Familiegegevens en opleiding
Geboorteakte Eliza Adrianus Kleijnenberg, 31 maart 1833, Piershil
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.A.Kleijnenberg als gezagvoerder gedurende:
* 1866 t/m 1867 van de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1851 te Delfshaven, 474 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip werd in 1867 vermist.
Overige bijzonderheden
Zierikzeesche Courant 23 januari 1864
Gearriveerd te Brouwershaven op 21 januari 1864 de “Landbouw” kapiteinE.A.Kleinenberg komend van Semarang naar Rotterdam.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Sissingh was met vlagnummer R206 in de periode 1853 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.Sissingh met vlagnummer R206 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- * 1853 bark “Johanna Maria” 250 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam 1862 t/m 1864 bark “Henrietta Gerardina Susanna” 307 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
- * 1865 t/m 1867, 1874 bark “Landbouw” 383 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
- * 1877, 1878, 1880 t/m 1883 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.Sissingh als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1851 te Delfshaven, 474 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1866 t/m 1870 van de bark “Landbouw”, gebouwd in 1856 te Papendrecht, 725 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1871 van de bark “Robertus Hendrikus”, gebouwd in 1858 te Papendrecht, 754 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1873 t/m 1876 van de bark “Landbouw”, gebouwd in 1856 te Papendrecht, 725 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
A.Sissing vertrok op 21 november 1862 vanuit Hellevoetsluis met de “Henriette Gerarda Susanna” (sic) en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 23 februari 1863 na een reis van 94 dagen.
Op 09 november 1867 vertrok hij van Nieuwediep met de “Landbouw” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 29 februari 1868 na een reis van 112 dagen065.
Bremer094 vermeldt de stranding van de bark “Landbouw”op 11 augustus 1876 in het Schulpengat. Geen gezagvoerder vermeld.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.Gz Jansen was met vlagnummer R192 in de periode 1865 t/m 1873 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl gerechtigd was de Maatschappijvlag te voeren, maar geen financiële aanspraken had058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen vande Maatschappij staat kapitein G.Jansen Gz met vlagnummer R192 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1865 t/m 1867 van de bark “Jacoba Cornelia” 260 last varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
Bouma025 vermeldt G.Jansen als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1871 van de bark “Jacoba Cornelia”, gebouwd in 1852 te Delfshaven, 492 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip werd in 1871 verkocht aan C.Borresen te Larvik en herdoopt in “Adelpha”;
* 1871 t/m 1872 van de bark “Landbouw”, gebouwd in 1856 te Papendrecht, 725 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
In de collectie van het Veenkoloniaal Museum te Veendam bevindt zich een scheepsjournaal van de”Jacoba Cornelia”, onder kapitein G.Jansen, varend voor rederij Vaassen Steinhaus te Rotterdam.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Sissingh was met vlagnummer R206 in de periode 1853 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor het lidmaatschap heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.Sissingh met vlagnummer R206 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
- * 1853 bark “Johanna Maria” 250 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam 1862 t/m 1864 bark “Henrietta Gerardina Susanna” 307 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
- * 1865 t/m 1867, 1874 bark “Landbouw” 383 last Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
- * 1877, 1878, 1880 t/m 1883 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A.Sissingh als gezagvoerder gedurende:
* 1858 van de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1851 te Delfshaven, 474 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1866 t/m 1870 van de bark “Landbouw”, gebouwd in 1856 te Papendrecht, 725 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1871 van de bark “Robertus Hendrikus”, gebouwd in 1858 te Papendrecht, 754 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1873 t/m 1876 van de bark “Landbouw”, gebouwd in 1856 te Papendrecht, 725 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
A.Sissing vertrok op 21 november 1862 vanuit Hellevoetsluis met de “Henriette Gerarda Susanna” (sic) en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 23 februari 1863 na een reis van 94 dagen.
Op 09 november 1867 vertrok hij van Nieuwediep met de “Landbouw” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 29 februari 1868 na een reis van 112 dagen065.
Bremer094 vermeldt de stranding van de bark “Landbouw”op 11 augustus 1876 in het Schulpengat. Geen gezagvoerder vermeld.
VISSER, WIEBE WIEBESZ.
Familiegegevens en opleiding
Wiebe Wijbes Visser werd geboren te Schiermonnikoog op 10 september 1840 als zoon van Wijbe Jacobs Visser en Grietje Ytjes Post.
Hij trouwde op 19 januari 1865 te Schiermonnikoog als scheepsgezagvoerder met Catharina Maria Teensma, geboren op 30 augustus 1841 te Schiermonnikoog als dochter van Lourens Pieters Teensma en Reintje Pieters Colle. Zij overleed op 18 juni 1909 te Amsterdam op de leeftijd van 67 jaar.
Wiebe overleed te Amsterdam op 08 januari 1918 op de leeftijd van 77 jaar.
Portretten van Wiebe Wiebesz Visser en Catharina Maria Teensma staan op p. 71 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.W.Visser was met vlagnummer 4 in de periode 1864 t/m 1918 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “Zeemanshoop”.
Hij was met vlagnummer 13 in de periode 1877 t/m 1893 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.W.Visser als gezagvoerder gedurende:
* 1865 op de schoonerbrik “Sara”, gebouwd in 1838 te Emden, 294 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Handelsblad: “Amsterdam 14 september 1865. Volgens telegram van Nerva van 12 september was aldaar bij zwaren storm van 12 september onder meer ter reede gestrand het schip SARA, kapitein W.Visser, volk gered.”;
“Nerva 19 september 1865. Het schip SARA kapitein Visser dat alhier is gestrand is afgekeurd en zal verkocht worden.” (Hoedemaker).
* 1867 t/m 1869 op de galjoot “Zwaluw”, gebouwd in 1864 bij W.Pattje & Zn te Waterhuizen, 94 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam;
* 1871 t/m 1881 op de bark “Heemse” ex Koning Willem II, gebouwd in 1843 op de werf “De Hoop” van J.Meijjes & Zn te Amsterdam, 724 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam;
* 1881 op de bark “Egbert & Nicolaas” ex Landbouw, gebouwd in 1856 bij J.Smit te Papendrecht, 607 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam;
* 1882 t/m 1888 op de bark “Heemse” ex India Packet, gebouwd in 1861 bij J.Smit Cz te Alblasserdam, 710 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam;
* 1889 t/m 1893 op hetzelfde schip maar nu varend voor Vinke & Co te Amsterdam.
Zeetijdingen 25 mei 1893: “bewesten Faro door het ijs gez.” (Sweys).
Er wordt geen W.W.Visser meer vermeld in de Staat der Nederlandse Zeemacht en Koopvaardij t/m 1905.
Overige bijzonderheden
De Dorpsbode 38(24):1984.Bijdrage 12 sSchiermonnikoog meldt nog de volgende bijzonderheden:
“In 1853 moet hij (=W.W.Visser) gevaren hebben op de bark Hellevoetsluis, dragende 335 lasten, gebouwd in 1853, van de rederij J.B.’t Hooft en T.C.Dekking Dura in Dordrecht.
Bovenstaande gegevens worden gegeven met enig voorbehoud, althans van vóór 1859. De naam Visser is in de zeevaart zo algemeen, en er zwerven in die jaren 7 Nederlandse schepen op zee met de naam Vrienschap, dat het moeilijk is om vast te stellen wie bij welk schip hoort”.
De bark “Hellevoetsluis” wordt door Bouma wel vermeld (gebouwd in 1853 bij Gips te Dordrecht, 631 ton, varend voor J.B.’t Hooft & Déking Dura te Dordrecht), maar de eerste kapitein van 1853 t/m 1863 is W.J.Vos. Een W.W.Visser wordt niet genoemd.
Familiegegevens en opleiding
Melle Fenenga werd geboren op 26 december 1836 te Schiermonnikoog als zoon van Gerrit Gerrits Ruurds Fenenga en Neeltje Willems Mellema.
Hij trouwde op 15 januari 1863 als zeeman te Schiermonnikoog met Johanna Cornelia (Simons) Jaski, geboren te Schiermonnikoog op 22 maart 1836 als dochter van Simon Jans Jaski en Geertruida Teunis Borst. Johanna vertrok op 29 mei 1895, na het overlijden van haar echtgenoot, naar haar zuster Christine te Amsterdam waar zij een sigarenwinkel in de Vrolijkstraat dreven. Johanna overleed aldaar op 05 mei 1917.
Melle overleed op 19 oktober 1892 op de Maaskade te Rotterdam. Als zijn beroep is “tapper” opgegeven.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.G.G.Fenenga was met vlagnummer 49 in de periode 1875 t/m 1892 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Hij was met vlagnummer 28 in de periode 1880 t/m 1892 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
M.G.G.Fenenga was gezagvoerder gedurende025:
* 1874 t/m 1879 van de brik “Adriana” ex Koerier, gebouwd in 1855 te Elbing, 347 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Zeetijdingen: 30 augustus 1879: “Te Hungerborg gestr. en wrak.” (Sweys).
Handelsblad 31 augustus 1879. “Hungerborg 29 augustus 1879. Het Nederlandsche schip “ADRIANA”, kapitein Fenenga, is gestrand en heeft de Groote mast gekapt. Volk gered.”.
Handelsblad 19 september 1879. “Nerva 13 september 1879. De gestrande Nederlandsche schepen “ADRIANA”, kapitein M.G.G.Fenenga, en “ELISABETH”, kapitein F.Visser, zijn afgekeurd. Door het slechte weer is men eergisteren met lossen begonnen. Vermoedelijk zal het grootste gedeelte van de lading geborgen kunnen worden.” (beiden uit Hoedemaker).
* 1881 van de bark “Heemse” gebouwd in 1843 op de werf “De Hoop” bij J.Meyes & Zn te Amsterdam, 724 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Het schip is op 14 oktober 1882 bij Sundsvall gestrand en wrak geraakt (Bouma);
Handelsblad: “Amsterdan 10 october 1881. Blijkens telegram Sundsvall dd. gisteren is het Nederlandsche schip HEEMSE, kapitein Fenenga, gestrand en wrak, volk gered.” (Hoedemaker);
* 1882 t/m 1891 van de bark “Egbert & Nicolaas” ex Landbouw, gebouwd in 1856 bij J.Smit te Papendrecht, 607 ton, varend voor J.& J.Vinke te Amsterdam.
Zeetijdingen 30 november 1891: “later u.d.h.verk. om gesl. te worden.” (Sweys).
Een portret van de brik “Adriana” staat op p.91 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel bevindt zich in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen.
Overige bijzonderheden
In de Harlinger Courant dd 21 november 1874 staat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht096:
“Amsterdam 19 Nov. Het Ned. schip Adriana kapt M.G.G.Fenenga lag volgens ontvangen telegram uit Lovisa dd 18 dezer aldaar zeilklaar naar Amsterdam; daar het echter met O.wind sterk vroor en er geen sleepboot aanwezig waren, was het niet mogelijk in zee te komen; aan boord alles wel.”
De Harlinger Courant dd 04 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:
Binnengekomen.
“Elseneur 29 Nov. Adriana, M.G.G.Fenenga, Lovisa n. Amsterdam.”
|