis, 473 ton o.m., varend voor Marlof & Zn te Amsterdam. Het schip voer in 1861 voor J.Holzapfel te Amsterdam en was herdoopt in “Celebes”;
* 1861 t/m 1865 van de bark “Jan Hendrik”, gebouwd in 1847 te Maassluis, 614 ton o.m., varend voor J.J.Marlof te Amsterdam. Het schip voer in 1866 voor N.Brantjes te Purmerend en was herdoopt in “Houtvaart”.
Overige bijzonderheden
Op 4 januari 1862 onderzocht de Raad voor Tucht bij de koopvaardij “eene zaak van klagten van den Heer E.van Duijn, rustend koopvaardijschipper, namens zijnen zoon J. van Duijn Ez.”. Zoon van Duijn had gevaren had als 2de stuurman gevaren op het barkschip “Jan Hendrik” onder kapitein J.Lelijvelt.
Vader van Duijn voerde in zijn klacht tegen kapitein Lelijvelt drie punten van beschuldiging aan: het ontslag van zijn zoon als ede stuurman uit scheepsdienst, daarna uitgesproken degradatie tot matroos en het uiteindelijk van boord verwijderen door de politie in Macao.”
“In het aan de Raad overgelegde journaal van de ‘Jan Hendrik’ stond dat de kapitein zijn 2de stuurman op 2 april 1861 wegens brutaliteit en onbekwaamheid uit zijn rang had ontslagen. De onbekwaamheid had te maken met het niet opvolgen van orders van de ‘opperstuurman’. Daardoor was ‘emballage’ nat geworden en werden goederen in een ‘wanne staat’ uitgeleverd. Samengevat kwam de weergave van het gebeurde door kapitein Lelijvelt erop neer dat Van Duijn eerst werd gedegradeerd van stuurman tot matroos (dus uit zijn functie werd ontheven), die degradatie weigerde te aanvaarden waarna ontslag en verwijdering van boord volgde.”
De Raad kwam tot de conclusie dat volgens getuigen Van Duijn zeker bekwaam was om als 2de stuurman te varen. De beschuldiging van verregaande brutaliteit was overeenkomstig de waarheid “maar de Raad voegde daaraan toe dat dit wangedrag de kapitein niet de ‘magt verleend’ tot afdanking uit scheepsdienst, of afzetting tot mindere rang. Hij had de bij de (Tucht)wet voorgeschreven straffen behoren toe te passen.” De verwijdering door de politie in Macao “kwalificeerde de Raad als misdragingen van de kapitein ten opzichte van de gewezen stuurman J. van Duijn in de zin van de Tuchtwet en schorste Lelijvelt voor een periode van zes maanden.” Het vervolg op deze zaak kende een uitgebreid judridisch steekspel tussen kapitein Lelijvelt en de Raad. Immers:
Op uitspraken van deze Raad was geen hoger beroep mogelijk. De enige mogelijkheid tot verweer was het indienen van een gratieverzoek. “In 1862 stuurde de door de Raad geschorste gezzagvoerder van het barkschip “Jan Hendrik” een gratieverzoek naar de Kroon.” Dit verzoek was gedateerd 22 maart 1862. “Het tuchtcollege had de betrokken gezagvoerder gedurende zes maanden onbevoegd verklaard als kapitein op een Nederlands schip dienst te doen. Dit op grond van het feit dat hij zijn tweede stuurman in Macao onwettig uit de scheepsdienst zou hebben ontslagen, hem wederrechtelijk in een lagere rang had geplaatst en de man vervolgens – de tot matroos gedegradeerde stuurman weigerde dienst te doen – door de politie aldaar van boord had laten verwijderen.
Op het verzoekschrift van de kapitein beslisten de ministers van Justitie en Marine overeenkomstig het bij de Raad van Tucht over deze zaak ingewonnen advies dat geen termen aanwezig waren om het verzoek in gunstige overweging te nemen.” 104
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
C.H.Reuvekamp Gill Celebes 31 juli 1863 26 juli 1864
Celebes 07 oktober 1864 14 october 1865
Bouma025 vermeldt F.A.Reuvekamp Gille als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1866 van de bark “Celebes” ex Regina, gebouwd in 1847 te Maassluis, 473 ton o.m., varend voor J.Holzapfel te Amsterdam;
* 1868 t/m 1870 op de SchBk “Antonia Hendrika Carolina” ex Bernardina, gebouwd in 1856 te Nieuwendam, 206 ton o.m., varend voor Heydeman & Houck te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
“Amsterdam, i Julij; Volgens brief uit Suriname dd. 4 Junij … was het schip Antonia Hendrika Carolina, kapit. Reuvekamp Gille, van de geledene schade hersteld en gereed om met een paar dagen de reis naar Porto Cabello te aanvaarden”. (Groninger Courant 03 juli 1869).
informatie mevr. van der Spoel-Walvius te Bussum. november 2000.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt R.K.Teppema als gezagvoerder gedurende:
* 1867 t/m 1871 van de bark “Celebes” ex Regina, gebouwd in 1847 te Maassluis, 473 ton o.m., varend voor W.Bakker Bz te Amsterdam. Het schip voer in 1872 voor W.H.de Wolf te Amsterdam en was herdoopt in “Holland”;
* 1871 van de bark “den Elshout”, gebouwd in 1844 te Elshout, 629 ton o.m., varend voor W.Bakker Bz te Amsterdam. Het schip werd in 1871 in N.O.I. afgekeurd.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Het gaat hier waarschijnlijk om:
Johannes Wiersma, geboren/gedoopt op 14 oktober/04 november 1804 te Schiermonnikoog als zoon van Jan IJsbrants en Jantje Johannes.
Hij trouwde op 09 juni 1836 te Schiermonnikoog als stuurman met Charlotta Frederika Lammerts Colle, geboren op 11 december 1808 te Schiermonnikoog als dochter van Lammert Jans Colle en Ytje Rijkerts. Zij overleed te Schiermonnikoog op 29 april 1879.
Johannes overleed te Schiermonnikoog op 07 september 1890.
Ene Janneke Wiersma was op 08 april 1873 te Schiermonnikoog getuige bij het huwelijk van Berend Detmer Kolk en Tetje Gerrits Grilk. Hij wordt aangeduid als “schipper” en is dan 50 jaar. (huwelijksakte).
Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 3610. Het graf is in bezit van de gemeente.117
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Wiersema was met vlagnummer 56 in de periode 1861 t/m 1879 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.Wiersma als gezagvoerder gedurende:
* 1862 van de kof “Eersteling”, gebouwd in 1854 te Martenshoek, 104 ton o.m., varend voor T.Schaap te Amsterdam;
* 1863 t/m 1871 van hetzelfde schip maat nu varend voor W.H. de Wolf te Amsterdam;
* 1872 t/m 1873 van de bark “Holland” ex Celebes, ex Regina, gebouwd in 1847 te Maassluis, 498 ton o.m., varend voor W.H. de Wolf te Amsterdam. Het schip werd in 1873 verkocht naar Noorwegen;
* 1874 t/m 1880 van de bark “Holland” ex Zaanstroom, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 583 ton o.m., varend voor W.H. de Wolf te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
|