Afgezien van drie Nederlandse zeebrieven uit 1817, 1824 en 1826 en een aantal zeetijdingen is van de ST. ANTOINE niets teruggevonden. Waar / wanneer / door wie gebouwd en voor wiens rekening is onbekend. Overigens niet verwonderlijk, want door de ‘Franse tijd’ en de Eerste en Tweede Wereldoorlog is in België veel historisch materiaal verloren gegaan. Bovendien namen de Zuid-Nederlandse kranten vrij weinig zeetijdingen op. Tenslotte is het Final Fate onbekend gebleven, alhoewel het waarschijnlijk lijkt dat het schip in 1828 is gesloopt..
Dat het scheepstype smak was hebben we alleen uit krantenberichten kunnen afleiden.
In de zeebrieven en soms in de krant is de naam van de kapitein geschreven als De Pol. Volgens Delporte is de naam De Puyt en met deze naam brengen wij de ST. ANTOINE naar de databank.
1817
Op 28 april 1817 werd voor de ST. ANTOINE onder kapt. J.A.B. de Put (opm: De Puyt) een nieuwe Nederlandse zeebrief afgegeven; deze was aangevraagd door de kapitein, wonende in Oostende. De ‘eerste’ is niet gevonden.
1818
NGVB 190218
Oostende, 16 februari. Binnengekomen de Belgische smak ST. ANTOINE, kapt. J.A.B. de Puyt, van Duinkerken, in ballast; aan hem zelf. 49 vat.
1824
GVB 160124
Oostende, 13 februari. Binnengekomen de ST. ANTOINE opm: smak) kapt. De Puyt, van Duinkerken, met wijn.
Op 17 februari 1824 werd voor de ST. ANTOINE door en voor kapt. J.A.B. de Put (opm: De Puyt), wonende in Oostende, een nieuwe Nederlandse zeebrief afgegeven. De zeebrief, uit 1817, werd ingeleverd.
Dat het schip zonder geldige zeebrief (het paspoort van een schip) deze zeven jaren steeds op zee is geweest is uitgesloten. Het zal vanwege de penibele economische toestand als gevolg van het gebrek aan handel vermoedelijk opgelegd zijn en daarmee als woonruimte zijn gebruikt. Tenzij de smak in de binnenvaart is bezig gehouden, maar daarvoor was dit scheepstype minder geschikt. Het slechts enkele uren durende reisje (naar en?) van Duinkerken naar Oostende zal ‘stiekem’; zijn uitgevoerd.
GVB 180624
Oostende, 15 juni. Binnengekomen de Nederlandse smak ST. ANTOINE, kapt. De Puyt, van Duinkerken, met wijn, aan Hofland, 44 tonnen.
1825
GVB 140325
Oostende, 10 maart. Binnengekomen de Nederlandse smak ST. ANTOINE, kapt. De Puyt, van Duinkerken, met wijn, aan Hofland, 44 tonnen.
1826
GVB 250126
Oostende, 22 januari. Binnengekomen de Nederlandse tjalk (opm: smak) ST. ANTOINE, kapt. De Puyt, van Duinkerken, met wijn, aan Hofland, 48 tonnen.
Op 14 maart 1826 werd voor de ST. ANTOINE onder kapt. J.A.B. de Put, (De Puyt) wonende in Oostende, een nieuwe Nederlandse zeebrief afgegeven. Deze was aangevraagd door de boekhouders J. van Cuyl p.p. en B.L. Hofland, Oostende.
1827
GVB 210527
Oostende, 16 mei. Binnengekomen de Nederlandse smak ST. ANTOINE, kapt. De Puyt, van Duinkerken, met wijn, aan Hofland, 44 tonnen.
GVB 191127
Oostende, 17 november. Binnengekomen de Nederlandse smak ST. ANTOINE, kapt. J.A.B. De Puyt, van Duinkerken, met wijn, aan vidua (opm: weduwe) Hofland, 40 tonnen.
(opm: vermoedelijk is de smak na lossing verkocht voor de sloop)