Delfzijl, 3 maart. De sleepboten SPES MEA en ENGELINA, die zondag jl. de tjalken CONFIANCE, schipper Engelsman en URANA I, schipper Klugkist, door het ijs naar hier hebben geassisteerd eisen daarvoor een hulploon van respectievelijk NLG 900 en NLG 1.500.

Raad voor de Scheepvaart.
Dinsdag 6 november, ‘s namiddags 2 uur, zal de Raad een onderzoek naar het op de reis van Londen naar Kristiania vermoedelijk met man en muis vergaan op of na 15 april 1917 van het zeilschip HEIKINA, rederij J.M. Kruize & Zoon te Groningen, instellen en ook een onderzoek naar het stranden op de gronden van Texel op 12 oktober 1917 van het zeilschip ADELAAR, schipper-eigenaar K. Eeftingh te Gasselternijveen. Tenslotte zal de Raad dan nog onderzoeken de ramp op 8 oktober 1917 in de nabijheid van Arkona overkomen aan het zeilschip URANA I, aangevaren door een torpedoboot, waardoor het schip in zinkende toestand moest worden verlaten. Schipper-eigenaar J. de Jonge te Groningen.

Raad voor de Scheepvaart. De Raad deed tevens onderzoek naar de ramp op 8 oktober 1917 in de nabijheid van Arkona overkomen aan het zeilschip URANA I, aangevaren door een torpedoboot, waardoor het schip in zinkende toestand moest worden verlaten. De schipper-eigenaar J. de Jonge, Groningen, deelde o.a. mee, dat hij de 8e oktober zich bevond bij Arkona in de Oostzee, op weg naar Nederland. De wind was zuid-zuid-oost en men voerde de nodige lichten. Plotseling, in de nacht, werd het schip door een torpedo getroffen. De schipper verzekerde dat alles zo snel in zijn werk was gegaan, dat er niets aan te doen was geweest. De torpedoboot liet de schipbreukelingen aan hun lot over en het schip zonk. De schipper meent zeker te weten dat het een Duitse torpedoboot is geweest. De schipbreukelingen zijn tenslotte in Stralsund geland. De Raad zal later uitspraak doen.

Uitspraak Raad voor de Scheepvaart: Gisteren heeft de Raad o.a. de volgende uitspraak gedaan betreffende de aanvaring van het zeilschip URANA I. De Raad is van oordeel, dat de URANA I is verloren gegaan ten gevolge van een aanvaring door een torpedoboot, vermoedelijk tot de Duitse Marine behorende. Dit zonder lichten varende oorlogsschip heeft getracht vóór de URANA I over te lopen en daardoor de aanvaring veroorzaakt. Van de zijde van de URANA I was het onmogelijk enige manoeuvre te doen om de aanvaring te voorkomen. De schuld van de aanvaring ligt, naar ’s Raads mening, geheel bij het aanvarende schip.

De Nederlandsche Staatscourant No. 279 bevat de uitspraken van de Raad voor de Scheepvaart betreffende: De stranding van de zeillogger ZEGEN en VLIJT – MA, betrokkene schipper Nicolaas van der Zwan); de stranding van het aakschip ADELAAR (betrokkene, schipper Klaas Eeftingh); de aanvaring van het zeilschip URANA I, en het verloren gaan van het zeilschip HEIKINA.