1912-11-25: |
Final Fate: Op 16-10-1912 vertrokken van Charlestown (Scotland) naar Stege (Dk) geladen met 143 ton steenkool. Zodra men de rivier Forth af was werd koers gezet op Hanstholm de wind was Z.W. Hanstholm heeft men niet in zicht gekregen echter op 20 oktober s`avonds werd het vuur van Hirsthals op de Jutlandse kust gepeild op 16 zeemijl Z.O. De wind waaide uit het Z. en men bleef over B.B. bij de wind zijn koers vervolgen, om boven Skagen te zeilen. De 21e oktober om 12.30 werd het vuur van Skagen verkend in het Z.O. De wind ging krimpen tot Z.O. en om 13.00 uur werden 2 reven gelegd in het grootzeil , daarna namen de wind en zeegang toe zodat het schip veel water over dek en luiken kreeg. Intussen hield men het gaande onder de opperwal. Tegen de middag nam de wind toe tot storm er stond een hoge zee. De voorzeilen werden vastgezet en het schip bijgelegd. Het stormweer uit het Z.O. hield 22 en 23 oktober aan. Met vastgemaakte voorzeilen en 2 reven in het grootzeil dreef men de 22e eerst over B.B. on de N.N.O. waarna s`middags werd rondgehalsd over S.B. Bij dezelfde weersomstandigheden van wind en zee lag men de 23e eerst over B.B. daarna over S.B. bij. Beide dagen kwamen telkens zware brekers over het schip en kreeg men veel staanwater aan dek. s`middags merkte men dat het schip slagzij had over S.B. volgens gegist bestek was toen in het Skagerrak. Onmiddellijk werden de en aangezet, doch deze waren lens. De oorzaak van de slagzij kon men niet nagaan, daar wegens overkomend water men de luiken niet kon openen, maar vermoed werd dat de lading was overgegaan. (het grootluik was niet geheel vol er werd geschat 5 a 6 ton wan ruimte, en de lukhoofden waren ook leeg, er waren geen gevelingen gezet, wel was er door tremmers van de wal gevlakt onder toezicht.) Om 18.00 uur terwijl de storm aanhield en het schip met de kop in de wind lag, scheurde de S.B. presenning van het grootluik en begon er water in het ruim te komen. Omdat het schip slagzij had, stond het water aan S.B. aan dek. Deze omstandigheden deden de pogingen teniet om de scheur te herstellen. De pompen konden het water niet terugdringen, temeer ook omdat overkomende brekers het pompen beletten. Tweemaal is geprobeerd overstag te gaan, om de slagzij te verminderen, deze pogingen mislukten. Intussen vermeerderde de slagzij. Op 24 oktober hield het stormweer uit het Z.O. aan en voerde men alleen een dicht gereefd grootzeil, om 09.00 uur kwam een stoomschip in zicht, toen is de noodvlag gehesen, dit werd niet opgemerkt. Om 11.00 uur was men genoodzaakt, uit vrees voor zinken de scheepsboot te water te laten. Bij het klaren van de boot merkte men dat deze nog goed vastgesjord zat, zodat de scheur in het presenningdoek niet door het schavielen van de kamelen kon zijn veroorzaakt. Om 12.30 uur werd het noodsein van de Noordster opgemerkt door de postboot “Skagen “ die het schip op sleep nam, het schip kreeg steeds meer slagzij, terwijl het water aan dek tot midden op de luiken stond was het pompen niet meer mogelijk. Terwijl met matige vaart gesleept werd ging om 20.00 uur de scheepsboot onder water zonder echter verloren te gaan. Op 25e oktober stormde het nog steeds in maar in mindere mate, om 02.00 uur helde het schip zover over S.B. dat de slepende “Skagen” met flambouwen verzocht werd te stoppen. Dit gebeurde. Het water werd uit de scheepsboot geschept en daarna is het slepen hervat. om 15.00 uur kapseisde het schip en ging de voorzijde eronder. Weer werd geflambouwd waarop de bemanning de zinkende “Noordster” verliet in de scheepsboot en allen werden opgenomen op de Postboot kort daarna is de “Noordster” vergaan in positie : 47° 42” NB – 10°.18”n OL. Allen kwamen veilig aanboord van de “Skagen” en 26 oktober om 8.30 bereikte men Frederikshavn. |