|
Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. Aan het verslag over 1918 ontlenen wij het volgende: Onze stoomschepen ADONIS, BACCHUS, CLIO, HERCULES, MERCURIUS, NEPTUNUS, PLUTO, POLLUX, POSEIDON, TRITON en VESTA, die zich op de 21e maart in Amerikaanse wateren bevonden, werden in beslag genomen en tijdelijk onder Amerikaanse vlag gebracht. Onze stoomschepen AGAMEMNON, DANAE, RHEA, THALIA, TELLUS en VENUS, welke met aan de N.O.T. geconsigneerde ladingen van Spanje naar Nederland onderweg maandenlang te Gibraltar waren vastgehouden, ondergingen hetzelfde lot en werden door de Britse autoriteiten overgenomen. Gedurende hun vaart onder Engelse vlag gingen door molest verloren de RHEA en de THALIA, twee voor onze lijndiensten bij uitstek geschikte schepen, die in 1917 waren gebouwd, terwijl de POSEIDON onder Amerikaanse vlag, ten gevolge van een aanvaring verongelukte. Met het te onzer beschikking gebleven deel van de vloot konden wij een aantal houtreizen naar Zweden volbrengen, in het najaar met twee schepen reizen van en naar Noord-Amerika maken, terwijl twee van onze schepen in die dienst van de Koninklijke West-Indische Maildienst tussen de Verenigde Staten en West-Indië bleven varen. Met uitzondering van de vaart op Kopenhagen, moesten wij onze lijndiensten staken. Aan het einde van het jaar konden wij met onze kleinere schepen onze geregelde lijnen op Bordeaux, Portugal, Spanje, Italië en Griekenland hervatten. Wij openden een geregelde verbinding tussen Amsterdam en Gotenburg. Een belangrijk gedeelte van onze tonnage moet echter nog gebruikt worden voor de aanvoer van graan en kolen van Amerika. In de loop van het jaar werden ons opgeleverd de stoomschepen ALMELO groot 11.400 ton, IRENE groot 1.850 ton, MEROPE groot 1.850 ton, ORESTES groot 4.350 ton, ULYSSES groot 4.410 ton en bestelden wij de navolgende schepen ASTREA groot 2.200 ton, CARNA groot 2.200 ton, ARES groot 4.200 ton, BREDA groot 8.600 ton, BRIELLE groot 8.600 ton. De eisen aan onze pensioenreserve gesteld, noopten ons hieraan NLG 1.000.000 toe te voegen. Blijkens winst- en verliesrekening bedroeg het saldo vorig jaar NLG 14.617, exploitatierekening NLG 6.322.632 (vorig jaar 2.605.866), dividend Koninklijke West-Indische Maildienst (plus terug storting tantième Koninklijke West-Indische Maildienst) NLG 500.926 (406.576), terug storting tantième directie en commissarissen over kapitaalvermeerdering NLG 160.714, interestrekening NLG 705.063 (594.488), agiowinst NLG 4.475.971, reserve voor molest 3.500.000, liquidatierekening stoomschepen NLG 1.931.174 (2.496.035). Totaal van de winsten NLG 17.721.598 (12.316.918). Betaald werden aan tantièmes personeel NLG 616.900, koersverlies op effecten en valuta NLG 923.595, assurantie eigen risico (zee en molest) NLG 51.416, saldo bruto winst NLG 16.129.686, afschrijvingen NLG 1.741.977 (1.606.821), saldo netto winst NLG 14.387.708 (10.009.154), te verdelen: Reserve voor diverse belangen NLG 5.000.000, reserve voor assurantie eigen risico NLG 1.000.000, reserve voor afschrijvingen op schepen NLG 1.761.000, reserve voor huizenbouw overzijde IJ NLG 600.000, reserve voor pensioenen NLG 1.000.000, reserve voor belastingen NLG 1.132.160. Het dividend bedraagt totaal 15% (10%) NLG 2.000.000. Tantièmes NLG 857.142. Saldo op nieuwe rekening NLG 35.405. Op de balans staan de stoomschepen te boek voor NLG 11.434.013 (6.619.016), stoomschepen in aanbouw NLG 4.346.214 (6.063.210), Nederlands Schatkistpapier NLG 14.500.000 (14.905.000), effecten NLG 7.808.875 (7.847.357), kas NLG 2.451.960 (1.690.738).
|