Familiegegevens en opleiding
Beno Dijksterhuis werd geboren op 11 maart 1840 te Beerta als zoon van de schoolmeester Reinder Kornelis Dijksterhuis en Ida Berends Craker.
Beno trouwde te Oude Pekela op 08 juni 1864 als schipper met Lammechien Kuiper, geboren op 10 juli 1845 te Oude Pekela als dochter van scheepsbouwmeester Jan Willems Kuiper en Hillechien Melles Pott.
Volgens http://www.werelate.org/wiki/Person:Lammechien_Kuiper_%281%29 overleed Lammechien in 1932 te Antwerpen.
Collectie famlieadvertenties Centraal Bureau voor Genealogie.
“Heden overleed, tot diepe droefheid van mij en mijne kinderen, mijn geliefde Echtgenoot BENO DIJKSTERHUIS in den ouderdom van 55 jaren
Uit aller naam
Wede. B.DIJKSTERHUIS
geb.KUIPER
Antwerpen, 9 October 1895”
http://www.werelate.org/wiki/Person:Beno_Dijksterhuis_(1) vermeldt:
Scheepskapitein. Hotelhouder: Hollands Hotel Dijksterhuis te Antwerpen. Hier is nu het Diamant museum
De Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Beno Dijksterhuis als schipper in 1864, 1867.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.Dijksterhuis was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 17 in de periode 1863 t/m 1871.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt B.Dijksterhuis als gezagvoerder gedurende:
* 1865 t/m 1868 van de 3-mastschoener “Reiziger”, gebouwd in 1864 te Pekela, 189 ton o.m., varend voor F.L.Drent te Pekela.
Beno Dijksterhuis wordt niet vermeld in de collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen.
Overige bijzonderheden
Een portret van de “Reiziger” is in bezit van de fam. Bots-Dröge te Nieuwkoop (januari 2008). Het portret draagt als onderschrift “Schooner Reiziger kapitein B.Dijksterhuis van O.PekelA 1864”. Aan de grote mast wappert vlag 17 van het college “De Trouw”. De moeder van mevr. Bots-Dröge is een nazaat van F.L.Drenth.
Een zwart-wit afbeelding van dit portret is afgebeeld in referentie 120
Afbeelding uit GENS NOSTRA jg 70, nr. 4: “Het stuurmans-leven van zeekapitein Luppo Gerlof Stel van 24 april tot 24 november 1879” door Jan Sjoert Moolhuizn.
Provinciale Groninger Courant 01 december 1866114
Elseneur, 23 november. Van de hier ter rede liggende noordwaarts bestemde schepen hebben 180 van hun reizen voortgezet, waaronder de schoenerkof W No. 74, (kapt. Kuperus, AALTJE BRONGERS); de koffen No. 4, uit Schiermonnikoog, No. 103, (kapt. Stutvoet, MARGARETHA), No. 17, (kapt. Bieze, ALIDA HENDR.), No. 125, (kapt. Wielema, MEIKE JACOBA), No. 2, (kapt. Teensma, AUKJEN); de schoener No. 17? (kapt. Dijksterhuis, REIZIGER).
Familiegegevens en opleiding
Willem werd geboren te Winschoten op 03 februari 1834 als zoon van de dagloner Jan Willems Alberda en Grietje Stoffers Glazenburg.
Willem trouwde te Finsterwolde op 31 oktober 1859 als stuurman ter koopvaardij met Eja Muller, geboren te Finsterwolde op 18 oktober 1835 als dochter van de visser Jakob Harms Muller en Sibrig Siemons Visscher. Eja overleed te Finsterwolde op 02 september 1881, 45 jaar.
Willem Alberda sloeg op 31 januari 1887 op 30o NB. over boord van zijn schip de “Reiziger” en verdronk.
Provinciale Groninger Courant 07 maart 1887114
Advertentie. Wij ontvingen de treurige tijding, dat onze geliefde vader Willem Jans Alberda, gezagvoerder van het schoenerschip REIZIGER de 30e januari j.l. bij een zware storm op de Atlantische Oceaan in de ouderdom van bijna 53 jaren zijn graf in de golven heeft gevonden.
Finsterwolde, 3 maart 1887, S. Alberda, uit aller naam.
De Burgerlijke Stand archieven in de provincie Groningen vermelden Willem Alberda als stuurman in 1859, 1862, als koopvaardijkapitein in 1881.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.Alberda was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 65 in de periode 1870 t/m 1887.
Willem Alberda was effectief lid van het zeemanscollege “De Harmonie” te Wildervank met vlagnummer 151 in de periode 1875 t/m 1887.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.J.Alberda als gezagvoerder gedurende:
* 1869 t/m 1887 van de 3-mastschoener “Reiziger”, gebouwd in 1864 te Pekela, 189 ton o.m., varend voor F.L.Drent te Pekela.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden:
05 maart 1853, kof “Argo”, kapitein Harm. H.Koster, 26 jaar uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok, scheepsjongen en lichtmatroos Willem Alberda, 18 jaar uit Finsterwolde
28 januari 1854, schip “Udo Frederik, kapitein Anania W.Kiers, geen leeftijd vermeld, uit Oude Pekela. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen waaronder Willem Alberda uit Winschoten, geen leeftijd vermeld, lichtmatroos en een kajuitwachter.
02 februari 1855, schip “Gesina Johanna”, kapitein Harm W.Lukens, geen leeftijd vermeld uit Oude Pekela. Voorts stuurman, 2 matrozen waaronder Willem Alberda, geen leeftijd vermeld uit Finsterwolde, lichtmatroos en een kajuitwachter.
05 februari 1856, schip “Frouwina”, kapitein Derk Duit, geen leeftijd vermeld uit Oude Pekela. Voorts stuurman Willem Alberda, geen leeftijd vermeld uit Finsterwolde, matroos, lichtmatroos en een kajuitwachter.
06 maart 1862, galjoot “Heikia” (wellicht “Ackia”), kapitein Casper J.Dijk, 64 jaar uit Oude Pekela. Voorts stuurman W.J.Alberda, 28 jaar uit Finsterwolde, kok, matroos en een lichtmatroos.
23 juni 1871, schoenerbrik “Reiziger”, kapitein Willem Alberda, geen leeftijd en woonplaats vermeld. Voorts stuurman, kok en 3 matrozen.
25 februari 1875, schoener “Reiziger, kapitein Willem Jans Alberda, geen leeftijd vermeld uit Finsterwolde. Voorts stuurman, kok, matroos en een lichtmatroos.
12 augustus 1875, schoener “Reiziger”, kapitein Willem Jans Alberda, 41 jaar uit Finsterwolde. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.
24 april 1879, schoener “Reiziger”, kapitein Willem Jan Alberda, 45 jaar uit Finsterwolde. Voorts stuurman kok, 2 matrozen en een lichtmatroos.
27 april 1880, schoener “Reiziger”, kapitein Willem Alberda, geen leeftijd vermeld uit Finsterwolde. Voorts stuurman kok, 2 matrozen, 2 lichtmatrozen.
06 november 1884, schoener “Reizigerr”, kapitein Willem Alberda, 50 jaar uit Finsterwolde. Voorts stuurman, kok, 2 matrozen en 2 lichtmatrozen.
10 december 1884, schoener “Reiziger”, kapitein Willem Alberda, geen leeftijd vermeld uit Finsterwolde. De kapitein als enige op de monsterrol.
28 maart 1887, kapitein Willem Alberda, geen leeftijd vermeld uit Finsterwolde. De kapitein als enige op de monsterrol.
In de 13 monsterrollen op het overzicht van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen wordt Willem Alberda ook vermeld als W.J., Willem Jans en Willem Jan.
Het overzicht luidt:
1853 lichtmatroos op de kof “Argo” onder kapitein H.Koster 18 jaar
1854 matroos op de “Udo Frederik” onder kapitein Anania Kiers geen leeftijd
1855 matroos op de “Gesina Johanna” onder kapitein Harm W.Lukens geen leeftijd
1856 stuurman op “Frouwina”,onder kapitein Derk Duit geen leeftijd
1862 stuurman op de galjoot “Heikia”(“Ackia”?) onder kapitein Casper J.Dijk 28 jaar
1871-1887 kapitein van de schoenerbrik/schoener “Reiziger” 41-53 jaar
Overige bijzonderheden
Bericht van Rinze Mast per e-mail dd 25 november 2006:
“Kapitein Kuiper is een uiterst taaie rakker. Ik kreeg vanmiddag van Bram Westers een extract uit het typoscript van kapitein Gerrit Knijpinga, die ooit zijn oom Berend Kruize in 1944 interviewde. Kruize had als matroos gevaren op de 3-m schoener REIZIGER van F.L. Drenth te Oude Pekela, kapitein W.J. Alberda (vanaf 1869!). Volgens Kruize sloeg kapitein Alberda op 31 januari 1887 's morgens om 06.30 op 30 graden N.breedte tijdens vliegend stormweer door een zware stortzee met een deel van de kajuit, de - kap, de koekkoek en de helft van het stuurrad over de muur. Met zag hem nog even drijven met zijn Zuidwester op, maar kon zelf niets verrichten.
Volgens het Register van Aanmonstering Oude Pekela monsterde Jan Derk Kuiper op 21 maart 1887, rolnummer 10/1887, als kapitein voor de REIZIGER, van Liverpool naar zee op avontuur.
Volgens Knijpinga's aantekeningen liep de REIZIGER in 1889 op een reis van Demerara naar Nederland, na verlies van zeilen en een gebroken roer, Falmouth als noodhaven aan.
Tussen 1869 en 1887 voer de 3-mastschoener “Reiziger” onder gezag van kapitein W.J.Alberda. “In augustus 1884 vaart zij met een lading stro van Delfzijl naar Pernaat bij Cardiff, alwaar na lossing, briketkolen worden ingenomen voor Rio Grande (Brazilië). Het schip vindt tussen februari 1885 en november 1886 in de Braziliaanse kustvaart emplooi, doch krijgt dan een retourlading naar Europa. Op 31 januari 1887 slaat tijdens vliegend stormweer op de Atlantic kapitein W.J.Alberda overboord en verdrinkt. Stuurman G.Hoberg neemt daarna het commando op zich en weet, na een reis van 108 dagen, de gehavender REIZIGER veilig Queenstown en later Liverpool binnen te brengen. Het schip wordt aldaar in het Victoriadok gesleept.120
Uit: Jan Derk Kuiper. Het zeemansleven van een Pekelder kapitein
Rinze K.Mast, Jaarverslag 2008 van het Kapiteinshuis Pekela. Stichting Westers, pp.6-20.
Tussen 1869 en 1887 voer de 3-mastschoener “Reiziger” onder gezag van kapitein W.J.Alberda. “In augustus 1884 vaart zij met een lading stro van Delfzijl naar Pernaat bij Cardiff, alwaar na lossing, briketkolen worden ingenomen voor Rio Grande (Brazilië). Het schip vindt tussen februari 1885 en november 1886 in de Braziliaanse kustvaart emplooi, doch krijgt dan een retourlading naar Europa. Op 31 januari 1887 slaat tijdens vliegend stormweer op de Atlantic kapitein W.J.Alberda overboord en verdrinkt. Stuurman G.Hoberg neemt daarna het commando op zich en weet, na een reis van 108 dagen, de gehavender REIZIGER veilig Queenstown en later Liverpool binnen te brengen. Het schip wordt aldaar in het Victoriadok gesleept.
Provinciale Groninger Courant 27 april 1870114
Elseneur, 22 april. De schepen MARGARETHA, kapt. Boerhave, naar Stockholm, en REIZIGER, kapt. Alberda, naar Petersburg bestemd, beide van Messina komende, liggen ten noorden van hier wegens tegenwind geankerd.
Provinciale Groninger Courant 09 oktober 1874114
Veendam, 6 oktober. Volgens ontvangen bericht zijn de volgende schepen in St. Petersburg met hout bevracht op Edam of Purmerend, als: DIRK EN PIETER, kapt. Hinlopen, CATHARINA, kapt. De Vries, GODOLEVUS, kapt. Heeres, REIZIGER, kapt. Alberda, en PAULUS MEINTS, kapt. Plaatje.
Voor lijnzaad beding men als vracht NLG 18.
NRC 09 november 1874114
Veendam, 7 november. Volgens particulier bericht uit Kroonstad waren aldaar op 2 dezer wegens tegenwind nog liggende de vroeger als vertrokken gemelde schepen DIRK EN PIETER, kapt. D. Hinlopen, UNIE, kapt. Parrel, PAULUS MEINTZ, kapt. Plaatje, GODOLEVUS, kapt. Heeres, REIZIGER, kapt. Alberda, en WILLEM V.D. BEY, kapt. De Jong, benevens nog 5 andere schepen
Provinciale Groninger Courant 15 september 1879114
De luchtballon van madame Godard, gisteren door hevige wind en groot verlies van gas nabij Urk in de Zuiderzee te water geraakt, is door kapt. Alberda, schoener DE REIZIGER, van Amsterdam naar het Vlie op reis, opgehaald en daardoor zijn de reizigers uit doodsgevaar gered. Op de Vlie rede zijn de luchtpassagiers met hun ballon afgezet en gisteren namiddag te Harlingen door een der loodskotters aangebracht. Madame Godard heeft de arm gebroken bij het uitlaten van het anker, dus vóór het dalen van de ballon. De daling ging uitermate snel in haar werk, zodat beide luchtpassagiers, volgens uitdrukking van de compagnon de voyage van madame Godard, ,,kopje onder” gingen.
Te Harlingen gekomen, is de arm der patiënte wel onderzocht, maar de heldin wilde geen verdere behandeling toelaten uit vrees voor pijn. Trouwens aan het zetten van de arm was, wegens de gezwollen toestand, niet te denken. De reizigers zijn voornemens heden morgen per boot naar Amsterdam te retourneren. De ballon is op verscheidene plaatsen gescheurd.
NRC 23 april 1885114
Rio Grande, 21 maart. Gecharterd werden onder anderen de Nederlandse schepen TASMANIA, kapt. Schuth, tot Sh.20/- voor beenas naar Het Kanaal, HEBE, kapt. Boelens, en REIZIGER, kapt. Alberda, van Itajai met hout naar Rio tot respectievelijk 3.300 reis en 3.200 reis, voorts HENRIKA, kapt. Hazewinkel, van Porto Alegre (ten noorden van Rio Grande) met gezouten huiden naar het Kanaal tot Sh.37/6. Niet bevracht liggen thans 31 schepen in de haven.
NRC 27 november 1885114
Buenos Aires, 15 oktober. Het Nederlandse schip BARBARA HENDRIKA, kapt. Meijer, 152 ton, van Empedrado met quebrachohout voor 51 frank naar het Kanaal, en REIZIGER, kapt. Alberda, 167 ton, van Paysandu (river Uruguay) met vlees naar Brazilië voor 2½ realen.
NRC 02 maart 1887114
Rotterdam, 1 maart. Kapt. W.J. Alberda, gezagvoerder van het driemast schoenerschip REIZIGER, van Santa Cathalina te Queenstown aangekomen, is de 30e januari over boord gevallen en verdronken.
NRC 27 juni 1888114
Rotterdam, 26 juni. Het schip J.H. HENKES, kapt. Van Heuveln, vertrok volgens ontvangen telegram uit Londen van Maracaibo 28 april en het schip REIZIGER, kapt. Alberda, 26 mei van Montevideo, beide naar Het Kanaal.