1858
Op 22 oktober 1858 verkreeg E.J. Sap te Veendam voor zijn schip MARGIENA BENTUM de eerste zeebrief; hij was zelf de kapitein.
1859
NRC 270659
Amsterdam, 26 juni. De schepen ALBERDINA, kapt. Scherpbier, van Triëst naar Fernambuck (opm: Recife), MARCHIENA ROSETTA, kapt. Koning, van dito naar Falmouth, PROFESSOR KAISER, kapt. Lever, van dito naar Hamburg, MARGRIETHA GESINA, kapt. De Grooth, van Cette (opm: Sète) en MARGIENA BENTUM, kapt. Sap, van Tarragona, waren, volgens brief van de 10e dezer, op de rede van Puerto Molinos, bij Malaga liggende, kunnende wegens tegenwind en stroom de Straat van Gibraltar niet passeren.
1860
NRC 111160
Calmar (opm: Kalmar), 8 november. Het Nederlandse schip (opm: schoenergaljoot) MARGIENA BENTUM, kapt. E.J. Sap, is gisteren bij Borgholm (opm: op het Zweedse eiland Öland) aan de grond geraakt, doch is, met een zwaar lek, weer vlot gekomen en hier binnengebracht om te lossen en te repareren.
1861
Op 15 februari 1861 verkreeg kapt. E.J. Sap voor de MARGIENA BENTUM een nieuwe zeebrief.
1862
NRC 100162
Galatz, 23 december. Alhier overwinteren onder meer andere de schepen LAMBERTUS, kapt. Poelman; MARGARETHA, kapt. Koop; ELISA, kapt. Kremer.
Te Ibraïl overwinteren onder andere de schepen MARGIENA BENTUM, kapt. Sap; AURORA, kapt. Brakke en ANNA, kapt. Venema.
NRC 120162
Galatz, 23 december. Onder de wegens ijsgang op de Donau teruggehouden schepen bevinden zich de MARGIENA BENTUM (opm: galjoot), kapt. E.J. Sap en ANNA kapt Venema, beiden te Ibraïl.
1863
PGC 280263
Advertentie. Mr. J.C. Van Slooten, notaris te Veendam, gedenkt namens zijn principalen, publiek te veilen en te verkopen, het schoenergaljootschip MARGIENA BENTUM, groot 105 ton, met alle opgoederen en toebehoren, van ankers, touwen, zeilen, staand en lopend want, zoals hetzelve door kapt. Eppo Sap is bevaren en thans te Antwerpen is liggende. Deze verkoop zal plaats hebben op dinsdag 3 maart 1863, des avonds om 7 uur, ten huize van de logementhouder E.J. Duintjer, te Veendam. (opm: verkocht aan E. & C. Maathuis, Sappemeer, herdoopt in MARTHA en onder kapt. Jakob Tonnis Hansen weer in de vaart)
Op 15 april 1863 verkreeg A.E. Maathuis, Sappemeer voor de MARTHA onder kapt. J.T. Hansen een nieuwe zeebrief
NRC 300763
St. Petersburg, 27 juli. Het Nederlandse schip MARTHA, kapt. Hansen (opm: schoener-galjoot, bouwjaar 1858; kapt. Jakob Tonnis Hansen [ook Hanssens]) de 13e juli van hier met rogge naar Stockholm vertrokken, is eergisteren bij Suskar gezonken. De bemanning heeft alles aan boord moeten achterlaten en is door het stoomschip DWINA gered en alhier aangebracht.
De MARTHA was vernoemd naar de vrouw van kapitein Hansen, Martje Roelfs Legger.