Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.Struijk werd met vlagnummer 935 op 16 augustus 1853, op voordracht van kapitein J.O.Wijnmalen, ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Als zijn schip wordt vermeld “Jenny”. Toegevoegd is “overleden” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 09/16 augustus 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Leendert Struyk, oud 26 jaar, voerend de schonerbrik “Jenny”, op voordracht van kapitein J.O.Wijnmalen Cz. 023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 oktober 1863 staat een verzoek om onderstand door de wed. L.Struijk geb in ’t Veld/Velt. Dit wordt afgewezen maar zij krijgt wel f 15,- gratificatie uit de bussen. Idem per 26 januari 1865. Idem per 25 januari 1866. Idem per 31 oktober 1867. Idem per 28 januari 1869. Idem per 27 januari 1870. Idem per 26 januari 1871. Idem per 01 februari 1872. Idem per 30 januari 1873. Idem per 29 januari 1874. Idem per 27 januari 1875. Idem per 26 januari 1876. Idem per 25 januari 1877. Idem per 31 januari 1878. Idem per 02 januari 1879. Idem per 29 januari 1880. Idem per 24 februari 1881.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 januari 1882 wordt een verzoek om gratificatie afgewezen. Het Bestuur heeft vernomen dat zij een lijfrente intvangt van f 450,-. (zie hieronder bij de ingekomen stukken bij de vergaderingen) Maar in de vergadering dd 30 maart 1882 krijgt zij wederom een gratificatie uit de bussen van f 15,- (waarom het Bestuur op het besluit tot weigering is teruggekomen heb ik in de notulen niet aangetroffen) Op 25 januari 1883 en op 31 januari 1884 weer een gratificatie van f 15,-. Idem op 29 januari 1885. In de vergadering dd 28 januari 1886 wordt haar f 20,- toegekend. Idem per 24 februari 1887. Idem per 02 februari 1888. In de vergadering dd 04 juli 1889 snijdt het Bestuur (kennelijk vanwege de slechte financiële situatie van het kapitaal uit de bussen) om verscheidene uitkeringen te halveren en dat van de wed. Struijk-In’t Veld wordt gesteld op f 10,-.En derhalve krijgt zij op 07 februari 1889 f 10,- Op 06 februari 1890 krijgt zij derhalve f 10,-. Zij reclameert, zonder succes. f 10,- op 05 februari 1891. Idem op 04 februari 1892. idem op 02 februari 1893. Idem 07 maart 1895. Idem 05 maart 1896. Idem 04 maart 1897. Idem 04 februari 1898. Idem 02 maart 1899. Idem 01 maart 1900. idem 07 februari 1901.idem 06 maart 1902. Idem 05 maart 1903. idem 03 maart 1904. Idem 02 maart 1905. Op 01 maart 1906 krijgt zij weer f 15,-. Idem 07 maart 1907. Idem 27 januari 1908. Idem 07 januari 1909. Idem 10 maart 1910. Idem 11 januari 1911. Idem 04 januari 1912. idem 06 maart 1913. Idem 06 november 1913. Idem 15 januari 1914. Idem 11 februari 1915. Idem op 13 januari 1916. Idem 05 februari 1917. Op 25 februari 1918 dankt de wed. Struijck uit Apeldoorn voor de gratificatie van f 25,-. Op 06 januari 1919 wordt een gratificatie van f 50,- toegekend.
In de Bijlagen bij een Bestuursvergadering van Zeemanshoop van 29 december 1881 (Stadsarchief Amsterdam, 491-38) staat een kort overzicht van “met eene gratificatie begunstigde personen”. Daaronder de “Wed. L.Struijk., woonplaats thans onbekend, is ongeveer 50 Jaar, is gewoonlijk in betrekking als huishoudster. f 15,- ’s jaars. De eenige (met een gratificatie begunstigde personen) die nog in de kracht haars levens, en kinderloos, haar brood kan verdienen, ofschoon zij volgens vriendschappelijk verstrekte inlichtingen onder schuldenlast gebukt gaat.”
In een brief dd 14 februari 1882 uit Utrecht met een niet leesbare ondertekening worden nadere inlichtingen omtrent haar verstrekt, kennelijk op aanvrage van het Bestuur. Ze zou te Arnhem wonen, als verpleegster in dienst zijn van mej. Galle “tegen gemak van kost en inwoning en f 100,- loon per jaar.”. “Wijlen haar Echtgenoot was in der tijd kargadoor aan het Nieuwediep en zij beschikt over een lijfrente van f 450,- per jaar. Zoo ik wel ingelicht ben moet bedoelde jufvrouw nog al veel werk van haar kleeding maken.”
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 30 maart 1882 (Stadsarchief Amsterdam 491-38) bevindt zich een uitvoerige reactie van de wed. Struyk-in ’t Velt tegen de opmerkingen over inkomsten waardoor haar de continuering van ee gratificatie zou zijn geweigerd. Zij refereert daarin naar een ongelukkike zuster, die zij ondersteunt.
In Bijlagen bij de Bestuursvergadering dd 25 januari 1883 (Stadsarchief Amsterdam, 491-39) verwijst zij in een brief dd 22 januari 1883 naar de heren Borcher en van Hemert, voor nadere informatie naar haar finantiële toestand. Voorts meldt zij geen vaste betrekking meer t hebbe. Zij tracht tijdelijk werk te krijgen via “Tesselschade” (kennelijk een organisatie van waaruit huishoudelijke hulpen worden geplaatst)
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van 22 januari 1885 (Stadsarchief Amsterdam 491-40) vraagt de wed. Struijk weer om steun “doordat ik volgens mijn gezondheidstoestand gene betrekking meer kan en mag aannemen. Zij geeft als haar adres op de Achtergracht 43 te Amsterdam
In de Bijlage van de Bestuursvergadering dd 28 januari 1886 vraagt de wed. Struijk continuering van de uitkering en geeft als adres op Prinsengracht 615 bij ’t Molenpad, inwonend bij de dames van Hoven. In een Bijlage bij de vergadering dd 24 februari 1887 (491-41) staat als adres de dames Schollen op de Leidsche Kade 92 boven. In een Bijlage bij de vergadering van 05 februari 1890 Westermarkt 27. Van 06 maart 1890 Rokin 74. Van 05 februari 1891 Muidergracht 37. Van 02 februari 1893 Pieter Pauwstraat 14. Van 07 maart 1895 Leidschestraat 88 boven Van 05 maart 1896 de 1ste Jan Steenstraat 109, Amsterdam Van 01 maart 1900 Reguliersgraacht 72 boven. Van 05 maart 1903 de Gierstraat 23 te Haarlem. Van 03 maart 1904 op de Asseltsche weg 486 te Apeldoorn. Op 02 maart 1905 Looscheweg 379 Apeldoorn. Op 27 januari 1908 op de Kweekweg 32, Apeldoorn. Op 20 mei 1919 in de Regentesselaan 93 te Den Haag. 042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 april 1897 staat een verslag dd 27 maart 1897 van een Bestuurscommissie naar de omstandigheden van de wed. Struyk-in ’t Velt. Zij woont dan in de 1ste Jan Steenstraat 109 te Amsterdam. Er staat “een ledikant achter een kamerscherm, ’t resteerende bewoonbare gedeelte der kamer had eene oppervlakte van ongeveer 2,5 bij 3 meter.”. “De weduwe zelf zag er ziekelijk en lijdend uit, de zenuwziekte waaraan zij souffreert maakt jaarlijks de apothekersrekening zeer hoog … “. Haar gehele inkomen bestaat uit een lijfrente van f 400,- ’s jaars waar af gaat f 144,- aan huur. Over blijft f 256,- “waarlijk voor een vrouw van nette familie (haar vader was burgemeester van den Helder) een schraal inkomen.”.042
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 10 november 1863 staat vermeld dat een verzoek om uitkering door de wed. L.Struyk, geb in ’t Velt is afgewezen, maar dat haar wèl een gratificatie ad f 15,- is toegekend. Per 21 februari 1865 een gratificatie van f 15,-. Per 06 februari 1866 weer f 15,-. Per 19 februari 1867 weer f 15,-. Per 11 februari 1868 weer f 15,-. Idem per 16 februari 1869. Idem per 15 februari 1870. Idem per 14 februari 1871. Idem per 13 februari 1872. Idem per 18 februari 1873. Idem per 10 februari 1874. Idem per 23 februari 1875. Idem per 08 februari 1876. Idem per 06 februari 1877. Idem per 12 februari 1878. Idem per 14 januari 1879. Idem per 10 februari 1880 “en nog vijf gulden extra ten gevolge der strenge winter.” Weer f15,- op 22 maart 1881. Idem per 04 april 1882. Idem per 20 februari 1883. Idem 19 februari 1884. Idem 14 februari 1885. Nu f 20,- per 02 februari 1886. Idem per 29 maart 1887. Idem per 28 februari 1888. Weer f10,- per 06 maart 1890. Per 03 april 1890 een afwijzing van het verzoek de gratificatie weer op f20,- te brengen. Weer f10,- per 05 maart 1891. Idem per 03 maart 1892. Idem per 02 maart 1893. Idem per 05 april 1894. Idem per 07 mei 1896. Idem per 01 juli 1897. Idem per 03 maart 1898. Idem per 01 juni 1899. Idem per 02 augustus 1900. Idem per 02 mei 1901. Idem per 03 juli 1902. Idem per 04 juni 1903. Idem per 03 november 1904. Idem per 07 september 1905. Per 04 oktober 1906 een gratificatie van f 15,-. Idem per 04 juli 1907. Idem per 07 mei 1908. Idem 01 april 1909. Idem 01 september 1910. 023. Het is zeer wel mogelijk dat de jaarlijkse gratificaties na 1910 zijn gecontinueerd, maar de notulenboeken van Zeemanshoop in het Gemeentearchief van Amsterdam stoppen eind 1910.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
935 1853 sch.brik Jenny van Heukelom & Vollenhoven
541 1854-1856 sch.brik Jenny idem
1857-1860 bark Carolina idem
1861-1862 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093
Naam Kapitein Naam van het Schip Vertrek Aankomst
L.Struijk Carolina 13 juni 1860 19 februari 1861
Bouma025 vermeldt L.Struyk als gezagvoeder gedurende:
- * 1854 t/m 1856 van de schbrik “Jenny”, gebouwd in 1853 te Elbing, 206 ton o.m., varend voor van Heukelom & van Vollenhoven te Amsterdam;
- * 1857 t/m 1861 van de bark “Carolina”, gebouwd in 1856 te Westerley, 384 ton o.m., varend voor van Heukelom & van Vollenhove te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Pieters Cupido werd geboren te Terschelling op 10 januari 1815 als zoon van Pieter Pieters Cupido en Vrouwtje Jans van der Landen
Hij huwde te Terschelling op 18 mei 1843 met Grietje Jannes Kuipers, geboren te Leens op 12 april 1818 als dochter van Jannes Louwesz Kuipers en Duurke Jans Doornbos. Er werden geboren en wel een dochter in 1855 en een dochter in 1860.
Het overlijden van Grietje werd niet in Friesland teruggevonden
Cornelis huwde voor de tweede maal te terschelling op 27 oktober 1864 met Tijsje Tijs IJs, geboren te Terschelling op 23 oktober 1814 als dochter van Tijs Jans IJs en Jantje Alberts Barts. Zij overleed te Terschelling op 02 mei 1890, oud 75 jaar en weduwe.
Cornelis overleed op 18 december 1878 te Terschelling, oud 63 jaar.tresoar
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.P.Cupido werd met nr.605 effectief lid van Zeemanshoop per 01 november 1854 op voorspraak van F.W.de Jond. Zijn schip was de "Mina"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 24/31 oktober 1854 staan vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Cornelis Pietersz Cupido, oud 39 jaar, voerend de schonerbrik “Mina”, voor rekening van van Heukelom & van Vollenhoven te Amsterdam, wonend op Terschelling, op voordracht van kapitein T.W. de Jong.023.
Lid van WZF op 22 mei mei 1855003.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 februari 1879 vraagt de wed. C.P.Cupido geb. Tijsje Tijs IJs om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering dd 24 april 1879 wordt toegekend ingaand 01 februari 1879.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1879 staat vermeld dat een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed C.P.Cupido te West-Terschelling, geen ingangsdatum vermeld. 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
605 1854-1860 sch.brik Mina van Heukelom en Vollenhoven
1861 brik Carolina idem
1862-1873 bark Carolina idem
1874-1878 geen opgave van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
C.P.Cupido Mina 13 maart 1861 18 augustus 1861
Carolina 30 november 1861 22 mei 1862
Carolina juli 1862 22 maart 1863
Carolina 06 juli 1863 1864
Carolina 28 juli 1864 25 september 1864
Carolina 04 februari 1865 11 september 1865
Carolina 26 juni 1866 16 augustus 1866
Carolina geen melding 12 september 1867
Carolina 20 september 1867 geen melding
Carolina geen melding 16 juni 1868
Carolina 07 juli 1868 26 november 1868
Bouma025 vermeldt C.P.Cupido als gezagvoeder gedurende:
* 1856 t/m 1858 van de sch.kof “Stad Stavoren”, gebouwd in 1850 te Stavoren, 143 ton o.m., varend voor van Heukelom & van Vollenhoven te Amsterdam. Het schip voer in 1862 voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam en was herdoopt in “Suriname Packet”. Voor wie het schip in de periode 1859-1861 heeft gevaren is niet vermeld;
* 1862 t/m 1876 van de bark “Carolina”, gebouwd in 1856 te Westerley, 384 ton o.m., varend voor van Heukelom & van Vollenhove te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.C.Cupido werd per 30 september 1875 met vlagnummer 79 ingeschreven als lid van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Zijn schip was de "Carolina", boekhouder P.C.van Beeck Vollenhoven te Amsterdam. Zijn contributie werd voldaan door zijn vrouw Elisabeth Zwaal, geboren te Harlingen 22 oktober 1848. Ten tijde van de inschrijving had het echtpaar 2 kinderen: Margaretha (14 december 1871) en Otto (16 november 1873)028-fol.143.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Het Register van Uitgaande Stukken van het College bevat een ongedateerde brief (maar waarschijnlijk eind 1884) gericht aan L.C.Cupido, Commelinstraat 46 te Amsterdam, met de mededeling dat hij zal worden geroyeerd wegens wanbetaling. Op 15 december 1893 en 22 februari 1895 kreeg hij wederom brieven in Amsterdam. In de tweede brief werd hij vrijgesteld van contributiebetaling033.
L.C.Cupido was lid van het College in de periode 1875-1917034.(kennelijk is het royement niet doorgegaan)
De schepen van de kapitein
lidmaatschap Harlinger zeemanscollege Zeemansvoorzorg036
vlagnummer periode type naam van het schip boekhouder/reder
H79 1875-1876 bark Carolina P.C.van Beeck Vollenhoven, Amsterdam
1877-1880 bark Carolina J.J.Balk, Vlissingen
L.C.Cupido volgt zijn vader C.P. Cupido (vlagnummer A605) op als gezagvoerder van de "Carolina."
Bouma025 vermeldt L.C.Cupido als gezagvoeder gedurende:
* 1871 van de 2/msch. “Anna” ex Agamemnon, gebouwd in 1841(of 1842?) te Wismar, 101 ton o.m., varend voor M.S.Springer te Amsterdam. Het schip werd in 1872 omgedoopt in “Dina”;
* 1877 van de bark “Carolina”, gebouwd in 1856 te Westerley, 384 ton o.m., varend voor van Heukelom & van Vollenhove te Amsterdam;
* 1878 t/m 1881 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.J.Balk te Vlissingen.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Balk als gezagvoerder gedurende:
* 1882 van de bark “Carolina”, gebouwd in 1856 te Westerley, 384 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Vlissingen. Het schip werd in 1882 vermist, varend van Gravesand naar Riga.
Overige bijzonderheden
In het Handelsblad van 13 september 1887 staat in de rubriek Scheepstijdingen de volgende mededeling:
“Aangespoeld (Hellevoetsluis 12 Sept.). Alhier is aangespoeld een flesch, waarin een briefje waarop vermeld Wij vergaan met man en (onleesbaar) schip Carolina. Groeten aan mijn vrouw kapt (onleesbaar)”.
Uit Bouma025 is te deduceren dat het hier om de bark “Carolina” onder commando van J.J.Balk moet gaan, die kennelijk 5 jaar eerder is vergaan.
|