|
Rotterdam, 5 november. De 3e dezer, des namiddags, arriveerden in Helvoetsluis MERCURIUS, kapt. J. van Duyn, van Drammen, en ALETTA, kapt. C.H. Slagten, van Libau. De 4e dezer, des morgens, zeilde van Maassluis DE VRIENDSCHAP, kapt. F. Plokker, naar Londen. De 4e dezer, des namiddags zeilde van Helvoetsluis DE JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken, naar Yarmouth. De 5e, des morgens, Zr.Ms. brik SIRENE, luit. Klein, naar Vlissingen. En is met de loods aan boord voor de wal een brik, genaamd AMSTERDAM, kapt. De Jongh, van Suriname. De 5e dezer, des morgens, zeilden uit de Maas AGATHA, kapt. J.T. de Jonge, naar Liverpool en arriveerden DE VROUW ALBERDINA, kapt. P.E. Mooi, van Rouaan en INDUSTRIE, kapt. D.J. Cupido, van Lynn. De 5e dezer, des morgens, zeilde van Maassluis DE VROUW LUITA, kapt. J.H. Kip, naar Lynn. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild INDUSTRIE, kapt. J.H. Kintzee, naar Arendsburg en NASSAU, kapt. C. van der Hoeven, naar Batavia. (opm: de NASSAU is de voormalige WILLEM DEN EERSTEN; vermoedelijk heeft de rederij A. Saportas, Antwerpen, het nuttig geoordeeld de brik naar aanleiding van de succesrijke ontsnapping aan de kaping [zie o.a. DC 310728] een andere naam te geven en voorlopig niet weer naar Zuid-Amerika te sturen) Te Antwerpen zijn gearriveerd CONCORDIA, kapt. Bonjer en NEPTUNUS, kapt. Bakker, van Riga; JOSEPHINE, kapt. Westenberg, van Nerva; DE LEEUW, kapt. Verbrugge, van Marennes en ST. PIETER, kapt. Potter, van Londen.
|