|
Buenos Aires, 15 mei. In Entre Rios is een opstand uitgebarsten en zijn vanwege het gouvernement alle havens in genoemde provincie gesloten verklaard. Het Nederlandse schip LOUISE EN MARIA, kapt. Hazewinkel, dat naar Concepcion del Uruguay bevracht is en de zout-ballast reeds aan boord heeft, kan dientengevolge niet vertrekken. De SYMPATHIE, kapt. Boer, die ook naar Concepcion bevracht was, heeft een charterpartij ontbonden gekregen en gaat nu naar Paraguay om op hier terug te komen. De ENGELINA, kapt. De Groot, is bevracht naar Villa Colon, doch moet blijven liggen, aangezien dit plaatsje in de macht van de opstandelingen is. De IDA JOHANNA, kapt. Bosker, moet naar Frey Bentons; maar aangezien daar geen lading is, wil de bevrachter het naar Conceptio of elders in Entre Rios zenden; het kan om meer genoemde redenen de reis derwaarts niet aanvaarden. De BENGALES, kapt. De Goede, gaat naar Tuyu om voor Havanna te laden; de JACATRA, kapt. Dirksen, is nog onbevracht. Te Montevideo en Rio de Janeiro is volgens de laatste berichten, de gele koorts zo goed als geweken. Op eerstgenoemde plaats liggen de Nederlandse schepen MARIA BEERTA, kapt. Roosjes, ANNA SOPHIA, kapt. Hamstra, LANDBOUW, kapt. Sannes, CATHARINA HENDRIKA, kapt. Kruisinga, BERNARDUS GODOLEVUS, kapt. Wagenaar en HENDRIKA, kapt. Bronsema; de eerste twee zijn bevracht; de overige nog zonder bestemming.
|