|
Zeewaardigheid van schepen. De heer N. Brantjes, te Purmerend, boekhouder van het schip ZWERVER, alsmede de permanente commissie uit de Amsterdamse rederijen, hadden, gelijk indertijd gemeld is, bezwaar tegen de gestelde regel, dat voor gouvernementsbevrachtingen naar en uit de koloniën alleen worden gebezigd schepen die van Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren een zwart certificaat A1, A2 of B1 voor de grote vaart verkregen hebben. Door de minister van waterstaat enz, was alsnu aan de Kamer een afschrift gezonden van de beschikking door de minister van koloniën te dier zake genomen. Krachtens deze behoudt de regering, hoewel van oordeel dat deze regel in het algemeen moet worden gehandhaafd, zich voor, om in bijzondere gevallen, wanneer belanghebbenden zich verongelijkt achten, omdat hun bedoeld certificaat is geweigerd en dientengevolge ook een gouvernementsbevrachting is geweigerd en ernstige gronden voor hun beklag worden aangevoerd, naar de zeewaardigheid hunner schepen, met hun goedvinden en op hun kosten, een nader onderzoek te doen instellen door een of meer ingenieurs der Marine. De heer Hendrichs betreurt het besluit van de minister, vooral met het oog op de geringe diensten, welke onze schepen van de experts der Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren ondervinden. Van een opvolgend minister verwacht hij een meer open oog voor de belangen onzer scheepvaart.
|