|
Rotterdam, 3 juli. Als nadere aanvulling van onze berichten omtrent het vergaan van het brikschip STAD VLISSINGEN (opm: zie NRC 020761), gevoerd geweest door kapitein Schaafsma, kunnen wij, van een geachte zijde daartoe in staat gesteld, het volgende mededelen: De STAD VLISSINGEN, zeilde de 24e juni met een lading steenkolen voor N.R. Gasfabriek alhier bestemd, van Newcastle en bevond zich zaterdag 29 juni des avonds naar gissing op de hoogte van de Goeree, toen een vrij hevige wind opstak, die het schip zwaar deed werken en het lek (dat zich een paar dagen vroeger geopenbaard had) onrustbarend deed toenemen. Men draaide die nacht bij, in de hoop van zondagmorgen een loods te zullen vinden, doch te vergeefs; de zondagmorgen brak aan, maar geen loods was buiten te zien. Het weer was al slechter en slechter geworden, met een dikke bezette lucht, en het lek steeds toenemende, zodat men besloot, om zonder loods naar binnen te gaan, daar men voorzag dat men met het schip geen nacht meer op zee kon blijven. Men wilde tot dat einde afwachten tot het water gewassen was en hield ten 2 uur namiddag af, met het doel de tonnen van het Goereese zeegat op te zoeken. Het weer was en bleef echter dik en toen men eindelijk (3 uur) land zag, bemerkte men dat het schip op 7 vadem water voor Scheveningen stond. Onmiddellijk werd meerder zeil gezet, om het van de kust af te prangen, doch bijna tegelijkertijd vlogen fok, stag en brikzeil uit de lijken en was men genoodzaakt op 5 vadem diepte de ankers te presenteren. Beide ankers vielen, het zware met 90 en het daagse met 74 vadem ketting uit, maar het schip terugdrijvende, raakte de grond en was korte tijd daarna een prooi van wind en golven geworden. De doodsstrijd van de kapitein en de equipage heeft dus enige uren geduurd. De eerste vooral moet dit, met het oog op het lot van een aanvallige jonge zoon, die hij voor het eerst bij zich aan boord had, nog zwaarder gevallen zijn. Men had tot het laatste toe voor dat kind de meeste zorg gedragen en het eindelijk, goed in zeilen gewikkeld, aan het want bevestigd. Toen uiteindelijk alle hoop verloren was en ieder op zelfbehoud bedacht moest zijn, greep de kapitein, op aanraden van zijn stuurman, naar enig voorwerp, om zich vast te houden en trachtte tegelijkertijd zijn kind mee te nemen. Het laatste gelukte hem, doch wat het eerste betreft greep hij mis, zodat hij met zijn kind ogenblikkelijk in de golven verdween en niet meer gezien werd. De stuurman op een gedeelte van het dek drijvende gebleven, zag allen in korte ogenblikken verdwijnen en hij alleen, dank zij de stoutmoedige zelfopoffering van de stuurman Arie van der Zwan van de Scheveningse reddingboot, mocht het leven behouden. Een van de lijken is gisterenmiddag te 's Gravesande aan wal gespoeld en door de stuurman herkend als te zijn dat van de matroos Barends. De weduwen van de omgekomen schepelingen zijn radeloos; één in hoogst zwangere toestand, wil volstrekt het lijk van haar man zo mogelijk nog zien en wordt alleen op aanraden van haar betrekkingen teruggehouden. De stuurman, ofschoon nog jong, heeft nu reeds 4 schipbreuken bijgewoond en was bij een vroegere gelegenheid een van de twee, zoals hij nu de enige geredde is van de gehele equipage. De reddingboot van Loosduinen en die van Scheveningen, welke laatste (zondagmiddag) van Scheveningen gegaan is, getrokken door 20 paarden langs het strand naar Loosduinen, konden ten gevolge van de hoge zee geen hulp bieden.
|