|
In de maand november (opm: 1824) heeft het gedurende verscheiden dagen zwaar gestormd in Het Kanaal en de Oostzee, een menigte van schepen zijn daarbij verloren of hebben schade bekomen. Onder de eersten hebben wij met leedwezen genoemd gevonden DE CORNELIA, kapt. Sijpkes, welke op het zeehoofd van Margate is stuk gestoten (opm: fregat CORNELIA, kapt. P. Sipkes; zie RC 021224, AC 031224 en DC 141224) en een schip van Batavia naar Hamburg bestemd, denkelijk de SOPHIA; van beiden schijnen echter de equipages gered te zijn. Daarentegen vinden wij vermeld als binnengekomen in Texel, 13 december de CHRISTINA BERNARDINA, en in Hellevoetsluis, 17 december de VROUW MARIA. Omtrent het eerste van die schepen was men reeds zeer ongerust geweest en in particuliere berichten wordt gemeld dat het daags voor deszelfs aankomst in Londen geassureerd was tot 30 procent. AC 050525 Texel, 3 mei. De wind ZW, harde wind. Binnengekomen HENRIETTA, kapt. P.P. Akkerman en JOH. ARNOLDUS, kapt. J.P. Kerkhoven, beide van Suriname; VRIENDSCHAP, kapt. R.R. Sap, van Liverpool. Gisteren nog: HELENA CATHARINA, kapt. J. Roelofs, van d'Elmina en Fernambuck; JUFVROUW ENA, kapt. R.J. Haverbult, van Liverpool. Uitgezeild: SOEBLOMSTER, kapt. B. Sorendsen, naar Arendahl; GREVEN KAREN WEDEL, kapt. A. Juel, naar Drammen. Bovengemelde kapitein Akkerman (opm: schoenerbrik HENRIETTA) is, bij het inzeilen van het Nieuwe Diep, door de harde wind, voor de boeg van het schip THALIA, kapt. C. Brandligt aangeraakt en daardoor vrij wat schade veroorzaakt, vermits de beide paardenlijnen (opm: jaaglijnen), waarmee het schip THALIA in het Nieuwe Diep werkte, gebroken zijn en het schip door de harde wind op de Harssens dreef, doch door behulp van een loodsschuit en een Groenlandse sloep, daar weer af en in vlot water gebracht.
|