|
Rotterdam, 6 april. De 3e dezer, des namiddags, arriveerde te Hellevoetsluis DE MAAS, J.C. Tevez, van Batavia. De 4e dezer, des morgens, zeilde DE VROUW MARIA ELIZABETH (opm: kof VROUWE MARIA ELISABETH), kapt. R.J. Haverbult, naar……., en arriveerde des namiddags DE SNELHEID, kapt. A. van der Linde van Smirna en ligt in quarantaine op de rede; DE VROUW FENNA, kapt. L.H. Muggenborg, van Bordeaux en DE LEMMER, kapt. J. Tammes, van Liverpool. De 5e, des morgens, zeilde ALKMAAR, kapt. L. Heath, naar Londen. De 4e, des morgens, arriveerde in de Maas, DE VROUW JOHANNA, kapt.J.L. de Vries, van Bordeaux en zeilde INDUSTRIE, kapt. D.J. Cupido, naar Hull; DE JUFFROUW MARIA, kapt. C. Wapenaar en DE ANNE ELIZABETH, kapt. S. Harkes, naar Hamburg en SIMON JOHANNA ELIZABETH, kapt. H. van der Valk, naar Lissabon, welke alle wel in zee gekomen zijn. Des namiddags arriveerde DE JONGE GERRIT, kapt. L. Hus, van Fecamp. De 5e, des morgens, zeilden CONCORDIA, kapt. R.P. Dik en ALIDA, kapt. H.T. Deddes, naar Stettin; HENDRIKA JOHANNA, kapt. H.G. Jonker, DE STAD LINGEN, kapt. P. Schepman, DE VIJF GEBROEDERS, kapt. L.R. Roelfsema, MAGARETHA FREDERIKA (opm: kof MAGRETHA HINDRIKA), kapt. G.J. Munneke, MINERVA, kapt. S. Jantsen, GEZINA JOHANNA, kapt. J.R. Sap en JOHANNA MARGARETH, kapt. B.H. Pot, naar de Oostzee; ENGELINA, kapt. R.H. Bok, naar Liverpool; ARENDINA MARIA, kapt. G.H. Boerhaven, naar Bo’ness; DE HERSTELLING, kapt. W.A. Smit, ALYDA FRANKINA, kapt. J.H. Mulder, naar Dantzig; DE GOEDE HOOP, kapt. D.D. Flik, naar……….., RESOLUTION (opm: kof), kapt. H.E. Slehuis, naar Leith. De 4e dezer, des morgens, zeilden van Maassluis, WILHELMINA, kapt. C. Cordia, naar St. Ubes; de 5e, des morgens, ALETTA, kapt. C.H. Slagter, naar Memel. De 5e dezer, des namiddags, zeilden van Hellevoetsluis DE WILLEM, kapt. M. Schaap, naar Batavia en MERCURIUS, kapt. P.H. de Groot, naar Memel. De 5e dezer, des namiddags zeilden uit de Maas INDUSTRIE, kapt. D.J. Cupido, naar Hull, MERCURIUS, kapt. H.G. Smalte, naar Oostzee; en de 6e, des morgens, DE VROUW HERMINA, kapt. W.M. Cornell, naar Elseneur. Er waren twee schepen in het gezicht, waaronder MARIA, kapt. E. Reints, van Suriname. De 5e dezer, des namiddags, arriveerde te Maassluis DE BASTIAAN MZ., kapt. J. Plug, van Boulogne. Kapt. R.R. Engelsman, voerende het schip DE VROUW CATHARINA, de 4e dezer te Vlissingen binnengekomen van Marseille, rapporteert dat de 14e maart met hem de Straat (opm: van Gibraltar) is gepasseerd een schoener-kof, voerende de Rotterdamse nommervlag nr. 65 (opm: de VERWISSELING, kapt. A. Schaaf), en dat hij de 31e maart nevens de punt van Lezard gepraaid heeft een hoeker, met de Rotterdamse nommervlag nr. 26, zijnde kapt. D. Roderkerk (opm: de WAAKZAAMHEID, kapt. D. Rooderkerk). Te Middelburg zijn ter rede gearriveerd DE ONDERNEMING, kapt. H. Eeltjes, van Suriname en (opm: de bark) MERCURIUS, kapt. H.B. Ezink, van Demerary. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild LONDEN PACKET, kapt. J.G. Renken, naar Liverpool en DE HALTZENIA VICTOR (opm: waarschijnlijk HAITZEMA VIËTOR), kapt. J. van Wijk, naar Cork. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE NICOLAAS, kapt. Pethers, van Rio de Janeiro; PELIKAAN (opm: pleit PELICAAN), kapt. J.L. Vroome en NIEUWE UNION, kapt. J. van den Broecke, van Londen; ANTONIUS, kapt. Gunke, van Le Havre en JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken, van Bordeaux.
|