Volgens de verkoopakte van 3 juli 1817 werd de MARGARETHA CATHARINA, kapt. Fuhrcken, door Le Brasseur-Bom in Antwerpen tijdens een veiling voor 6.025 gulden verkocht aan Jean (Baptiste) Segers, eveneens te Antwerpen. De kof kreeg de naam JONGE JOSEPHA.
De MARGARETHA CATHARINA is helaas noch in het Lloyd’s Register noch in zeetijdingen teruggevonden.
André Delporte, Luik noteert in juni 2010: JONGE JOSEPHA kof van 144 ton, Segers Antwerpen: twee of drie maal aan de grond, 3/1824 kapt P. Sparboom - gebouwd in 1816, in dienst sedert 1817 als ex-MARGARETHA CATHERINA.
De JONGE JOSEPHA, kapt. Sparboom, is bij LR bekend in haar register uit 1823: 173 ton, galjoot (Engelse benaming voor een kof) met zijzwaarden, 17 jaar oud (dus bouwjaar 1806), gebouwd in Nederland, 11 voet diepgang, in 1822 leeg in Antwerpen geïnspecteerd.
Als eigenaar wordt genoemd I. Syers, waar uiteraard L. Segers is bedoeld.
In de Amsterdamse monsterrol van 1829 wordt het scheepstype kof bevestigd.
Het in 1828 opgerichte classificatiebureau Bureau Veritas kent de REINE CHÉRIE eveneens. Met een vraagteken meent men dat het schip in 1816 in Leuven zou zijn gebouwd.
Met bouwjaar 1806 van L.R. als uitgangspunt zou de kof wellicht door Brasseur-Bom in 1816 zijn aangekocht, vernoemd in MARGARETHA CATHARINA, in 1816-1817 zijn gerepareerd in Leuven en vervolgens in juli 1817 verkocht aan J.B. Segers, die het schip als JONGE JOSEPHA weer naar zee bracht. Deze veronderstelling kan helaas niet worden onderbouwd.
1817
Na de aankoop van de nu JONGE JOSEPHA geheten kof verkreeg Jean Segers voor zijn schip onder kapt. P. Spaarboom (= Sparboom) op 8 augustus 1817 een nieuwe zeebrief. Wanneer ‘nieuwe zeebrief’ juist is, houdt dit in dat het schip onder haar vorige naam MARGARETHA CATHARINA ook ‘Nederlands’ moet zijn geweest.
1818
GVG 230318
Openbare verkoping te Vlissingen.
Op den 27 maart 1818, zullen de makelaars P.J. Mortier, Gab. Van Bel en R.J. Wattman, als order hebbende van hunne principalen, op rechterlijke autorisatie, in het bijzijn van d’heer J.J. Bleeker, commissaris van assurantie, en ten overstaan van den heer M. Canisius, griffier van het Vredegerecht, canton Vlissingen, des voormiddags te 8 uren, in het Heerenlogement, in de Helbaardierstraat, presenteren te verkopen:
Circa 223 balen vlas
30 lasten ronde tarwe, gestort
25 Vaten meekrap
Circa 1 last haver
1 last gerst.
Alle door zeewaters nat en beschadigd, gelost uit het kofschip de JONGE JOSEPHA, kapitein P. Sparboom, van Antwerpen naar Londen gedestineerd, en alhier met zeeschade binnen de haven liggende.
Zijnde de goederen daags voor en op den verkoopdag voor een ieder te zien.
Nadere informatie te bekomen bij d’heer J. Borghmans, commissionaris te Vlissingen, en bij voornoemde makelaars.
De staaten bevinden zich ook bij de heren P. Seegers en comp, te Antwerpen.
1819
Op 24 september 1819 verkreeg Jean Baptiste Segers voor de JONGE JOSEPHA een nieuwe zeebrief op naam van kapt. P. Spaarboom. Diens naam is Pieter Sparboom.
1821
RC 130221
Rotterdam, 12 februari. Sedert den 1 dezer zijn alhier ter rede gekomen en naar Antwerpen de Schelde op gezeild de schepen NEPTUNIS, B.S. Leedig, van Londen; de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, van de Marennes (opm: met zout).
RC 030521
Rotterdam, 2 mei. Van Vlissingen wordt van den 28 april gemeld: Sedert den 25 is, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de JONGE JOSEPHA, kapt. P. Sparboom, van Liverpool;
RC 260521
Rotterdam, 25 mei. Van Vlissingen wordt van den 22 gemeld:
Van den 17 tot heden zijn van de Schelde afgekomen en naar zee gezeild la BELLE ALLIANCE, O.A. Wilman, naar Memel (opm: Klaipeda); l’ADÈLE, A. Ferber, naar Boulogne; MARIA, J. Sicker, de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, en le CHARLES (opm: brik uit Antwerpen), J.C. Rasmussen, naar Liverpool.
RC 210621
Rotterdam, 20 juni. Van Vlissingen wordt van den 16 gemeld: van den 14 tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen de RISING SUN, kapt. W. Martel, van Southampton; de MARIA, J. Sikkes, en de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, van Liverpool.
RC 180821
Rotterdam, 17 augustus. Van Vlissingen wordt van den 14 dezer gemeld: Van den 8 tot den 14 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, van de Marennes; DIANA, L. Lindberg, van Havana; de JUFVROUW MAGDALENA CLARA, H.P. de Jonge, van St. Martin; de HARMONIE, H.C. Schutt, van Noirmoutier; de VROUW IKINA, G.J. Postema, van St. Martin; de VROUW ALIDA, T.E. Bart, en KLAZINA ENGELINA, L.K. Tiktak, van Oleron; de JONGE HENDRIK, B. Mulder, van Marseille; de BELLE ALLIANCE, P. Collas, van Montcórdes; ORAMASO (opm: brik OROMAZE, thuishaven Oostende), P. Petit, van Rio-Janeiro; de JONGE NIKOLAAS (opm: kof JONGE NICOLAS), J.C. Jansen, en THERESIA JOSEPHA (opm: JONGE JOSEPHA), P. Sparboom, van Liverpool;
1822
RC 270622
Rotterdam, 26 juni. Van Vlissingen meldt men den 22 juni: Van den 20 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de VROUW REINA, H. Koops, en de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, van Noirmoutier (opm: met zout)
Op 19 juli 1822 verkreeg Jean Baptiste Segers voor de JONGE JOSEPHA een nieuwe zeebrief op naam van kapt. P. Spaarboom.
RC 100822
Rotterdam, 9 augustus. Van Vlissingen meldt men den 6 dezer, dat sedert onze laatste van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild zijn de schepen STAD EN LANDE, T.T. Dijkstra, naar Bristol; de VROUW GEZINA, D.J. Greeven, naar Londen; la DAME COLETTE, J.C.P. Hoed (opm: brik, thuishaven Oostende, kapt. F.P. Hoed), en la DAME EUGÉNIE (opm: kof DAME EUGÉNIA), L. Cornelis, naar Liverpool; de VROUW REINA, H. Koops, naar Londen; de JONGE NICOLAAS, H. Peters (opm: H. Pieters), naar Liverpool; JACOBA, A.K. de Groot, naar Plymouth; de VREDE, J.J. Greven, naar Londen; de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, naar Liverpool;
RC 101022
Rotterdam, 9 oktober. Van Vlissingen meldt men den 5 oktober:
Sedert onze laatst zijn alhier ter rede gekomen de schepen de GOEDE VERWACHTING, M.. de Jonge, van Dordrecht naar Duinkerken; de HOOP, J.C. Lorentze, van Caen naar Brussel; PADANG, Th. Wilman Jr, van Batavia, laatst van Plymouth; de VROUW HENDRIKA, G.R. Voss, van Noorwegen; WILHELMINA CATHARINA, P.B. de Jonge, en de JONGE NICOLAAS, H. Pieters, van Liverpool; de GOEDE VERWACHTING, J.H. Fijn, van Londen; la DAME COLETTE, F.P. Hoed, en de JUFVROUW JOHANNA (opm: JUFFROUW JOHANNA), J.J. Tiddens, van Liverpool; de GOEDE HOOP, T. Mooij, van Rio-Janeiro; de VALK, J. de Valk, van Londen; AURORA (opm: kof), S.J. Brouwer, en de VROUW ENGELINA, H.T. de Jonge, van Liverpool; de JONGE JOSEPHA, P. Sparboom, en le CHARLES, D.H. Arends, van Liverpool, allen naar Antwerpen,
1823
DC 220323
Vlissingen, 11 maart. Sedert den 9 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de ZEEWOLF, kapt. A. Schreyenberg (opm: thuishaven Oostende), met boomschors; le HENRY, kapt. J. Lorgreen (opm: J. Lovgreen), naar Rio Janeiro, met stukgoederen; WEMELINA KRANENBURG (opm: WEMELINA KRANENBORG), kapt. J.J. Prange, naar Londen, met boomschors; MARIA JOSINA (opm: kof), kapt. J. Muntendam, naar Rouen, met huiden, enz;, de JONGE JOSEPHA (opm: kof, thuishaven Antwerpen), kapt. P. Sparboom, naar Liverpool, met ballast.
DC 240423
Vlissingen, 19 april. Van den 16 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen JOSEPH AND ANN, kapt. W. Minter met suiker en koffij en de ZEEWOLF (opm: galjoot, thuishaven Oostende), kapt. A. Schreyenberg met stukgoederen, beide van Londen; de HOOP (opm: hoeker), kapt. H. van der Kolff, van Nantes met suiker; de JONGE JOSEPHA, kapt. P. Sparboom met klipzout, van Liverpool.
DC 260623
Vlissingen, 3 juni. Gisteren en heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen MARY, kapt. D. Drinkwater van Cuba, met koffij en suiker en moet quarantaine houden.
Voorts: de COMMERCIE VAN BRUSSEL, kapt. H.A. de Vries van London, met stukgoederen; de VROUW ANNA, kapt. H.J. Kotter, NEPTUNES (opm: galjoot NEPTHUNUS), kapt. E.J. Dik, en de JONGE JOSEPHA, kapt. P. Spitboom (opm: kapt. Pieter Sparboom), alle van Liverpool met klipzout;
DC 080723
Vlissingen, 15 juni. Van den 12 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild l’AUGUSTE (opm: fregat, thuishaven Gent), kapt. J. Andersen, naar Batavia met troepen; ST. MICHAEL, kapt. Z. Tucker naar Bordeaux met zink; CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal; MARIA (opm: kof), kapt. Jan Sikkes; de NOORDSTAR, kapt. E.G. Boekhout; de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring, en de GOEDE HOOP, kapt. H.W. de Groot, alle vijf naar Liverpool met ballast; de DRIE VRIENDEN, kapt. R.Z. Schut, en SOPHIA, kapt. J.L. Muys, beide met boomschors en alle drie naar Londen; HENRIETTE, kapt. M. Erichsen naar Rio Janeiro met wijn; de VROUW JACOBA (opm: kof), kapt. J.J. Rink, en de JONGE JOSEPHA (opm: kof), kapt. P. Sparboom, beide naar de Marennes, met ballast.
DC 070823
Vlissingen, 29 juli. Sedert onze laatste zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de VROUW ANTJE (opm: tjalk), kapt O.G. Stuit, van Havre-de-Grace met huiden en kaneel; de VROUW ANNA, kapt. H.J. Korter met klipzout, en de JONGE JOSEPHA (opm: kof), kapt. P. Sparboom, met klipzout en huiden, beide van Liverpool;
DC 300823
Vlissingen, 26 augustus. Gisteren en heden zijn van onze rede naar zee gezeild Zr.Ms. brik COURIER, kapt. E. Lucas naar Gibraltar; de VIJF GEBROEDERS (opm: tjalk), kapt. P.G. Bakker van Brussel naar Londen gedestineerd, met boomschors.
Van Antwerpen de NOORDSTAR, kapt. E.G. Boekhout naar Londen met boomschors; CLARISSA, kapt. Will. Ferrie naar Bayonne met vlas en linnen; de JONGE JOSEPHA (opm: kof, thuishaven Antwerpen), kapt. P. Sparboom naar Liverpool met ballast;
DC 281023
Vlissingen, 18 oktober. Van den 14 dezer tot heden is op onze rede aangekomen voor Antwerpen bestemd: de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring, met stukgoederen en de VREDE, kapt. C. Divoort, met ballast, beide van Londen; de JONGE JOSEPHA (opm: kof), kapt. P. Sparboom, van Liverpool met klipzout;
1824
RC 220124
Den 16 januari zijn van Antwerpen naar zee gezeild de JUFVROUW MEES, kapt. G.L. Doornbos, naar Lissabon met tarwe; JONGE JUFVROUW ELISABETH (opm: kof JONGE JUFFER ELISABETH, Antwerpen), kapt. W. Schipman, naar Rio-Janeiro met ballast; JONGE JOSEPHA (opm: kof, Antwerpen), kapt. P. Sparboom, naar Liverpool met boomschors;
RC 090324
De Nederlandse kof JONGE JOSEPHA, kapt. P. Sparboom, komende van Liverpool met een lading zout en bestemd naar Antwerpen, den 5 dezer in de vroege morgen, circa half drie uren, te Vlissingen naar binnen komende zeilen (opm: zie DC 160324), is, doordien het schip waarschijnlijk door het slingeren wegens het slechte weder in de vorige nacht, lek geworden was, min of meer aan de grond geraakt en, in de veronderstelling dat hetzelve aan het zinken was, door het volk verlaten. Door het wassende water en een westelijke wind echter weder voortgestuwd wordende, is hetzelve vervolgens nabij de Nolle tegen de kant geraakt, alwaar het thans omhoog zit. Indien het weder bedaart, is er nog een mogelijkheid dat het schip worde afgebracht, doch anders is er weinig hoop om het te behouden, alzo de grond daar steenachtig is. Men zal intussen een wakend oog en de nodige manschappen bij de hand houden om alles zo veel doenlijk te bergen.
DC 160324
Vlissingen, 9 maart. Door nader bekomen informatien, is de Nederlandse kof de JONGE JOSEPHA, kapt. P. Sparboom (opm: zie RC 090324), bij het binnenzeilen reeds te 10 uur in de avond van den 4 dezer bij Sluis aan de grond geraakt; zijnde door het geweldige stoten het roer uit de vingerlingen geslagen en het schip zwaar lek geworden, waarna hetzelven, omstreeks ten een uur in de daarop volgende nacht, in een reddeloze toestand is verlaten, ten einde het leven te behouden en hulp te bekomen.
De kof werd afgebracht, verkocht aan L. Segers in Antwerpen, die, na het schip vrijwel volledig te hebben herbouwd (Lloyd’s Register) de kof onder haar nieuwe naam REINE CHÉRIE (Lievelings Koningin), met opnieuw kapt. P. Sparboom, in mei 1825 weer in de vaart bracht.
Op 9 mei 1825 werd aan L. Schepens, Antwerpen voor de REINE CHÉRIE onder kapt. P. Sparboom een eerste zeebrief verstrekt. De formulering ‘eerste’ wijst erop dat de zeebrief van de JONGE JOSEPHINA was uitgeschreven, waarschijnlijk na een çonstructive total loss’ verklaring na de berging.
1825
DC 260525
Vlissingen, 21 mei. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 18 dezer tot heden naar zee gezeild: LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom naar Bridport, en JACOBA, kapt. J.J. Rink naar Glasgow, beide met boomschors;
DC 130825
Vlissingen, 6 augustus. Heden is alhier ter rede gekomen LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom, JOHAN GEORGE, kapt. W.D. Kleininga, beide met klipzout en de JUFVROUW TITSIA, kapt. L.J. Besseling met klipzout en huiden, alle drie van Liverpool.
DC 061025
Vlissingen, 1 oktober. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 28 tot den 30 september van onze rede naar zee gezeild: de VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit naar Douvres; CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven naar Cork; LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest; MEDUSA, kapt. J. Lubbing; DE VROUW HENDRINA, kapt. K. van den Oever; DE AREND, kapt. H. Elbring; VICTORIA, kapt. G. Kuijper, alle vijf naar Londen; LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom naar Milton.
1826
DC 030626
Vlissingen, 27 mei. Van den 28 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: de DRIE GEBROEDERS, kapt. C. Smit van Marseille en DE PELIKAAN, kapt. J.H. Ricke van Londen, beide met stukgoederen; AMPHITRITE, kapt. P. Clement van Rio de Janeiro met koffie; DE VRIENDSCHAP, kapt. H.J. Ketelaar, van Lissabon met zout; ANTWERPS PACKET, kapt. L. Hawegh, van Hull met stukgoederen; LES DEUX SOEURS, kapt. J. Carel, van Duinkerken met wijn; DE VROUW JANNETJE, kapt. P. Bocque, van Londen met stukgoederen; LES DEUX SOEURS, kapt. F. Gekiere, van Duinkerken met wijn; LA REINE CHÉRIE, kapt. P. Sparboom, van Bayonne met stukgoederen.
Na aankomst werd kapt. Sparboom vervangen door kapt. J.C. Kuyper.
Op 15 juni 1826 verkreeg L. Schepens voor de REINE CHÉRIE een nieuwe zeebrief op naam van kapt. J.C. Kuyper.
DC 290626
Vlissingen, 24 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en sedert den 22 dezer van onze rede naar zee gezeild: DE VROUW GEERTRUIDA, kapt. L.H. Drayer; LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuyper; DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domini en DE VROUW HELENA, kapt. D.S. Greeven, alle vier naar de Marennes met ballast.
DC 170826
Vlissingen, 12 augustus. Van den 8 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: PAULINE, kapt. J. Joosens, van de Marennes met zout; DE VERWACHTING, kapt. J.T. Smith, van Nantes met wijn en stukgoederen; DE VROUW ANNA, kapt. J.J. Schuring, van Oléron met zout; FRANCISCA (opm: schoener FRANCISCUS), kapt. B.H. Rieke, van Bayonne met terpentijn en zwavel; ELISABETH, kapt. J.A. Tohrbrod, van Riga met houtwaren; DE VROUW REINA, kapt. H. Koops; DE JONGE JACOBA (opm: DE JONGE JACOBUS), kapt. L. Janssen en DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domini, alle drie van de Marennes met zout; LOUISE, kapt. D. Guyt, van Oléron met zout; LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuyper; DE NOORDSTAR, kapt. E.G. Boekhout; DE VROUW GEERTRUIDA, kapt. L.H. Draijer en DE GOEDE HOOP, kapt. E.J. Dik, alle vier van de Marennes met zout;
DC 211026
Vlissingen, 7 oktober. Van Antwerpen de Schelde afgekomen en den 7 dezer van onze rede naar zee gezeild: LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuyper, naar Hull met haver;
1827
MCO 020127
Vlissingen, 30 december. Heden is alhier ter rede gekomen LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuyper, van Bergen in Noorwegen naar Brussel gedestineerd, met stokvis en traan.
RC 040127
Rotterdam, 2 januari. Te Antwerpen zijn gearriveerd REINE CHÉRIE, kapt. Kuijper, van Bergen; VROUW HELENA, kapt. De Vries, van Londen.
RC 170427
Rotterdam, 16 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE TWEE GEBROEDERS, kapt. K.J. Potjewijd, naar Topsham; MEDUSA, kapt. F. Bunnemeijer, DE JONGE LUCIA, kapt. G.A. Segaert, DE AREND, kapt. H. Elbring, DE JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Muijs, DE JONGE JOHANNA, kapt. W.J. Poel, DE EENDRAGT, kapt. J. Diilewijns, LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuiper, DE GOEDE HOOP, kapt. J. Wilker en VROUW MARIANNE, kapt. C. van der Weeg naar Londen;
RC 070727
Rotterdam, 6 juli. Te Antwerpen zijn gearriveerd THEODORE, kapt. den Duijts, van Zante; JONGE TJITSKE TROMP, kapt. de Jong, van Cette en CATHARINA JOSEPHINA, kapt. Muntendam, van Marennes; REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuijper, van Tremblade;
Volgens Bureau Veritas is de REINE CHÉRIE in juli 1827 in Antwerpen geïnspecteerd.
MCO 090827
Van Antwerpen vertrokken kapt. J.C. Kuyper (opm: kof REINE CHÉRIE) naar Leith met boomschors.
RC 031127
Rotterdam, 2 november. Te Antwerpen zijn gearriveerd VRIENDSCHAP, kapt. Kluin, van Emden; VROUW JANTINA, kapt. Smet en REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuiper, van Bergen.
1828
RC 120128
Rotterdam, 11 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE JOHANNA, kapt. J. van Puijvelde, MARIANNA, kapt. A. van der Kan, DE LEEUW, kapt. J. Verbruggen en ELIZA, kapt. J. Renken, naar Londen; de ELIZA (opm: brik ELISA), kapt. T. Azon Jacometti en FORTITUDE, kapt. D.J. Bulsing, naar Batavia LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuiper, met boomschors naar Corham (opm: Shoreham?)
GVB 020528
Oostende, 29 april. Uitgevaren de Nederlandse smak (opm: kof) REINE CHÉRIE, kapt. Kuiper, naar Bayonne, met lijnwaad (opm: linnen), aan Cousin, 85 ton.
AH 060828
Carga-lijsten. Amsterdam, 5 augustus. ST. JOHANNIS, kapt. J. Weberge, van St. Domingo; LA REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuiper, van Bayonne.
Op 1 september 1828 gaf Den Haag een nieuwe zeebrief af voor de REINE CHÉRIE onder kapt. J.C. Cuyper, welke was aangevraagd door L. Schepens, Antwerpen.
Op 18 september 1828 tekende kapt. Jan C. Kuijper van de kof LA REINE CHÉRIE bij de Waterschout in Amsterdam een monsterrol voor een reis naar Rouaan. De scheepsagent was Korver.
1829
Op 8 augustus 1829 ontving Den Haag van de Gouverneur van de provincie Noord-Holland de zeebrief van de REINE CHÉRIE, kapt. J.C. Kuijper met daarbij de mededeling dat het schip was verongelukt, waarna het document op 11 augustus werd geroyeerd.
Helaas heeft Marhisdata niet kunnen achterhalen waar en wanneer de kof is vergaan. Omdat de zeebrief is teruggezonden zullen de opvarenden de scheepsramp waarschijnlijk hebben overleefd.