1808 – 1814
De AMSOMACK is op 15 oktober 1810 in Antwerpen door de douane verkocht en zal bij de francisatie op 23 februari 1811 reeds DEUX AMIS zijn genoemd. De reden van deze waarschijnlijk gedwongen verkoop is niet bekend. De naam AMSOMACK is echter nergens teruggevonden en zal vermoedelijk op een lees- of schrijffout berusten. De waarschijnlijke scheepsnaam is ALKNOMAC; het fregat is in Portland, Maine, Verenigde Staten gebouwd, in 1802.
Van dit schip zijn uit 1808 enkele flarden van berichten op internet gevonden die we in vertaling hieronder weergeven.
1808
HCR 170408
De ALKNOMAC (Amerikaan), van Barcelona, is aangehouden en door het fregat MEDUSA naar Portsmouth opgebracht, waar het schip …… (opm: vermoedelijk de zeilen) heeft weggesneden.
LI 270608
Het Amerikaans schip ALKNOMAC, kapt. Henry Marshall, onlangs uit de Middellandse Zee in Hull aangekomen, ligt in lading en zal definitief op 2 juli 1808 naar New York vertrekken met de lading uit Leeds die dan aanboord is.
1815
LL 220715
Dinsdag 17 juli. De DEUX AMIS (opm: fregat, thuishaven Antwerpen), van Lissabon naar Ostende, is door de oorlogssloep TROIS FRÈRES aangehouden en naar Nantes opgebracht.
1816
Op 31 december 1816 werden een zeebrief en een Turkse Pas verstrekt voor de DEUX AMIS, aangevraagd door Aerts van den Bergh, Antwerpen, voor kapt. J.B.H. Oreille als kapitein. De pas werd op 18 december 1817, na terugkeer van de reis naar Rio de Janeiro, overeenkomstig de instructies teruggezonden en door de autoriteiten geroyeerd.
De officiële scheepsnaam DEUX AMIS wordt in de kranten ook wel vertaald in TWEE VRIENDEN
1817
HCR 310317
Cowes, 28 maart. J.l. zondag (opm. 23 maart) is het Nederlandse schip (opm: fregat) DEUX AMIS, kapt. J.B.H. Oreille, acht dagen onderweg van Antwerpen, deze haven in zeer lekke staat binnengelopen en moet volledig worden gerepareerd voordat de reis kan worden voortgezet (opm: zie OHC 050617 en 130920).
OHC 050617
Amsterdam, 2 juni. Den 29 mei is van Cowes vertrokken het schip LES DEUX AMIS, kapt. Oreille, van Antwerpen naar Rio de Janeiro (opm: zie HCR 310317).
PLDA 041117
Te Rio Janeiro is aangekomen DEUX AMIS, kapt. J.B.H. Oreille, van Antwerpen.
1818
Op 30 januari 1818 werd opnieuw een Turkse Pas voor de DEUX AMIS aangevraagd door Aerts van den Bergh, Antwerpen, voor kapt. J.B.H. Oreille. Deze werd nu echter geweigerd wegens ‘oude Bewijs van Eigendom (1810) te oud; eerst nieuw B.v.E. en nederlanderschap aanvragen voordat aanvraag wordt gehonoreerd’.
Op 10 februari werd een nieuwe aanvraag ingediend. Deze werd wederom afgewezen wegen ‘B.v.E. nu ingediend, maar geen nederlanderschap, dus opnieuw afgewezen’. Eerst op 23 februari 1818 waren de papieren in orde en werd een Turkse Pas voor een reis naar Rio de Janeiro afgegeven.
JAG 121118
Antwerpen, 10 november. Aangekomen het Belgische schip (opm: Zuid-Nederlandse fregat) l’APOLLON, kapt. G.H. Quedens, van Rio-Janeiro aan het adres van de firma Jacques Serruys & Cie, geladen met koffie, huiden, suiker en ebbehout.
Het Hollandse schip VREDE EN VRIENDSCHAP, kapt. Klaas Nieuveen, van Liverpool; geladen met quercitron (opm: eikenschors om katoen geel te kleuren), rijst, manufacturen en steenzout.
Het Nederlandse schip (opm: Zuid-Nederlandse fregat) les DEUX AMIS, kapt. J.B.H. Oreille, van Rio-Janeiro, aan het adres van M. Vanden Berg Aerts, geladen met koffie, katoen, geel hout, suiker, thee, droge huiden, tapioca en koopmansgoederen.
1819
Op 13 april 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt alsmede een Turkse Pas voor een reis naar Rio Janeiro voor de DEUX AMIS, aangevraagd door Aerts van den Bergh, Antwerpen, voor kapt. Jans Erichsen Beckman. Het schip lag in Antwerpen en was volgens opgave buitenslands gebouwd.
Of deze reis inderdaad is uitgevoerd kon niet worden vastgesteld; er is geen relevante zeetijding gevonden.
Het is waarschijnlijk dat het fregat, zoals in die dagen zo veel van haar ‘collega’s’, wegens de slechte economische omstandigheden tot maart 1821 heeft opgelegd gelegen.
1820
OHC 300920
Op 9 oktober 1820 zal door de makelaars Bréquigny en R. van Goorlaecken in het openbaar, in de Makelaarskamer boven de Beurs, worden verkocht het fraaie Nederlandse fregat LES DEUX AMIS, 275 ton groot, thans gemeerd in het Grote Dok te Antwerpen. Het schip is een der fijnste zeilers en in 1817 volledig herbouwd en gekoperd van de kiel tot het hoofddek (opm: zie HCS 310317). De tuigage is sinds vorig jaar nieuw en het schip heeft een volledige inventaris om naar zee te kunnen gaan en een lange reis te maken. Voor een volledig onderzoek van de inventaris kan men zich richten tot het kantoor van scheepsmakelaar Bréquigny te Antwerpen. (opm: het schip werd niet verkocht)
1821
Op 16 maart 1821 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de DEUX AMIS, nu voor kapt. M.J. Mesdagh, in verband met ‘wijziging kapitein’.
RC 140421
Rotterdam, 13 april. Van Vlissingen wordt van den 10 gemeld:
Het schip SAVANNAH, kapt. J. Drinkwater, is van zijn quarantaine ontslagen en is van hier naar zee gezeild de OOSTERSTAR (opm: smak), J. Moller, naar Noirmoutier.
Heden zijn voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen de VRIENDSCHAP, kapt. E.E. de Vries, van Oleron; de DRIE GEZUSTERS, J. Sipkes, van Penzance, laatst van Croisie (opm: Le Croisic); DE JONGE WILLEM. J. Parlevliet, van Liverpool, en gisteren en heden de Schelde afgekomen en naar zee gezeild L’ESPERANCE, A. van Geyt en de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, naar Londen; de VROUW ANNA, H.H. Borgerding, naar de Marennes; de VROUW HENDRIKA, T.P. Kramer naar Oleron; de TWEE VRIENDEN, M. Mesdagh, de VROUW MARTHA, D.R. van Wijk, de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, de VROUW REINA, H. Koops, HENRIËTTE, G. Abrams, de GEZIENA, C. Taaij, de LIEFDE, M. Bakker en de JONGE NICOLAAS (opm: kof JONGE NICOLAS, thuishaven Gent), J.C. Jansen, naar Liverpool; de HARMONIE, H.C. Schutt, de VROUW LUPPINA, E.H. Mulder en de VROUW GEZIENA, D.J. Greeven, naar Noirmoutier;
RC 080521
Rotterdam, 7 mei. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 4 mei:
Op de rivier (opm: Theems) is gearriveerd Granger; te Liverpool Abrams, Blem, Mesdagh, Santzen, HOOP, ANATA, De Boer, Hoops, Baith en van Wijk, van Antwerpen, Broekhart, Woldringh en Tammes van Rotterdam, De Vries van Harlingen, Strapenhoij, Mulder en Hessing van Amsterdam;
RC 050621
Rotterdam, 4 juni. Sedert onze laatste zijn, voor Antwerpen bestemd, ter rede van Vlissingen gekomen de schepen de HOOP, K.Z. Schutt, van Callandsborg (opm: Kalundborg); de VROUW ANNA, K.A. Bos, van Noirmoutier; de LIEFDE, M. Bakker, van de Marennes; SARAH, P. Peters, van Liverpool; de GOEDE HOOP, T. Mooij, van Brazilië; de VROUW ELIZABETH, C.T. Meeuwes, van Les Sables d’Olonne; de MARIA, S. Kroon, KLAZINA ENGELINA, L.K. Tiktak, de VROUW GEZINA, D.J. Greeven, van de Marennes; de GOEDE HOOP, W.A. Boon, van Rochelle; WALCHEREN (opm: galjas), P. Hansen, van Les Sables d’Olonne; de VROUW LUPPINA, H. Mulder, van Noirmoutier; de VROUW ALIDA, T. Swijers (opm: smak, kapt. Tijmen Swijrs, later Swiers), van Oleron; HARMONIE, H.C. Schut, van Noirmoutier; DIVERDINA, P. Meintz, van de Marennes; de VROUW GEZINA, E.J. Dik, de VRIENDSCHAP, F.L. Hoskamp (opm: kof, Tonnis Lammerts Hofkamp), de MARIA, C.T. de Boer, de VROUW MARTHA, D.R. van Wijk, de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, de JONGE WILLEM, P. Stratingh, AURORA, S.J. Brouwer, de JONGE NICOLAAS, K.IJ. Parma, de VROUW REINA, H. Koops, de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, de TWEE VRIENDEN, M. Mesdagh, de HENRIETTE, G. Abrams, de ZEELUST, G.A. Wieringa, de VROUW ALIDA, T.E. Bart, de JONGE NICOLAAS (opm: JONGE NICOLAS), J.C. Jansen, de GEZINA, C. Taaij, en THEODORE, J. Anderson, van Liverpool.
1822
Op 13 april 1822 werd de zeebrief van de LES DEUX AMIS, kapt. Beckman, door Bréquigny, Antwerpen, naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘nu le MÉTÉORE, kapt. M.J. Mesdagh, waarna op 17 mei royement volgde. Waarschijnlijk was de zeebrief bij de kapiteinswissel in maart 1821 ‘zoek’ geweest waardoor hij niet kon worden ingeleverd zoals de instructies luiden en werd dit verzuim nu goedgemaakt waardoor tevens de gestelde cautie kon vrijvallen.
Op 17 mei 1822 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MÉTÉORE, aangevraagd door C. Bréquigny, Antwerpen, voor M.J. Mesdagh als kapitein. Tevens werd er een Turkse Pas afgegeven voor een reis naar Zuid Amerika.
Op 3 december 1822 werd voor deze combinatie opnieuw een Turkse Pas verstrekt, eveneens voor een rondreis naar Brazilië.
MCO 060622
Vlissingen, 4 juni. Den 2 dezer is van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de MÉTÉORE, kapt. M. Mesdagh, naar Rio Janeiro, met stukgoederen.
RC 301122
Rotterdam, 29 november. Van Vlissingen wordt van den 26 dezer gemeld, dat sedert onze laatste, voor Antwerpen bestemd, aldaar ter rede gekomen zijn de schepen de DRIE VRIENDEN, R.Z. Schut, van Londen; WEMELINA KRANENBURG (opm: kof WEMELINA KRANENBORG), J.J. Prange, van Liverpool; METEORE, M.J. Mesdagh, van Rio Janeiro; de EENDRAGT (opm: kof), J.H. Deddes, van Palermo; le CHASSEUR (opm: kotter, thuishaven Antwerpen), G. de Haan, van Malaga, dit laatste moet quarantaine houden,en is van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild SUZANNA, H. Kenkel, naar Stettin (opm: Szczecin).
1823
DC 260723
Vlissingen, 19 juli. Van den 16 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen METEORE, kapt. M. Mestdagh (opm: thuishaven Antwerpen, kapt. M.J. Mesdagh), van Rio de Janeiro met koffij en huiden; de VROUW JANNETTE, kapt. G. van Broeker, van London, en de GOEDE JAN (opm: smak JONGE JAN), kapt. B. Kuyt, van Hull, beide met stukgoederen; de GOEDE HOOP, kapt. F.H. Klein, van Tremblade met zout; de VROUW GEZINA, kapt. B.H. Plukker, van Liverpool, met klipzout; de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring van Liverpool met klipzout; de VROUW JACOBA, kapt. J.J. Rink van de Marennes met zout en wijn.
DC 281023
Vlissingen, 21 oktober. Den 19 en 20 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de VROUW FOKKELINA (opm: smak JUFFER FOKKELINA), kapt. H.L. Dokter, naar Leith met boomschors; INDUSTRIE, kapt. H.L. Singdahlsen naar Noorwegen met ballast; de JONGE JOHANNA, kapt. G. Segaerts (opm: thuishaven Brussel, kapt. G.A. Segaert), naar Londen met boomschors; l’ISIS, kapt. J. Morel, naar Havre-de-Grace met katoen; de VROUW ALBERDINA, kapt. H.K. Rentes, naar Londen met boomschors; HARMINA (opm: DE VROUW HEMMINA), kapt. S.F. Taaij, naar Cork met boomschors; METEORE (opm: fregat), kapt. M. Mesdagh en AIMABLE PAULINE (opm: brik, thuishaven Antwerpen), kapt. L.J. Luijtjes, beide naar Rio de Janeiro met stukgoederen; RUBENS (opm: brik RUBBENS, thuishaven Antwerpen), kapt. Th. Versluijs, naar Charlestown met ballast.
1824
Op 20 mei 1824 werd de zeebrief van kapt. Mesdagh door de Gouverneur van de provincie Antwerpen naar Den Haag geretourneerd (wegens einde geldigheidsduur en aflossing van de kapitein), waarna op 14 juli 1824 een nieuwe zeebrief en Turkse Pas werd verstrekt voor de MÉTÉORE, aangevraagd door C. Bréquigny (makelaar), Antwerpen, voor kapt. L. de Necker.
DC 250524
Vlissingen, 18 mei. Van den 16 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen MINERVA, kapt. J.C. Kuijper, van Duinkerken, met wijn; de VOLHARDING, kapt. G.R. Schippers, van Calais, met stukgoederen; MEDUSA, kapt. J. Lubbing, en de JONGE SOPHIA, kapt. J.F. Muijs, beide van Londen, met stukgoederen; l’AGILE, kapt. P. Brodeau, van de Havanah, met koffie en suiker; METEORE, kapt. M. Mesdagh, van Rio Janeiro, met koffie; de ZAANVLOED, kapt. O. Lijmens, van Villa-Nova, met zout; de WELVAART, kapt. H.J. Walker, van Marseille, met stukgoederen; de JONGE ALIDA, kapt. A.G. van Berk, l’AIMABLE PAULINE (opm: brik, Antwerpen), kapt. L.J. Luijtjens, de MARGINA, kapt. W.R. Huisman, STAD EN LANDE, kapt. T.T. Dijkstra, en de VREDE, kapt. J.H. Karstens, alle vijf van Liverpool, met klipzout.
1825
DC 260225
Vlissingen, 1 februari. Van den 2 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen de JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, van Elbing met houtwaren; LE VOLTIGEUR, kapt. M. Knudzen, van Londen met stukgoederen; METEORE, kapt. L. de Necker, met koffie, van Rio de Janeiro; ANNA (opm: tjalk, Antwerpen), kapt. T.A. van Deinum, van Bayonne met wijn en stukgoederen.
1826
DC 180326
Vlissingen, 11 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 9 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: LE COUREUR, kapt. B. Bousin, naar Havre-de-Grace met geweren en suiker; CHRISTINE VOS, kapt. N.A. Smaal, naar Oléron met ballast; DE MARIA, kapt. A. Vollemare, naar Bayonne met lijnwaden; DE JONGE BAREND, kapt. B. van Wijk, op avontuur; DE JUNO, kapt. N. Heirman en DE VROUW REGINA, kapt. J.H. Koop, beide naar Bayonne; DE VROUW ELISABETH, kapt. E.J. van der Molen naar Tremblade; LA CLEMENCE, Kapt. C. Briant naar St. Malo; DE WILLEM, kapt. H.W. Kiers naar de Marennes en DE TWEE GEBROEDERS, kapt. S.J. Brouwer naar Oléron, alle acht met ballast; JOHAN GEORGE, kapt. W.D. Kleininga, naar de Marennes met ballast; GEZINA, kapt. R.F. Taay, naar Tremblade met ballast; DE JONGE ISABELLA, kapt. H.B. Drent, naar Tinmouth met boomschors; WILHELMINA CATHARINA, kapt. Z. Olsen, naar St. Ubes met ballast; ELEONORE, kapt. F.L. Roturier, met jenever en DE JONGE WILLEM, kapt. P.Y. Jobs, met ballast, beide naar Bordeaux; JOHANNA HAZINA, kapt. D.T. de Jonge, naar de Marennes, en WEMELINA KRANENBURG, kapt. J.J. Pranger naar Oléron, beide met ballast; DE NEPTUNES, kapt. P. Petyt, naar St. Jago met stukgoederen; JULIA, kapt. J.P. Visser, op avontuur; ANNEGINA, kapt. H.J. Potjer, naar de Marennes; DE VROUW IKINA, kapt. G.J. Postema naar Oléron, alle drie met ballast; METEORE, kapt. L. de Necker, naar Rio de Janeiro met stukgoederen; HORTENCE, kapt. J.J. van der Sweep, naar de Marennes met ballast; LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest, naar Londen met boomschors;
DC 070926
Vlissingen, 4 september. Van den 30 augustus tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: DE BUITENWERF, kapt. J.E. Gust, van Oleron met zout; METEORE, kapt. L. de Necker, van Rio de Janeiro met koper en huiden; LEONIDAS, kapt. J. Stent, van Brazilië met huiden; DE MEELZAK, kapt. J.H. Witteveen, van Christinestad (opm: Kristinestad) met teerhout; DE JONGE JUFVROUW ELISABETH, kapt. C. Neurenberg, van Rio Grande met huiden; DE JUFVROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, van de Marennes met zout; JOSEPH, kapt. J.H. Arends van Riga en DE VROUW LUCIA, kapt. J.H. Albers van Dantzig, beide met houtwaren; ALBERDINA, kapt. A.C. Hazewinkel, van Marseille met meekrap en wol;
1827
Op 20 januari 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MÉTÉORE, aangevraagd door C. Bréquigny, Antwerpen, voor L. de Necker als kapitein. Voor deze combinatie werd op 18 oktober ook een Turkse Pas afgegeven.
RC 221127
Rotterdam, 21 november. De 14e dezer is van Vlissingen naar zee gezeild DE JONGE JETSKE, kapt. T.S. Oldendorp, naar de Middellandse Zee; CATHARINA ELISABETH, kapt. T. Wachter, naar Wismar; AURORA, kapt. H. Zuurmeijer, naar Hull; METEORE, kapt. L. de Necker, MATHILDA, kapt. G. van Groenendaal, naar Rio-Janeiro; DE PRINS VAN ORANJE, kapt. J. de Meire en SOPHIA DOROTHEA (opm: eerste reis van deze Antwerpse brik), kapt. F. van der Steene, naar Batavia; DE MARIA, kapt. E.R. Borchers, naar Coruña; LIMA PACKET, kapt. B. Harkema, naar Lima en DE KLEINE KLAAS, kapt. A. Tijers, naar Embden.
1828
Op 25 augustus 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MÉTÉORE, aangevraagd door C. Bréquigny, Antwerpen, voor J. Stappers als kapitein. Voor deze combinatie werd op 11 september ook een Turkse Pas afgegeven, die op 11 mei 1829 werd geretourneerd en op 15 mei werd geroyeerd.
RC 250928
Rotterdam, 24 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild L’ESPERANCE, kapt. A. van Geyt, DE VROUW GEZINA, kapt. R.J. Bossinga en LA BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, naar Londen; ADMIRAAL BUYSKENS, kapt. J. Duncan en DE JONGE ORANCIA (opm: de brik was onder deze naam in mei in Antwerpen aangekomen, maar volgens de uitgegeven nieuwe zeebrief werd in juli 1828 de naam gewijzigd in ORENCE), kapt. S. de Best, naar Batavia; DE HARMONIE, kapt. J.H. Deddes, CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, naar Cork; DE KLEINE HANS, kapt. C.G. Hagen, ALBERTINE, kapt. J.P.C. Vagt, FORTUNA, kapt. J.C. Beug, naar de Oostzee; LA VILLE DE PORT LOUISE, kapt. F. de Heers, naar Port-Louis; ELISABETH, kapt. V.M. Talistra (opm: mogelijk V.M. Talstra), naar Petersburg; DE VROUW AUKJE, kapt. H.J. Wolkammer en DE VROUW ANKJE, kapt. A.M. Kretschmer, naar Hamburg; DE GOEDE HOOP, kapt. J.E. Kwabenburg, naar Edenburg; LA LOUISE, kapt. B. Arfsten, naar Gibraltar; EGBERDINA, kapt. F.J. Bastiaans, naar Bristol; METEORE, kapt. J. Stappers en DE FELIX, kapt. M. van Dyck, naar Rio-Janeiro; DE VROUW HELENA, kapt. S.C. de Vries, naar Hull en MARIA, kapt. D. Lange, naar …. .
1829
RC 080829
Rotterdam, 7 augustus. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JUFVROUW MARIA, kapt. W.M. Dahl, naar Aarhus; DE VROUW CHRISTINA, kapt. R.J. Dood, naar Leith, DE NIEUWE UNIE, kapt. J. van der Broeke, naar Sandwich; FREDERIKA, kapt. P. van der Kerkhoven, naar Liverpool; MEDUSA, kapt. F. Bunnemeyer, naar Londen; JOHANNA GEZINA, kapt. P.G. Schuur, naar Schotland; CHRISTINA BERNARDINA, kapt. H.K. Zylstra, naar Archangel; METEORE, kapt. J. Stappers, naar Rio-Janeiro; IDA, kapt. J. de Zessen, naar de Oostzee; DE VRIENDSCHAP, kapt. J.R. Platte, naar Aberdeen; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. L.D. Thonn (opm: onleesbaar) naar Hamburg.
1830
RC 020330
Rotterdam, 1 maart. Te Vlissingen zijn, voor Antwerpen bestemd, aangekomen DE EENSGEZINDHEID, kapt. J.H. Kuyper, van Marseille; METEORE. Kapt. J. Stappers, MERCUUR, kapt. J.F.P. Smit en JOSEPHINE, kapt. J. Moldenauer, van Rio-Janeiro; AURORA, kapt. J.B. Wygers, van Seville en MARIA JOHANNA, kapt. H. den Breems, van Palermo.
RC 110330
Rotterdam, 10 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd HERSTELLING, kapt. A.H. Karsijns, van Koningsbergen; METEORE, kapt. Stappers, van Rio-Janeiro en HARRIET, kapt. Zeeberg, van Batavia.
Nadat eind augustus 1830 in Brussel onlusten waren uitgebroken die de inleiding vormden tot de Afscheiding door België werd op 4 oktober eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid afgekondigd. In een reactie hierop werden bij K.B. nr. 78 van 28 oktober 1830 de zeebrieven ingetrokken van alle (196) schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden. Dat betrof dus ook de METEORE.
Doordat de Belgische vlag was uitgesloten van het vervoer van lucratieve lading voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij en de zeevrachten geen lonende exploitatie opleverden werd het fregat na lossing tot maart 1832 in Antwerpen opgelegd.
1832
MCO 130332
Vlissingen, 10 maart. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en den 8 en 9 dezer van onze rede naar zee gezeild: de REMBRAND, kapt. C. Huygens, met steenkolen; DE JONGE JOHANNES VAN LETTEN, kapt. J. Damster, met ballast, beide op avontuur; METEORE (opm: nu Belgische vlag), kapt. J. Stappers, naar Rio de Janeiro, met stukgoederen.
MCO 200932
Vlissingen, 18 september. Van den 16 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: L”ECLAIR, kapt. E. Klein, van Marienham, met katoen; DE JONGE JUFVROUW ELISABETH, kapt. D. Barzie, van Liverpool, mee klipzout; ELISABETH CATHARINA, kapt. A. Neuman, van Riga, met houtwaren; WILHELMINE, kapt. D.H. Beusse, van Seville, met wol en lood; METEORE, kapt. J. Stappers, van Rio de Janeiro, met stukgoederen (opm: koffie, suiker en huiden);
1833
MCO 110633
Vlissingen, 8 juni. Sedert onze laatste is hier ter rede gekomen, voor Antwerpen bestemd, METEORE, kapt. J. Stappers, van Rio Janeiro, met koffie en hoorns.
L.v.C.
Aangezien de METEORE niet voor de vaart op Oost-Indië kon worden ingezet en het voeren van een tuigage als bark voor de vaart op Brazilië zinvoller was en goedkoper aan bemanning werd het fregat na lossing vertuigd om in 1833 als bark weer in de vaart te komen.
1834
L.v.C.
Op 30 juni 1834 werd de bark tijdens een openbare verkoping in Antwerpen verkocht aan J. de Lescluze te Brugge
1835
L.v.C.
Nadat België gescheiden was van Nederland, wilde de Belgische regering de Belgische vlag kenbaar maken in het buitenland en handelsrelaties aanknopen. Eén van de maatregelen was het bij KB van 20 juli 1835 bekrachtigde besluit het gratis ter beschikking stellen van staatsbemanningen voor reders die zich wensten in te spannen voor het zoeken van nieuwe markten. Aldus was voor de reis van de MÉTÉORE van 1835-1836 een voltallige militaire bemanning aan boord (‘een equipagie der koninglyke marinen’).
DA 020535
De MÉTÉORE ligt in wapening voor Algiers en Egypten. Niets laat te wensen over, zoo wel onder het betrek van haere zeyling, dan onder het geene van bevelschap.
AH 040535
Van Antwerpen wordt geschreven: De CAROLINE, bestemd tot het doen ener reis rondom den aardbol, is van de werf van Boom in onzen Bassin aangekomen. Het is ene schoone brik, die volkomen bekwaam is om tot ene dergelijke onderneming gebezigd te worden. De METEORE (bark, thuishaven Antwerpen, kapt. François Eyckholt, in de 20er jaren in Nederland opgeleid tot marineofficier) ligt in uitrusting naar Algiers en Egypte. Beide bodems laten niets te wensen over met opzicht tot den hechten en sterken bouw, tot de snelheid van hunne zeilage, en tot het beleid hunner Kommandanten. Dit biedt ook voor passagiers eene gunstige gelegenheid aan. (Emancipation)
(opm: de bark werd geladen met een rijke vracht aan Belgische producten; de bestemming Egypte werd geannuleerd; tijdens de terugreis was de MÉTÉORE in Algerije, Tunesië en Malta vol beladen met exotische producten incl. veren van struisvogels en olifantstanden)
BrC 260935
In het Brussels Handelsblad, le Mercure, leest men, uit Antwerpen geschreven, het volgende: ‘Sedert enigen tijd is men op den inval gekomen, om met onze binnenlandse vaartuigen over zee naar Holland te varen. Te dien einde worden de masten eenigzins veranderd, maar de bouw van het schip blijft er verre af voor deze vaart de nodige geschiktheid te hebben. De JONGE HORTENSE, kapitein Verept, van Boom. van Rotterdam komende, met suiker geladen, voor onze haven bestemd, is eergisteren (den 19de) verongelukt tusschen Hellevoet en Viissingen; de kapitein, zijn zoon en de stuurman zijn gered; de beide matrozen zijn omgekomen. Dit is het derde ongeluk van dien aard dat wij in weinig maanden te betreuren hebben. Mochten zij onzen overigen schippers tot voorbeeld strekken en hen weerhouden van zich op enen tocht te wagen, dien hunne zwakke vaartuigen bij de menigmaal onstuimige zee niet kunnen volbrengen.
Hetzelfde blad meldt, dat het Belgisch Handelvaartuig METEORE, na ene overvaart van 28 dagen, van Antwerpen te Algiers is aangekomen.
1836
AH 080336
Vlissingen, 4 maart. Voor Antwerpen bestemd is alhier ter rede gekomen de METEORE, kapt. M. Eeckhoff (opm: fregat, kapt. F. Eyckholt), van Tunis, moet quarantaine houden.
AH 200636
Vlissingen, 17 juni. Van Antwerpen is de Schelde afgekomen en van onze rede naar zee gezeild de METEORE, kapt. J. Rickmers, naar de Middellandse Zee (opm: Tunesië).
1837
AH 120637
Vlissingen, 7 juni. Voor Antwerpen bestemd is alhier ter rede gekomen de METEORE, kapt. J. Rickmers, van Marseille (opm: en Malta; de lading bestond uit zwavel en soda; na lossing werd de bark in Antwerpen opgelegd en op 7 juni 1839 geveild).
1839
L.v.C.
Op 7 juni 1839 werd de METEORE geveild en voor Frs. 14.450 gekocht door E. van Rullen te Gent
ZP 100939 - 491
Het schip METEORE, kapt. Demeire, van Antwerpen naar Liverpool, is de 5e september met schade te Deal binnengelopen.
1840 - 1842
OHC 100340
Amsterdam, 7 maart. Te Scilly zijn binnengelopen de schepen METEORE, kapt. J. de Meire, en EGIDE, kapt. Van der Steene, beide van Liverpool naar Oostende.
(opm: na terugkeer in Oostende werd de bark in mei verkocht aan de rederij Cateaux-Wattel & Co, Antwerpen; kapt. De Meire bleef aan boord, maar de scheepsnaam werd FLORE)
L.v.C.
Op 12 juli vertrok de FLORE vanuit Oostende met bestemming Newcastle. De dag nadien was het schip reeds terug in Oostende wegens ernstig lek. Dat werd ter plaatse hersteld, waarna de FLORE op 10 september weer tewater werd gelaten. Op 9 oktober vertrok het schip opnieuw, voor een reis met kolen van Newcastle naar Rio de Janeiro en Montevideo. Vandaar ging de (vermoedelijk ballast-)reis naar Havana, waar de bark op 29 juni 1841 arriveerde. Daar bleef de FLORE wachten sans destination, zonder bestemming, ongetwijfeld wegens een gebrek aan beschikbare lading. Uiteindelijk kon de FLORE op 20 februari 1842 met een lading naar Antwerpen vertrekken.
MOA 050442
Havanah, 7 maart. De FLORE, Metre (opm: bark ex-Nederlander, bouwjaar 1802; kapt. J. De Meire), onlangs van hier naar Antwerpen vertrokken, is op 22 februari teruggekeerd; het schip maakte verscheidene inches water per uur, is gelost, geïnspecteerd en afgekeurd.
(opm: nadat de kapitein er niet in was geslaagd de nodige lening te bekomen om de reparaties uit te voeren werd de FLORE werd in maart in Havana verkocht; de bemanning werd verdeeld over enkele andere schepen en kapt. De Meire kwam aan boord van een Amerikaanse driemaster terug naar Antwerpen)