1863
DZG 051163
Scheveningen, 4 november. Aangezet WILLEM BASTIAAN, stuurman T. de Mos, reder B. Pronk Wzn met 103.000 stuks haring.
1864
Op 15-01-1864 wordt voor de WILLEM BASTIAAN door B. Pronk Wzn. uit Scheveningen een eerste zeebrief aangevraagd voor kapt. T. de Mos.
RC 260164
Harwich, 22 januari. Aangekomen WILLEM BASTIAAN, Mos van Scheveningen.
1868
DZG 310568
In het laatst van verleden jaar werd onder de Engelse wal een Engels schip, zonder bemanning: GEORGE KENDALL geheten, in zee gevonden door de bemanning van de Scheveningse schuit: WILLEM BASTIAAN, die daar ter haringvisscherij was. Met behulp van enige Engelse vissers bracht men het zinkende schip te Gravesend binnen. De reder, B. Pronk, eigenaar van de WILLEM BASTIAAN, zond daarop, als zijn gemachtigde, dn heer Parser, te Scheveningen, derwaarts om over het redloon te onderhandelen. Dit werd door de tegenpartij geweigerd, waaruit een proces ontsproot, hetwelk gevoerd werd voor het Engels Hof van Admiraliteit, hetwelk eindelijk besliste, dat de eigenaar van het Engels schip gecondemneerd zou worden, om aan de Scheveningse reder uit te betalen 650 pond sterling. De heer Parser had zich dus van zijne taak op een allerloffelijkste wijze gekweten. Vererend waren ook de bewoordingen, welke de President van het Hof bij deze gelegenheid uitsprak en die voorkomen ïn de Shipping and Mercantile Gazette, welke dezer dagen van dit proces verslag gaf. (opm: bekort)