|
Vlissingen, 17 december. Den 15 en 16 dezer zijn alhier ter rede gekomen: DIE LANDWEHR, kapt. J. Hertzberg, van Guernsey met koffie en ballast en DIANA, kapt. A. van Dijk, van Liverpool met klipzout, beide naar Rotterdam gedestineerd; zijnde de laatste, wegens bekomen lekkage, in de haven binnengekomen. Voorts zijn van den 14 dezer tot heden, op onze rede aangekomen: de FLORA, kapt. H. Christen, van Marseille naar Ostende gedestineerd met stukgoederen; de HERSTELLING, kapt. B.H. Smit, van Riga naar Dendermonde bestemd met zaaizaad; LE COURIER, kapt. B. Boutin, van Lebourne naar Brussel gedestineerd met wijn, Naar Antwerpen bestemd: de TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Lobeek, van Havre-de-Grace met stukgoederen; L’UNION, kapt. J. Rickmers, van Cette met wijn en spiritus; PROVIDENTIA, kapt. M. Madsen, van Bordeaux met wijn en koffie; JOHANNA HAZINA, kapt. D.J. Jonge, DE JONGE LODEWIJK, kapt. H.A. Wagenaar, de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens en CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven, alle vier van Liverpool met klipzout en katoen; THE CHARLES, kapt. J. Terode, van Guernsey met koffie en huiden; CYBILLE, kapt. W. Holmes, van New York met koffie en thee; REINIERA, kapt. G.M. Meuger, van Villa-Nova met fruit; DE VROUW ANNA, kapt. H.J. Korter en de BRABANDER, kapt. A.E. de Groot, beide van Liverpool met klipzout en katoen; L’ESPERANCE, kapt. A. van Geyt, van Londen met stukgoederen; THE ROVER, kapt. F.R. Cobb, van Rio de Janeiro met koffie en suiker; DE VROUW MARCHINA, kapt. C. van de Weeg, van Londen met stukgoederen; de JUFFER TITSIA, kapt. L.J. Besseling, van Liverpool met klipzout; LE SANS REPOS, kapt. C. Pethers, van Londen met stukgoederen; LE JEUNE FRANÇOIS, kapt. F. Duperrier, van Bordeaux met wijn. Den 19 dito. Den 17 dezer is het schip de GOEDE WELVAART, kapt. J.J. Vos, van Ostende naar Nantes gedestineerd met ballast, als bijlegger alhier in de haven gekomen. Nog zijn, den 17 en 18 dezer, alhier ter rede gekomen: deTWEE GEBROEDERS, kapt. E.R. Borchers en VERHILDERSUM, kapt. J.C. Visser, beide van Bordeaux naar Rotterdam gedestineerd, met wijn en pruimen; WILHELMINA CATHARINA, kapt. Z. Olsen, van Malaga met stukgoederen en HERMANA, kapt. H. Rode, van Bordeaux met wijn en stukgoederen, beide naar Antwerpen bestemd. Ook zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en heden van onze rede naar zee gezeild: BETHEL, kapt. J. Hall, met vlas en SARAH, kapt. J. Buunemeijer, met vlas en paardebonen, beide naar Hull; HEBE, kapt. R. Heaviside, naar Londen met boomschors. Den 20 dito. Gisteren is van hier vertrokken het schip de FLORA, kapt. H. Christen, van Marseille naar Ostende gedestineerd met stukgoederen. Ook zijn gisteren van onze rede naar zee gezeild, de volgende schepen, welke van Antwerpen de Schelde waren afgekomen: VIGILANTIA, kapt. H.H. Sepsen, naar Newcastle met boomschors; JANVRIN, kapt. J. Ballaine, naar Jersey met tarwe; THE SUFFOLK, kapt. T. Endiest, naar Batavia met jenever; DE VROUW ANNEGINA, kapt. E.R. Huisman, naar Bristol met gerst; de JONGE NICOLAAS, kapt. H. Peters, naar Liverpool met meekrap; ENJER MARGARETHA, kapt. L.A. Cornelisse, naar Noorwegen met ballast; DAENE, kapt. J.D. Visser, naar Londen met boomschors; de JONGE HORTENCE, kapt. H. Ortes, met aardappelen en stukgoederen, en l’ÉCLAIR, kapt. D. Salzsieder, met ballast, beide naar Messina; HECTOR, kapt. A. Carton, naar Leith met boomschors; de TWEE GEBROEDERS, kapt. N.H. Bay, naar Dartmouth met ballast; VICTORIA, kapt. G. Kuper, naar Londen met boomschors. Voorts zijn sedert onze laatste voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: de JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wijk van Riga, laatst van Veere met lijnzaad; L’ALLIANCE, kapt. Conteaux dit Bauvais, van Duinkerken met wijn. Den 24 dito. Den 21 dezer is alhier ter rede gekomen het schip DIANA, kapt. A. van Dijk, van Liverpool naar Rotterdam gedestineerd, met klipzout; alsmede de WELVAART, kapt. J.J. Vos van Ostende naar Nantes gedestineerd met ballast. Van den 21 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen: LES TROIS AMIS (opm: DRIE VRIENDEN), kapt. R.Z. Schut, van Londen met stukgoederen; de HOOP, kapt. D. Bas, van Havre-de-Grace met koffie en thee; LES TROIS FRÈRES, kapt. H.H. Rieke, van Londen met stukgoederen; de JONGE AUKE, kapt. K.A. Blauw, van Nantes met wijn en pruimen; de GOEDE HOOP, kapt. H. van den Oever, van Buenos Aires, laatst van Veere en DE COCK, kapt. E. den Duits, van Buenos Aires, beide met huiden; JUNE, kapt. N. Heitmann, van Bayonne met wijn; PORTIA, kapt. J.H. Sulliman, van Kadix met wol; HOWED OWEN, kapt. H.G. Walker, van Fernambuco met suiker; de GEBROEDERS GEELVINK, kapt. C.H. Bruns, van Memel met houtwaren; laatstgemelde kapitein rapporteert, dat hij tien weken reis van Riga naar Vlissingen, en een anker en verscheidene zeilen heeft verloren, doch dat hij, door de hulp van twee vissers, in staat is geweest zijne reis voort te zetten. De WILLEM, kapt. H.H. Kok, van Marennes, met zout; de JONGE WILLEM, kapt. P.Y. Jobs, van Marseille met stukgoederen; THE RADIANT, kapt. C. Phillips, van St. Jago-de-Cuba met suiker. Ook zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en den 21 dezer van onze rede naar zee gezeild: LE HENRY, kapt. J. van der Steene, naar Mantanzas met jenever en lijnzaad; REBECCA, kapt. J. Saul, naar Salem met ballast; L’ADÈLE, kapt. M. Micheälsen (opm: brik, kapt. M.C. Michaelsen), naar Batavia met stukgoederen; NEVA, kapt. A. Barston, naar Sevilla met ballast; LA MARIE GABRIELLE, kapt. A. Berger, naar Bordeaux met bonen en erwten; de TWEE VRIENDEN, kapt. T. Hamilton, naar de Havanna met stukgoederen.
|