|
Rotterdam, 24 augustus. Met het nieuw gebouwde brikschip ST. GEORGE DE LA MINA, gevoerd door kapt. J.J. van der Eb, hetwelk heden van deze stad vertrokken is, keren naar hun vaderland terug 48 Afrikaanse soldaten, welke in de gelederen van het Indisch leger gekwetst zijn of hun diensttijd volbracht en dus recht op pensioen erlangd (opm: verkregen) hebben. Zij leveren aan hun landgenoten het bewijs der goede trouw van de Nederlandse regering, welke hun het recht van terug te keren bij de aanvang hunner dienst had toegezegd, en ontnemen daar zekerlijk aan velen het sedert eeuwen niet ten onrechte vastgewortelde denkbeeld, dat de Afrikaan, welke door de Europeaan over zee wordt weggevoerd, zijn dood of een hard lot tegemoet gaat. Misschien kan zulks later de weg banen tot een vrijwillige landverhuizing van Afrikanen naar onze West-Indische bezittingen, wanneer daar eenmaal de slavernij zal hebben opgehouden te bestaan. Met hetzelfde schip vertrekken ook een paar jongelieden van goeden huize uit deze stad, welke het voornemen hebben zich in onze bezittingen aan de kust van Guinea als handelaren neder te zetten. Wij beschouwen dit als een bewijs van toenemende ondernemingsgeest bij het jongere geslacht, hetwelk een verblijdend teken mag genoemd worden.
|