1938-12-05: |
NvhN 05-12-1938: Verkleumd en uitgeput in een sloep op zee. De „Europa” had motorschade. Stuurman en matroos haalden hulp. Zaterdagmiddag troffen Deensche visschers in het Kattegat een sloep aan, waarin zich twee Groninger zeelui bevonden, die geheel uitgeput en verkleumd waren. Het waren de stuurman en de matroos van het m.s. „Europa", die in de sloep hulp waren gaan halen, daar hun schip met een gebroken krukas hulpeloos ronddreef. De „Europa", een Groninger motorkustvaartuig van 339 bruto register-ton, was onderweg van Liverpool naar Riga. De motor had, toen het schip in het Kattegat kwam, ruim zes dagen aaneen, zonder een enkele storing gedraaid, doch toen de boot zich op ongeveer 12 mijl van de kust bevond, brak plotseling de krukas. Het was tamelijk stormachtig, terwijl het zeer mistig was. Daar het water daar zeer diep is, kon het schip niet voor anker gaan. Kapitein Smit achtte het voor de veiligheid van schip en opvarenden noodzakelijk, dat zoo spoedig mogelijk hulp werd gehaald, waarom besloten werd, dat stuurman Poelman en een matroos in een sloep zouden probeeren de kust te bereiken. De boot werd van een zeil voorzien en zoo staken de twee mannen, nadat flink wat proviand was ingeladen, in zee. Deze tocht werd allesbehalve een pleziertochtje voor de twee zeelui. De zee was wild, terwijl het ijskoud was. Al spoedig waren de twee mannen geheel en al verkleumd, terwijl het zware sturen van de boot en het roeien hen na enkele uren reeds afmatte. Door de mist was de kans voor hen om opgemerkt te worden heel gering, doch na uren werd het bootje door een visscher gevonden. De opvarenden werden aan boord genomen en het ging daarop op volle kracht naar Gelleleje. Daar aangekomen telefoneerde de stuurman dadelijk den reeder van de „Europa" de heer T. Tammes die hem bevel gaf een overeenkomst te sluiten met de visschers om het schip naar Kopenhagen te sleepen. Eenige kotters brachten daarna het schip naar deze haven. Daar zal een nieuwe krukas worden aangebracht, met welke reparatie ongeveer veertien dagen gemoeid zal zijn waarna het schip zijn reis naar Riga zal vervolgen.
De Tijd: 05-12-1938; Groningsche kustvaarder in moeilijkheden. Veilig te Kopenhagen binnengebracht. Visschers uit Gilleleje (Nordseeland in Denemarken) troffen Zondagmiddag ter hoogte van Raagelejke een kleine, van een zeil voorziene roeiboot aan, waarin zich twee Nederlandsche zeelieden bevonden, die mededeelden, dat het motorschip “EUROPA” uit Groningen vier mijlen ten noorden van Kullen een krukas had gebroken, waardoor het schip onbestuurbaar was geworden. Beide mannen, die proviand bij zich hadden, hadden getracht de kust te bereiken om assistentie in te roepen. Zij hadden van des nachts twee uur af geroeid en waren doodop van vermoeidheid. De visschers brachten hen naar Gelleleje, in de loop van den dag is de “Europa” door eenige kotters uit laatstgenoemde plaats naar Kopenhegen gesleept en daar veilig in de haven binnengebracht. De “Europa” is een kustvaarder met een bruto inhoud van 339 ton en behoort toe aan de reederij T. Tammes te Groningen. Het schip, dat zes opvarenden aan boord heeft en onder commando staat van kapitein E. Smit, was op weg van Liverpool naar Riga. |