Familiegegevens
Hendrik de Wijn werd geboren te Texel op 20 juli 1808.
Getrouwd met Maria Geertruida Francke, geboren te Amsterdam op 07 december 1811. Zij overleed op 22 oktober 1879.
Hendrik overleed in januari 1857003.
Hendrik Harmsen de Wijn werd geboren op 20 juli 1808 als zoon van Harmen de Wijn en T.Bakker.
Hij trouwde te Amsterdam met M.Kikkert en later met M.A.Francke.
Hij overleed in Japan op 08 januari 1857. Dit overlijden is vermeld in een overlijdensakte dd. 26 december 1857 te Amsterdam, met de opmerking dat de gegevens afkomstig zijn uit een scheepsjournaal.
(informatie dd december 2005 en mei 2006 van de heer C.Scholten te Leusden).
Hendrik de Wijn woonde op het Damrak 135 te Amsterdam. Hij werd geboren op 20 juli 1808 te Texel. Er is geen religie opgegeven.098
Geboren te Texel. Gezagvoerder van de "Willemina en Clara". Overleden op zee tijdens de reis van Batavia naar Nagasaki (datum en plaats niet vermeld). Begraven op de Nederlandse begraafplaats van Nagasaki0006.
Lidmaatschap Zeemanscollege(s)
H.de Wijn (adres G.W.van B.Kooij) werd met vlagnummer 604 per 21 september 1841 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van G.W.van Barneveld Kooij. Als zijn schip is genoemd de “Drie Vrienden”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren de Wijn en zijn vrouw 33 resp. 33 jaar002a
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 september 1841 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik de Wijn, oud 33 jaar, voerend de bark “Drie Vrienden”, met als adres bij en op voordracht van kapitein G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds per 19 oktober 1847
- de Wijn was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 1841 t/m 1854 met vlagnummer 604 en van 1854 t/m 1857 met vlagnummer 261.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1857 vraagt de wed. M.G. de Wijn geb. Francke om een uitkering, die haar in de vergadering van 07 januari 1858 met ingang van 01 februari 1857 wordt toegekend.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” dd 19 januari 1858 staat vermeld dat per 01 ferbuari 1857 een uitkering is toegekend aan de weduwe van kapitein H. de Wijn geb. Franke.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Scheepvaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
604 1841-1844 bark De Drie Vrienden B.W.van Straten
1845 bark De Drie Vrienden B.W.van Starckenborg van Straten
1846-1848 bark De Drie Vrienden Wed.B.W.van Starckenborgh van Straten
1849-1851 bark Gelderland G.W.van Barneveld Kooy
1852-1853 bark Julie Claire idem
261 1854 bark Julie Claire idem
1855-1856 fregat Willemina en Clara idem
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
- de Wijn Drie Vrienden 1841-1849 7 8
Vermeld in Bouma025:
* 1842 t/m 1845 van de bark “Drie Vrienden”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 303 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
* 1846 t/m 1849 op hetzelfde schip maar nu varend voor de wed. B.W.van Starckenborg van Straten te Amsterdam;
* 1850 t/m 1852 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1853 t/m 1855 op de bark “Julie Claire”, gebouwd 1852 in Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam;
* 1855 t/m 1858 van de “Willemina en Clara”, op 13 december 1854 van stapel gelopen van de werf van F.F.Groen te Amsterdam023, 647 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam.
Bouma025 vermeldt een kapitein de Wijn (zonder initialen) als gezagvoerder gedurende:
* 1848 van het 3/m schip “Vrienden”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 390 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam;
Ik heb mijn twijfels of deze meldingt thuishoort bij M.de Wijn Hz.
Overige bijzonderheden
“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.
“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”038
“Naar Batavia zullen de volgende maand (Juli 1852) van Amsterdam vertrekken het nieuw gebouwde gekoperde Tweedeks Campagne Barkschip JULIE CLAIRE gevoerd door Kapt. H. de Wijn … “038.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat vermeld080:
Voorjaar 1850:
Van Barneveld Kooij had nóg een schip laten bouwen “… hetgeen de Gelderland genaamd en door kapt. de Wijn gevoerd zou worden. … “
Eind oktober 1853:
“gedurende de 2 vorige rijzen had mijn patroon behalve de Azia noch 2 schepen laten bouwen, zijnde de Julie Claire en de Jacoba Christina welke gevoerd werden, door de kapt. de Wijn de eerste en de laatste door Kapt. Berk … “.
- 10 december 1857 met de “Azia”. Reede voor de rivier Ulonyami:
“Toen ik op Batavia geweest was (okt/novbr) had ik vernomen dat kapt de Wijn van het schip Wilhelmina & Klara te Japan was overleden.”
Familiegegevens en opleiding
Antonie van Oosteroom werd geboren te Amsterdam op 24 januari 1815.
Hij huwde op 14 april 1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens, geboren te Amsterdam 04 oktober 1814 en overleden in oktober 1871. 003 en 118.
Antonie overleed op 23 november 1865 te Soerabaja.
Anthon van Oosteroom woonde op de Oudeschans 23 te Amsterdam. Hij werd geboren op 24 januari 1815 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.
In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Anthonie van Oosteroom, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, vanaf 1859 wonend in de Grote Kattenburgerstraat 743, Amsterdam.
Algemeen Handelsblad 16 januari 1865114
Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. Hoe smartelijk mij dit verlies treft, met mijn drie kinderen, zal een ieder kunnen beseffen, die de overledene in zijn braaf en werkzaam leven hebben gekend.
Amsterdam, 12 januari 1865 Wed. A. van Oosteroom, L.F. Martens
Antonie van Oosteroom werd op 30 augustus 1828 door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling “ingenomen”004(532/1654). Hij was toen 146 duim lang en van gereformeerde afkomst. Zijn ouders waren Willem van Oosteroom, schippersknecht en Alida Paulusse.
Van zijn vorderingen werd in de periode 1829-1833 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen bijzondere gebeurtenissen gemeld. Voorts wordt meegedeeld:
“ 1 october 1831 aangenomen tot Lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door pred.Wunder
13 octob 1831 geplaatst als kajuitwachter op het schip Amsterdam Capt.C.Abrahams naar Suriname voor Amsterdam, Gagie ¦10,-
22 Junij 1832 terug van de Reis met goede attestatie
18 october 1832 geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop van Alblasserdam Capt.Meyer naar Batavia van Rotterdam ... 16 Maart 1834 terug van de reis met goede attestatie
19 dito eervol ontslagen”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.van Oosterom (adres Warmoesstraat) werd met vlagnummer 669 effectief lid van Zeemanshoop per 12 december 1843 op voordracht van J.Schut. Zijn schip was de “Theodora & Sara”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren van Oosteroom en zijn vrouw 28 resp. 29 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1843002a.
In de Algemene Vergaderingen van 05/12 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Antonie van Oosterom, oud 28 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonende in de Warmoesstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Schut.023.
Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1848.003
-
van Oosteroom was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m 1864 met vlagnummers 668 (1843 t/m 1854) en 307 (1854 t/m 1864).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 verzoekt de wed. A. van Oosteroom om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 30 maart 1865 wordt toegekend ingaand 01 februari 1865 voor haar en een kind.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 april 1865 staat vermeld dat per 01 februari 1865 een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan de wed. A. van Oosteroom, geboren Martens voor haar en 2 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
669 1843-1844 bark Theodora Sara B.W.van Straten te Amsterdam
1845-1846 bark Theodora Sara wed.W.van Starckenborg van Straten
1848-1851 bark Java’s Welvaren idem
1852-1853 bark Gelderland G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam
307 1854-1863 bark Julie Claire idem
1864 bark Herman Rutgers & Hissink te Amsterdam
1864 “overleden
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
-
van Oosterom Theodora & Sara (2de) 1843-1847 4
Java’s Welvaren 1847-1848 1
Theodora & Sara (2de) 1848-1850 1
6 7
Bouma025 vermeldt A. van Oostero(o)m als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1847 op de bark “Theodora en Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1848 t/m 1849 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1850 t/m 1852 op de bark “Theodora en Sara” (zie hiervoor) maar nu varend voor de Wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Toegevoegd is: “Overzeild in het Kanaal. Bemanning n. Plymouth”;
* 1853 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1854 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1856 t/m 1863 op de bark “Julie Claire”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam. Toegevoegd is “Overzeild”.
* 1865 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. Toegevoegd is: “Verkocht naar Noorwege. Gestrand op de NL kust.”.
(deze gegevens en die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor - verschillen enigszins. Welke de juiste zijn weet ik niet).
“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.
“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
-
van Oosterom Julie Claire 07 december 1858 08 januari 1861
Julie Claire 25 juni 1861 24 mei 1862
Julie Claire 25 juli 1862 07 juni 1863
Julie Claire 30 augustus 1863 overzeild en gezonken
Overige bijzonderheden
A.van Oosteroom vertrok per 28 september 1854 met de Gelderland vanuit Nieuwediep met aan boord drie landmacht officiereneen voor het N.I.-leger065.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding080:
01 januari 1864 op 1o NBr op weg naar Nieuwe Diep:
“… we praaiden juist die dag de Clio kapt. Wijnmalen, die van Amsterdam komende ons bekent maakte met het verlies van de Julie Claire welk schip voor ons Kantoor voer en door Kapt. van Oosterom gevoerd was … “.
Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115
NRC 01 frebruari 1852114
Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:
Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.
De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.
De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.
De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.