2014-10-00: |
Onderstaand informatie uit de Schepenlijst Hunzeboten, opsteller R.K. Mast.
1897 Het ss POMMERSCHER GREIF (POMMERSE GRIFFIOEN) wordt te water gelaten.
1898 Het schip wordt opgeleverd en wordt in de vaart genomen voor waarschijnlijk het vervoer van portland cement naar Litouwen. De thuishaven is Cammin, Duitsland. Het is een gladdek type schip met 1 mast en 2 laadbomen, voortgestuwd door twee schroeven, aangedreven door twee compound stoommachines van het fabrikaat Kroll & Eulert. Haar dienstsnelheid bedraagt 8 knopen.
1900 Schip gaat over naar een nieuwe eigenaar. Naam en thuishaven ongewijzigd.
1909 Schip verwisselt opnieuw van eigenaar. Naam ongewijzigd; thuishaven wordt Stettin.
1919 Schip gaat over in handen van Robert Meyhöfer & Hermann Ries in Memel, Litouwen.
1920-1922 De POMMERSCHER GREIF is een regelmatige bezoeker van de Rotterdamse haven.
1923 Het vaartuig wisselt opnieuw van eigenaar. Nu vaart het onder de vlag van G.J.H. Siemers & Co in Hamburg en wordt herdoopt in DORNBUSCH. Wellicht treedt dit bedrijf ook op als makelaar.
15/02/1923 RN. Kalmar, 12 febr. Het reeds gemelde gestrande Duitse ss DORNBUSCH is vlotgebracht.
1923 Aankoopprijs ss GRUNO: fl 43.174,66 = € 312.700; afschrijving 2½ %/jr (bron: jaarrekeningen GRSM).
16/04/1923 NvhN. Advertentie: Groningen-Hamburg v.v. Geregelde stoombootdienst per Ned. Dubbelschroefstoomschip GRUNO. Kapt. K. Scholtens. (bemanning uitsluitend Nederlanders). Ligplaats te Groningen: Oosterhaven N.z., Loods ‘Cargo’. Inlichtingen aangaande vrachten etc. verstrekt ‘Cargo’, Groningen. Telef. Nrs. 2890, 2310.
04/05/1925 NvhN / De gezagvoerder van het ss GRUNO, kapt. Scholten, hedenmorgen van Bremen alhier binnengekomen, rapporteerde het zeelichterschip DORIS, thuisbehorende te Kopenhagen, groot 627 ton, dat in zee verlaten is aangetroffen. Het schip is door hem op sleeptouw genomen en te Delfzijl binnengebracht. Nadere bijzonderheden omtrent sleepboot of bemanning ontbreken.
05/05/1925 NvhN / Een verlaten schip. Het alhier thuisbehorende stoomschip GRUNO, varende in de geregelde dienst van de GRSM tussen Bremen en Groningen ontdekte l.l. zondagmorgen op de Noordzee naar schatting ongeveer 10 mijlen ten Noorden van Borkum een klaarblijkelijk stuurloos ronddrijvend schip. De kapitein van de GRUNO zette koers naar dat schip en na enige malen rond het schip gevaren te hebben , terwijl zijn voortdurend afgegeven fluitsignalen onbeantwoord bleven, bleek hem, dat het vaartuig door de bemanning verlaten was. Ondanks hoge zeeën werd door de GRUNO een boot uitgezet, die bemand door de stuurman en enige matrozen, de verbinding tussen de GRUNO en het stuurloze schip wist tot stand te brengen. Aan dek van het schip, dat de lichter DORIS van Kopenhagen, groot 627 ton, bleek te zijn, heerste de grootste wanorde. Een der ankers was gebroken, touwen en staaldraden lagen in chaotische toestand over het schip, van de ruime kajuit was geen ruit meer heel,: potten, pannen en verder keukengerei slingerden over dek. Papieren en kledingstukken werden niet gevonden, zodat het vermoeden voor de hand ligt, dat de bemanning met medeneming van have en goed het schip heeft verlaten. Niet zonder veel moeite gelukte het tenslotte de GRUNO om het schip behouden in Delfzijl binnen te brengen.
1925 De GRSM en de NNCA varen beide op Hamburg; onderling is er grote competitie. In 1925 komt men tot een regeling. De NNCA wordt overgenomen door de GRSM. Naast het ss GRUNO komen ook het ms CARGO I en de drijvende stoomkraan CARGO in de vloot van de GRSM. De heer N.H. Trap wordt adj.directeur van de GRSM.
28/03/1927 De beide versleten compound machines worden tussen 1926 en 1927 vervangen. Op voornoemde datum krijgt de GRUNO na de machinale facelift het NL brandmerk 219 Z GRON 1927. Wanneer voor het schip een Kadaster kaart wordt aangemaakt wordt het omschreven als: "...GRUNO, stoomschip met 1 dek, 1 mast, 2 stoomketels, 2 compoundmachines van 110 ipk en 2 schroeven.
23/12/1927 Uit Delfzijl meldt men ons: Het ss HUNZE IX, is gistermiddag na veel moeite alhier van Hamburg binnengekomen. Van Borkum af tot Delfzijl, heeft het schip 24 uur werk gehad. Volgens de kapitein was het ijs op sommige plaatsen meters dik. Het ss GRUNO is in verband hiermee niet vertrokken. Ook de aflossende loodsboot is nog niet vertrokken.
31/12/1927 NvhN / Uit Delfzijl meldt men ons: Het ss GRUNO van de HUNZE-mij te Groningen, op reis van Bremen naar Groningen, heeft gisteren gepoogd de haven van Delfzijl te bereiken. Door een dikke ijsdam, ter hoogte van de Bocht van Watum, moest men deze pogingen opgeven. De GRUNO is later door het Oost-Friese Gaatje naar de haven van Emden opgestoomd. De kanaalboten, welke de dienst Delfzijl-Groningen onderhouden, hebben heden de dienst wegens het vele ijs in het Eemskanaal moeten staken. De sleepboot FRANZISKA, welke hedennacht de haven alhier zou open houden, heeft op het zware ijs zijn schroef stuk geslagen. Door de sleepboot DUITSLAND is hij later uit zijn positie bevrijd.
06/01/1928 NvhN / Het dooit stevig, maar het ijs in de kanalen levert nog veel problemen op:….De Groningse kanalen zijn nog alle gesloten, doch hedenmorgen zijn enige HUNZE-boten begonnen het ijs in de Noorderhaven te breken, om rond de stad naar de Oosterhaven te komen. Een zwaar karweitje, want het ijs is nog vrij dik. Vanuit de Oosterhaven zal men trachten door het Eemskanaal Delfzijl te bereiken, om de vaart voor de HUNZE IX die morgen naar Bremen zal vertrekken, vrij te maken, en tevens de GRUNO de tocht naar Groningen te vergemakkelijken.Deze laatstgenoemde boot arriveerde de vorige week van Bremen via het Oost-Friese Gaatje te Emden, omdat Delfzijl door een ijsdam niet bereikt kon worden. Nu echter door de veranderde wind het ijs naar Duitse zijde is afgedreven is de haven vrijgekomen, en liep de GRUNO gisteren te Delfzijl binnen.
1933-1939 De GRUNO vaart de dienst Groningen-Hamburg v.v.
09/12/1933 NvhN / Artikel: De winter. Daaruit: “….De scheepvaart in het Eemskanaal, het enige kanaal, waarin nog wordt gevaren, houdt nog vol. Gisteren kwam te Groningen van Delfzijl binnen de kanaalboot van de Schuitenvaardersvereniging en de ATLAS, een zeebootje. De HUNZE VI is gistermiddag om 15.30 u van hier naar Bremen vertrokken, zij was gisteravond in Delfzijl. Een Noorse boot was haar voorgegaan; deze had des morgens al de reis welke met succes werd bekroond ondernomen. Vanmiddag wilde de GRUNO van de HUNZE-mij naar Hamburg vertrekken….”
29/01/1937 NvhN / Artikel Groningen’s waterwegen gestold. Alleen Hoendiep en Eemskanaal nog open. Ver. tot IJsbestrijding in actie. Hieruit:…TRIO breekt het ijs naar het Hoendiep namens VTY. ….Slechts het Eemskanaal en het Hoendiep zijn nog bevaarbaar…… Vanmorgen vertrok langs eerstgenoemd kanaal de GRUNO van de stad naar Delfzijl. Het ging wel niet vlug, maar toch heeft men hoop, dat de boot ter bestemder plaatse zal arriveren....... En later in dit artikel:
Een zware reis. Dat het wel nodig was maatregelen te nemen bleek ook uit het relaas van kapitein Karel van het ss GRUNO, dat de weekdienst op Hamburg verzorgt. Toen hij maandagavond uit Bremen vertrok, had hij een uur nodig om met zijn schip uit het ijs los te komen. Daar is de vorst nog strenger dan hier. En gedurende de hele reis heeft men met het ijs te kampen gehad. Vooral het grondijs in de Wezer veroorzaakte veel moeilijkheden. Het zette zich aan de schroef vast waardoor het schip stuurloos bleef drijven. Het anker wilde niet pakken en zo dreef de boot in de ijsmassa aan lager wal. Dinsdagmorgen gelukte het na eindeloze moeite om weer verder te komen, nog maar net op tijd of het schip was ingevroren. Doch het schip had 4 uur nodig voor een traject, dat anders slechts een kwartier vergt. Zo werkte het schip zich verder door het ijs, tot de haven van Delfzijl, die nog open was, mede doordat de LOWLAND er uit gekomen was. Het ijs in het Eemskanaal kon de GRUNO zelf baas. Het schip was zo geladen, dat de neus hoger lag dan gewoonlijk. De voorsteven loopt dan op het ijs en breekt er doorheen. Maar de tocht duurde dan ook vijf uur. Op Rottumeroog, vertelde de kapitein, zat een schip hoog op het strand, terwijl het ijs er tegenop schoof. Het zal zeer de vraag zijn of het schip de druk zal kunnen weerstaan. Op de Noordzee waren grote ijsvelden gezien, afkomstig van de wadden.
mei 1940 Het ss GRUNO wordt in de meidagen van 1940 door de NL Defensie tot zinken gebracht. Het schip wordt aansluitend door de bezetter gelicht. Het NL Dept. van Defensie vergoedt later voor de inventaris netto NLG 180 en keert een bedrijfsschade uit over het tijdvak van 20 juni t/m 5 sep 1940 groot 11 weken a fl 150 = NLG 1.650; beide posten tezamen: € 14.460 (bron: jaarrekening GRSM 1941).
1940 Waarde van het schip: NLG 20.000 (€ 158.000).
14/10/1941 De Banier / Lemmer, 13 okt. De msb HEDWIG III, kapitein J. Been, heeft enige kranige reddingen verricht. De kapitein vernam, toen hij van Lemmer naar Urk was gevaren, dat daar de msb IDA GOEDKOOP was gearriveerd, welke door de harde wind haar sleep, bestaande uit 4 schepen, was kwijt geraakt……Verder hieruit: Ten derde male koos kapitein Been hierna zee, doch voor hij ook het vierde schip kon bereiken, was het helaas gezonken. De bemanning kon nog juist door de GRUNO van de HUNZE-mij gered worden…. Zie verder het gehele artikel voor meer bijzonderheden.
15/10/1941 De Banier / Uit het artikel met de kop Schipbreuk op het IJsselmeer de tekstregel: …..Naar ons werd medegedeeld door de schippers is het 8e schip losgeslagen van de sleep en is vergaan. De schipper, zijn vrouw en een kind konden met veel moeite door een HUNZE-boot (opm: het ss GRUNO; zie De Banier 141041), die juist passeerde, worden opgepikt. Het schip dat verloren is gegaan was geladen met papier en was op weg van Delfzijl naar Amsterdam……
15/01/1945 Het schip wordt vrij van hypotheek gevorderd in huur door de Seetransportstelle Groningen. De huur wordt uitbetaald door Seetra, Groningen tot 31 maart 1945.
april 1945 Tijdens de gevechten rond de bevrijding van Groningen wordt de GRUNO door de terugtrekkende Duitse troepen in de Noorderhaven tot zinken gebracht.
1945 Bijzonderheden onbekend. Het schip lijdt zowel bezettingsschade (NLG 11.141) als molestschade (NLG 52.643), tezamen bedragend NLG 63.687 (€ 354.800). Hiervan is slechts NLG 40.203 (€ 224.000) verhaalbaar, zodat de GRSM zelf NLG 23.484 (€ 130.800) moet bijpassen.
aug 1947 De GRUNO wordt bij scheepswerf 'Welgelegen' te Harlingen verbouwd tot een enkelschroefs-motorschip. In het Verkoopboek van de Appingedammer Bronsmotorenfabriek staat als besteldatum voor een dieselmotor maart 1947, en als factureringsdatum 30 augustus 1947. Geleverd wordt een 4-cyl 2-tact Bronsmotor met een vermogen van 200 epk. De extra kosten voor de verbouw bedragen NLG 131.390,44 (€ 611.800).
23/08/1947 NvhN. Scheepsbouw. Het vroegere ss. GRUNO van de GRSM is thans na verbouwing tot modern kustvaartuig bij de werf ‘Welgelegen’ te Harlingen, aan de Groninger wilde vaart-vloot toegevoegd. Destijds onderhield de GRUNO de wekelijkse dienst Groningen-Hamburg. Het schip is thans voorzien van een 200 pk 4-cyl 2-tact ew Brons-motor met nummer 6298, waarmede het tijdens de proefvaart een snelheid van 10 mijl bereikt. Voorts is er een 10 pk Brons-hulpmotor aan boord, terwijl de winchen worden aangedreven door 2 Triumf-Skoda dek-dieselmotoren van 9 pk elk. Het netto laadvermogen is 378 ton. In vele opzichten werd het schip gemoderniseerd en vooral voor de bemanning is er een goede accommodatie aanwezig, o.a. electrisch licht.
1952 De GRUNO heropent de dienst op Hamburg.
oktober 1953 NNCM en haar schepen gaan over naar Groninger Beurtvaart, Groningen.
17/05/1954 De GRUNO wordt verkocht en gaat over naar D.J. Roelfs te Delfzijl en twee dagen later herdoopt in FARMSUM. Schip gaat in de de binnenvaart. Voor de aankoop geeft Roelfs een hypotheek ten bedrage van fl. 40.000 (€ 136.800), die door de Twentsche Bank wordt genomen. Deze hypotheek wordt op 19/06/1957 doorgehaald.
1957 Het vaartuig krijgt een nieuw brandmerk: 3532 B Gron 1957.
09/04/1957 Kapitein Roelfs belast zijn schip met een hypotheek van fl. 25.000 (€ 77.250), die door een particulier genaamd J. Kuiper wordt genomen. Terzelfder tijd fourneert de Rotterdamsche Bank nog eens fl. 35.000 (€ 108.150). Als extra zekerheid bij deze transacties dient een schip met het brandnummer 5057 B Amst 1956. De eerste hypotheek wordt doorgehaald op 25/09/1958, terwijl de Twentsche Bank op 15/031962 de totale aflossing op de lening kan noteren. Dat zal het moment zijn waarop de heer De Groot uit Rotterdam het schip overneemt.
1962 Onbekende krant. Het ms FARMSUM, eigendom van de heer D.J. Roelfs te Delfzijl, is verkocht aan de heer R. de Groot te Rotterdam. In vroeger jaren voer dit schip in 1898 als stoomschip gebouwde vaartuig onder de naam GRUNO in de lijndienst Groningen-Hamburg v.v. Het schip is door Roelfs verbouwd tot motorbinnenschip. Het vaartuig heeft een draagvermogen van ca. 270 ton en is onder de naam WADDENZEE opnieuw in de binnenvaart gebracht.
1969 Schip verkocht aan H. van Dijk, Coevorden en herdoopt in VECHTSTROOM. |