1959-12-28: |
NvhN 28-12-1959: Twee opvarenden vermist van kustvaarder Deo Gloria. Echtpaar vermoedelijk overboord geslagen - baby blijft achter. Twee opvarenden worden vermist van de kustvaarder Deo Gloria: de 28 jarige J. F. M. Crul en diens 25-jarige vrouw H. Crul-Wevers uit Breda. Men vermoedt, dat het echtpaar door een stortzee overboord is geslagen. De vrouw van de kapitein heeft de zorg op zich genomen voor hun baby, die ook aan boord is. De Deo Gloria, die tot vanmorgen door zocht naar de vermisten, is eigendom van de heer H. Boll in Heilo en wordt bevracht door Wijnne en Barends in Delfzijl. De Deo Gloria voer gisteravond omstreeks half zeven in de Golf van Biscaye, toen een hoge zee het schip trof. Een der deuren werd ontzet en een groot deel van de deklast vaten met groente sloeg overboord. Op de commando's van kapitein A. Huizing, afkomstig uit Groningen, werd in de machinekamer normaal gereageerd, maar naderhand bleek dat niet de eerste, maar de derde machinist voor de uitvoering van de commando's zorgde. Eerste machinist Crul was even naar boven gegaan. Men ging zoeken, maar vond noch Crul, noch diens vrouw. Aangenomen wordt, dat het echtpaar op het achterdek heeft gestaan en door de stortzee overboord is geslagen. De Deo Gloria riep andere schepen te hulp om de vermisten te zoeken. Er is doorgezocht tot na het aanbreken van de dag. De kansen zijn gezien het slechte weer — hoge zeeën met windkracht acht tot tien en de temperatuur van het water, bijzonder klein. Het echtpaar Crul had zijn negen maanden oude baby bij zich aan boord. De vrouw van de kapitein, die eveneens meevaart, heeft de zorg voor het kind op zich genomen. De Deo Gloria was met stukgoed onderweg van Napels naar Engeland.
De Tijd De Maasbode 28-12-1959: In woeste storm. Machinist en zijn vrouw van kustvaarder gespoeld. Speurtocht in de Golf van Biskaje.
Vlissingen, 28 dec.-In de Golf van Biskaye zoeken op een woeste zee verscheidene schepen sinds gisteravond naar de twee opvarenden van de 498 ton metende kustvaarder „Deo Gloria" uit Delfzijl. Het zijn de eerste machinist en zijn echtgenote, die zondagavond door een wilde stortzee van boord gespoeld moeten zijn. Het echtpaar had een baby van negen maanden op het schip. Tot middernacht had de speurtocht in het stormweer - hoge zeeen en windkracht acht tot tien — nog niets opgeleverd. De „Deo Gloria", die vaart voor de rederij Wijnne en Barends te Delfzijl en eigendom is van de heer H. Boll, was ter hoogte van Portugal in de omgeving Quessant toen het ongeluk gebeurde. De wacht op de brug was juist afgelost. zo vertelde de kapitein aan zijn collega's van de schepen. die in allerijl op zijn noodsein kwamen meezoeken. De eerste machinist zou de tweede gaan vervangen, doch hij kwam niet opdagen. De bemanning ontdekte, dat hij noch zijn vrouw meer aan boord waren. Het echtpaar moet op het moment, dat een stortzee over het schip sloeg, op het achterdek hebben gestaan. De huizenhoge golven ontzetten een van de deuren en sloegen een kast met brandblusmateriaal weg. De deklast van de „Deo Gloria", vaten met groente, gleed weg en kwam grotendeels in zee terecht.
Algemeen Handelsblad 28-12-1959. In Golf van Biscaye. Echtpaar van Deo Gloria overboord en verdronken. (Van onze correspondent) Groningen, 28 december. Tijdens stormweer in de Golf van Biscaye zijn gisteren twee opvarenden van de Nederlandse kustvaarder Deo Gloria (498 ton) uit Delfzijl verdwenen. Men neemt aan, dat de eerste machinist, de 28-jarige J. F. M. Crul en diens echtgenote, mevrouw H. Crul-Wevers, beiden uit Breda, over boord zijn geslagen en verdronken. Hun negen maanden oude baby bevindt zich aan boord. Een woordvoerder van de bevrachters Wijnne en Barendts, waarvoor de Deo Gloria vaart, gaf als zijn persoonlijke mening te kennen, dat mevrouw Crul vermoedelijk door een stortzee overboord is geslagen, waarna haar man haar zou zijn nagesprongen. Men heeft pas na enige tijd gemerkt, dat de twee mensen waren verdwenen. Vandaag zal men nog enige tijd zoeken. Het schip was, onder commando van kapitein A. Huizing, met een lading stukgoed onderweg van Napels naar Hull en Londen.
De Volkskrant 29-12-1959: Plotseling op schip vermist. In zee gevallen echtpaar niet gevonden. (Van onze correspondent) Delfzijl, 29 dcc.- De Nederlandse kustvaarder „Deo Gloria" (498 ton) heeft zondagavond, zondag- nacht en maandag in de Golf van Biskaye onafgebroken gezocht naar de stoffelijke overschotten van de dertig-jarige eerste machinist Jos. F. M. Crul uit Breda en zijn echtgenote, mevrouw H. Crul-Wevers, die plotseling aan boord werden vermist en dus overboord geslagen moet zijn. Tot nu toe heeft men de slachtoffers niet kunnen vinden. Niemand heeft het ongeluk, dat zondagavond tussen half zeven en zeven uur moet zijn gebeurd, gezien. Omstreeks half zeven was het echtpaar nog aan boord. Wat later kreeg het schip, dat in een vliegende storm door de Golf van Biskaye voer, een paar stortzeeën over. De deklading (stukgoed, vaten met groente) begon te schuiven en kapitein A. Huizing uit Groningen gaf de machinekamer met de scheepstelegraaf het bevel „Bijdraaien". Het belsignaal werd beantwoord en het schip draaide bij. Omdat eerste machinist Crul op dat ogenblik officieel dienst had in de machinekamer en het bevel werd opgevolgd, kreeg de kapitein geen argwaan. Toen hij later in de machinekamer kwam, zag hij echter dat de derde machinist daar aan het werk was. In de hut van de eerste machinist trof de kapitein daarop alleen diens negen maanden oude zoontje aan. Bij een onderzoek op het schip werd het echtpaar Crul nergens ontdekt. De kapitein liet het schip onmiddellijk draaien om te zoeken op de plaats, waar het echtpaar overboord moest zijn geslagen. Verscheidene andere schepen, onder andere de vrachtvaarder „Magas" van de KNSM, namen later aan het zoeken deel, maar het had geen enkel resultaat. De Delfzijlse cargadoorsfirma Wijnne en Barends, die de „Deo Gloria" voor eigenaar H. Boll uit Heiloo exploiteert, werd radio-telefonisch op de hoogte gesteld van de vermissing van het echtpaar. Eerste machinist Crul voer pas vier maanden op de „Deo Gloria". Zijn vrouw en kind maakten de reis mee, omdat het schip voorlopig geen Nederlandse haven zou aandoen. De „Deo Gloria" is op weg van een Italiaanse haven naar Avonmouth in Engeland.
De Telegraaf 30-12-1959: Drama op Zee brengt Rouw bij Huwelijk. Eigen nieuwsdienst Breda/Londen, woensdag. Donderdag trouwt m'n zoon André, die ook eerste- machinist is. De huwelijksvoltrekking moet doorgaan, heb ik gezegd, want uitstel geeft onze kinderen niet terug. Maar feest zal het niet zijn." Mevrouw Crul uit Breda, moeder van de machinist Jos Crul. die op Kerstmis samen met zijn jonge vrouw Henny van het achterdek van de kustvaarder „Deo Gloria" werd geslagen, zegt het gelaten. In het gezin Crul aan de Rijpstraat te Breda heerst grote verslagenheid. Twee zoons uit dit gezin zijn zeelui en een dochter is getrouwd met een kapitein en vaart met hem mee. Maar na het ontstellende bericht van de kerstdagen vraagt men zich in Breda dagelijks af, hoe het drama zich aan boord van de „Deo Gloria" kan hebben voltrokken. „Het was zwaar weer in de Golf van Biscaye" zo zegt vader Crul, „maar een machinist komt met windkracht 12 toch niet aan dek!" Wat kan het echtpaar bewogen hebben om toch aan dek te gaan? Raadsel. Mevrouw Crul zegt: „Jos was geen jonge die, als er moeilijkheden waren, het werk aan anderen zou overlaten. Van de kapitein hoorden we, dat de deklast zou zijn gaan kruien. Jos zal wel naar boven zijn gegaan om een handje te helpen", zo meent zij. Waarschijnlijk is de jonge vrouw haar man aan dek gevolgd. Maar de juiste toedracht weet niemand. Na de kerstviering in de kapiteinshut zei mevr. Crul tot de echtgenote van kapitein Huizing: „Ik ga even naar mijn hut om naar de 'baby te kijken". Nimmer heeft zij de hut bereikt. Kapitein Albertus Huizing vertelde: „Cruls was nog jong. Hij was 28, maar hij was mijn vriend. Op deze reis hadden wij onze vrouwen meegenomen omdat wij samen Kerstmis wilden vieren. Nadat wij de kinderen naar bed hadden gebracht, dineerden wij in mijn hut." Noodsignalen. Nadat de kapitein de vermissing, pas na twee uur, had geconstateerd, liet hij het schip draaien en zond noodsignalen naar alle schepen. Tot maandag zocht de „Deo Gloria",de zee af. De kust- vaarder is nu op weg naar Londen en vandaar zal Fransje, die op de ongeluksavond door de kapitein alleen in de hut werd aangetroffen, naar Nederland worden teruggebracht. De kleine jongen zal straks bij een van de dochters van de familie Crul worden ondergebracht. De zuster en de broer van de omgekomen machinist zullen blijven varen. De zuster aan boord van het schip van haar man, en straks, na het huwelijk van de broer, zal er weer een jonge vrouw meegaan naar zee...
Trouw 02-01-1960: De kleine Fransje Crul, de baby die op eerste kerstdag wees werd toen zijn ouders door een golf van de „Deo Gloria" werden gespoeld, is donderdag in Londen aangekomen. De kapitein van het schip, de heer A. Huizing, die na het vreselijke ongeluk de negen maanden oude baby onder zijn hoede had genomen, droeg het kind in Londen van boord. Het kostte hem moeite van Fransje afstand te doen, maar natuurlijk kon de kleine moeilijk aan boord blijven. Dat hoefde ook niet: een oom en tante van het kind, de heer en mevrouw R. L. Bye uit Bexley (Kent) stonden klaar om de verzorging over te nemen. Er waren trouwens heel wat Britse gezinnen geweest die, nadat het bericht over het ongeluk in de kranten was verschenen, aangeboden hadden voor Fransje te zorgen. Die vriendelijke aanbiedingen konden echter worden afgeslagen. Fransje zal overigens niet in Engeland blijven. De familie Bye heeft de overtocht naar Nederland al geregeld, waar de grootouders in Amsterdam voor de verdere opvoeding zullen zorgen. Intussen is donderdag de heer André Krul, een broer van de verongelukte eerste machinist - zelf ook zeeman - in het huwelijk getreden- De bruiloft is doorgegaan, zij het zonder feestelijkheden.
Friese koerier 02-01-1960: „Deo Gloria” in Londen. Velen boden aan voor baby te zorgen. Londen (UPI) -Nadat het Nederlandse schip Deo Gloria donderdag was gemeerd is een verpleegster aan boord gegaan om voor de kleine, negen maanden oude baby Fransje Crul te zorgen, wiens ouders deze week door een overslaande golf in de Golf van Biskaje van boord werden gespoeld en verdronken. Een groot aantal Engelse gezinnen heeft aangeboden voor de baby te zorgen, maar de kapitein van de Deo Gloria, de heer A. Huizing, heeft gezegd dat de verpleegster voor de kleine zal zorgen tot deze maandag naar Nederland zal worden gebracht waar hij onder de hoede van zijn grootouders komt.
NvhN 09-01-1960: Fransje Crul in Breda. In de Teteringenstraat te Breda is doodmoe van de lange reis, Fransje Crul, die bijna een jaar is, uit Engeland aangekomen. De ouders van Fransje zijn zoals bekend van de kustvaarder Deo Gloria overboord geslagen. De kleine jongen is met de kustvaarder Hinde naar Nederland gekomen. De gezagvoerder van dit schip, dat voor dezelfde rederij vaart als Deo Gloria is kapitein Hazenberg, een zwager van de omgekomen Jos Crul, die als eerste machinist op de Deo Gloria voer. De vrouw van kapitein Hazenberg had het kind overgenomen van kapitein Huizing van de Deo Gloria. Als de formaliteiten zijn vervuld zal het kind hoogstwaarschijnlijk aan haar worden toegewezen. |