Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Bennik was met vlagnummer R416 in de periode 1855 t/m 1857 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 17/24 juni 1883 staat vermeld dat als honorair lid is voorgedragen/benoemd A.Bennik, Oud-gezagvoerder, wonend op de Prins Hendrikkade 121 te Amsterdam, op verzoek van J.P.Mink en op voordracht van de secretaris.023
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Bennik met vlagnummer R416 in de ledenlijst als gezagvoerder van de bark “Minister Thorbecke”, 299 last, varend voor A.S.Smits te Lekkerkerk058.
Bouma025 vermeldt A.Bennik als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1856 van de bark “Minister Thorbecke”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 566 ton o.m., varend voor A.S.Smits te Lekkerkerk;
* 1858 van de bark “Nieuwland”, gebouwd in 1857 te Elshout, 754 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;
* 1864 van de brik “Minister Thorbecke”, ex Landais, ex St.Michel, gebouwd in 1849 te Vannes, 158 ton o.m., rederij niet vermeld;
* 1865 van de brik “Twee Vrienden”, ex Minister Thorbecke, ex Landais, ex St.Michel, gebouwd in 1849 te Vannes, 157 ton o.m., varend voor voor P.Scheffer & Zn te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen.
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Dirksz. van Duijn werd geboren op 14 december 1821 te Katwijk als zoon van Dirk van Duijn en Adriaantje Guyt.
Hij trouwde in 1848 te Katwijk met Adriana Gerritsd. Zwanenburg.
Hij overleed te Katwijk op 13 oktober 1863.054
In het Notarieel Archief van Katwijk uit 1863 staat hij te boek als koopvaardijkapitein. Voorts wordt vermeld dat hij van 1856-1863 ingeschreven stond als gezagvoerder op de bark “Minister Thorbecke” van de rederij J.Vroege te Alblasserdam. 054
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Kapitein C.van Duijn was met vlagnummer R 453 in de periode 1856 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlagnummer 453058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1863 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein C. van Duijn met vlagnummer R453 als gezagvoeder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859, 1862 van de bark “Minister Thorbecke” 299 last voor J.Vroege te Alblasserdam
Bouma025 vermeldt C.van Duin(sic) van 1857-1864 als gezagvoerder van de bark “Minister Thorbecke”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 566 ton o.m. varend voor J.Vroege te Alblasserdam.
Overige bijzonderheden
De Raad van Tucht bij de koopvaardij deed op 06 juli 1863 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Cornelis van Duijn, gezagvoerder van de bark “Minister Thorbecke”, varend voor J.Vroege te Alblasserdam. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
De bark “Minister Thorbecke” onder kapitein C. van Duin was te Melbourne op 29 maart 1858 en op 22 juli te Antwerpen. “no proof or indication that she rounded Cape Horn.” 121
Familiegegevens en opleiding
Wilhelmus Hendricus Kannegieter, Rooms Katholiek, werd geboren te Amsterdam op 16 februari 1829. Hij was de zoon van Joannes Laurentius Kannegieter, wijnkopersknecht te Amsterdam, en Anna Knorrenburg, beiden wonende in de Laurierstraat bij de 1ste dwarsstraat in de Vettemansgang nr.156. Wilehelmus werd ingeschreven als leerling aan de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart op 27 augustus 1842. Van zijn vorderingen in de vakken Zeevaartkunde, Schoolonderwijs (hollands, frans en engels) en Scheepvaartkunde werden drie-maandelijkse aantekeningen bijgehouden in de periode januari 1843 - juli 1845. Voorts zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
08 juli 1845 "benoemd tot stuurmansleerling bij de Burgerlijke Koloniale Marine in Oost-Indië"
29 augustus 1845 "vertrokken met het Schip de twee Anthonys Capt.Plug naar Batavia voor Rotterdam"
02 december 1846 "uit Oost Indië met ontslag terug in het Gesticht"
19 februari 1847 geplaatst als ligtmatroos op de "Wassenaar" onder kapt Honstede (dit moet zijn A.Hofstee) van Amsterdam naar Batavia
15 december 1847 terug van de reis "met goede attestatie"
29 december 1847 "eervol ontslagen"
in de kantlijn staat: "Burgerlijk kol. Marine in Oost-Indië"004-533/1981
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.H.Kannegieter werd per 09 januari 1872 met vlagnummer 873 en op voordracht van P.Buys Jr ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Soembing"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02/09 januari 1872 wordt als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd W.H.Kannegieter, geen leeftijd genoemd, voerend het fregat “Soembing”, voor rekening van A.Hendrichs & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Buijs Jr. 023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 januari 1858 staat een brief van H.B.Kannegieter “verzoekende voor W.H.Kannegieter, dat deze, op reis zijnde, nog als deelnemer worde toegelaten”. Het verzoek wordt afgewezen met verwijzing naar art. 17 van het Regelement. In dit artikel worden een aantal voorwaarden voor toelating opgesomd, waaraan de kapitein Kannegieter kennelijk niet voldoet
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
873 1872 fregat Soembing A.Hendriks & Co
Bouma025 vermeldt W.H.Kannegieter als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1869 van de bark “Minister Thorbecke”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 566 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1869 verkocht naar Duitsland;
* 1871 van het fregat “A.M.E.”, ex Jessiana, gebouwd in 1856, bouwlocatie niet vermeld, 931 ton o.m., varend voor Meyer & Co te Amsterdam;
* 1873 t/m 1874 van het 3/mschip “Soembing” ex Baron Mc Auley, gebouwd in 1859 te Thomaston Maine, 1325 ton o.m., varend voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1874 vermist tussen Batavia en Amsterdam;
JESSIANA / A.M.E.
KADASTER (Schaduwregister Rotterdam) :
De Firma van Meijer & Co, cargadoors te Amsterdam, werd op 19 mei 1871 in het kadaster te Amsterdam teboekgesteld als eigenaar van het Fregat JESSIANA, dat zij voor NLG 22000 hadden aangekocht. Het brandmerk van dit schip werd 2144 Amst 1871.
Het schip mat 491 ton en had een laadvermogen van 422 last.
Op 30 mei 1871 kwam er een ‘verklaring’ als eigenaar van de A.M.E., ook JESSIANA. Vermoedelijk werd er toen een Rederijcedule uitgegeven.
Gegevens van Lindenborn-Marhisdata, maart 2008
Overige bijzonderheden
Geen