Inloggen
THÉRÈSE (LA) - ID 17552


Kroniekberichten

Datum 22 maart 1821
Krant DC - Dordtsche Courant

Den 16 dezer is het Nederlandse schip de THÉRESIA (opm: brik THÉRÈSE, waarschijnlijk kapt. Busch), met een zeer opmerkelijke lading koopwaren onzer nationale fabrieken, van Nieuwpoort onder zeil gegaan, bestemd naar de Zwarte Zee, ten einde aldaar de handelsbetrekkingen van ons land, welke verscheiden eeuwen afgebroken zijn geweest, weder aan te knopen. Deze bezending maakt een gedeelte der expeditie uit, door de heren l’Ecluse en Zonen (opm: de rederij), van Brugge, geprojecteerd en door Z.M. beschermd wordende. Het derwaarts bestemde schip heeft de heer M.E. Tartbout de Movigny (opm: slecht leesbaar), welke tot vice-consul benoemd is, aan boord genomen. (opm: zie ook DC 220223)

Afbeelding
Datum 10 juli 1821
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 7 juli. De schepen TRITON, kapt. Th.J. Coelinck, van Brugge, en THÉRÈSE, kapt. Busch, van Nieuwpoort naar de Zwarte Zee, zijn den 12 mei te Malta binnengelopen. (opm: beide brikken met thuishaven Brugge)

Afbeelding
Datum 22 februari 1823
Krant DC - Dordtsche Courant

De beide schepen van de heer Delescluze (opm: de brikken TRITON en THÉRÈSE van de rederij P. de l’Écluze [in oude spelling ook: De l’Escluse] & Zoon in Brugge; zie ook DC 220321), reder derzelve, de Zuid-Nederlandsche expeditie naar de Zwarte Zee uitmakende, zijn in de helft van december te Konstantinopel (opm: Istanbul) aangekomen; zij wachten op hunne firmans, en tot dat het weder, hetwelk sedert anderhalve maand zeer slecht geweest is, beter zal zijn geworden, om zich naar hunne bestemming te begeven. Sedert juni 1822 in den Archipel opgehouden door de vrees, welke de opstand der Grieken, en de gevolgen die dezelve zou kunnen hebben, hadden ingeboezemd, heeft de heer Delescluze (opm: De l’Écluze) zich dien tijd te nutte gemaakt, om de Nederlandse handel in de Levant, op de eilanden en de kusten van Klein-Azië en Europees Turkije, te doen herleven. De nationale vlag is aldaar overal wel ontvangen geworden, en de beide brikken hebben zich nimmer te beklagen gehad noch over de bevolking der plaatsen, welke zij hebben aangedaan, noch over de kruisers der insurgenten (opm: opstandelingen), die hen dikwerf ontmoet, doch hen altijd met eerbied behandeld hebben. Men is dit goed onthaal vooral verschuldigd aan de heer Taitbout de Mafigny, vice-consul, die met het bestuur dezer expeditie naar de Zwarte Zee belast is, en wiens kunde en karakter vele zwarigheden uit de weg geruimd, en vele bekommering heeft doen ophouden, welke de tegenwoordige staat van zaken in de Levant had doen geboren worden.

Afbeelding
Datum 29 mei 1827
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 28 mei. Te Rio-Janeiro is, de 9e maart laatstleden, binnengelopen het schip MIDDELBURG, kapt. F. Jonker, naar Batavia; schip, equipage, passagiers en troepen waren in de beste staat. Na het innemen van water hoopte de kapitein dadelijk zijn reis te vervorderen.
Te Antwerpen zijn gearriveerd EENDRAGT, kapt. Dullewijns, van Londen; WILHELMINA, kapt. Jurgenson, van Batavia; REINE, kapt. Koops, THÉRÈSE, kapt. J. Poodts, THERESIA, kapt. Besseling, JULIA, kapt. Visser, MARIA ANNA, kapt. Brons, TROMP, kapt. Nolles, JONGE RENTES, kapt. Huisman en TWEE GEBROEDERS, kapt. Potjewijd, van Marennes; ELISABETH, kapt. Bond, van Newhaven; GOEDE HOOP, kapt. Fijn, van St. Martin; HENDERIKA, kapt. Harding, van Cardiff; CONSTANCE, kapt. P. de Boer, van Noirmontier.
(opm: de brik THÉRÈSE onder kapt. J. Poodts vertrok in september naar de Middellandse Zee waar het schip door onbekende oorzaak verging; de zeebrief werd in april 1828 geretourneerd met als vermelding ‘schip te Alexandrië [Egypte] totaal verongelukt’)

Afbeelding
Datum 19 juli 1827
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Rotterdam, 18 juli. De 16e, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis WILHELMINA, kapt. W.L. Schultz, van Riga.
De 17e, des morgens, arriveerden CHRISTINA, kapt. P. Hansen, van Memel; DE DRIE ZUSTERS, kapt. A.H. Petersen, van Rudkøbing, EENDRAGT, kapt. R.C. de Groot, van Arendsburg.
De 18e, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis JOHANNES, kapt. P.M. Heldt, van Pernau en zeilde DE TWEE BROEDERS, kapt. S.J. Brouwer, naar Bergen.
De 18e, des morgens, zeilden uit de Maas VERWISSELING, kapt. C. van der Drift, naar St. Ubes; GLORIJ, kapt. S. Golder, naar Londen en HARMONIE, kapt. M.H. Schiebe, naar de Oostzee; DE VROUW HEMPKE, kapt. G. Addiks, naar Hamburg; VRIENDSCHAP, kapt. W.M. Swart, naar ….; DE JONGE EGBERTUS, kapt. J.B. Mulder, naar Bergen en arriveerden DE VROUW GEZINA, kapt. B.H. Schippers, van Barnstein; MEDUSE, kapt. F.G. Buneneiij, van Londen; DE ACHT GEBROEDERS, kapt. H.H. Kramer, van Riga; DE KLEINE HANS, kapt. C.C. Haage, van Rostock en NEERLANDS KROONPRINS, kapt. A. van der Meijden, van St. Ubes.
De 8e juli, op de middag, is van Rotterdam gevaren en de 14e juli, des voormiddags, te Keulen gearriveerd het schip GUNST EN VLIJT, kapt. H. Kock.
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE PELIKAAN, kapt. J.H. Ricke, DE ELISA, kapt. J. Renken en DE JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Muijs, naar Londen; HARRIET, kapt. G.L. Buijsman en DE JONGE ORANCIA, kapt. S. de Best, naar Batavia; DE JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken, naar St. Ubes; DE VERWACHTING, kapt. J.H. Schipper, naar Sandwich; DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar en GEORGE PHILIP, kapt. T.G. Rents, naar de Oostzee; THERESIA, kapt. Poodst (opm: brik THÉRÈSE, thuishaven Brugge, kapt. J. Poodts), naar de Marennes; MARIA MATHILDA, kapt. C. van der Hoeven, naar Rio-Janeiro; DE TRITON, kapt. J. Waller, naar Gothenburg.
Te Antwerpen is gearriveerd DE VROUW GEZINA, kapt. Baas, van Petersburg.

Afbeelding