|
Mededelingen. De 14e a.s. wordt alhier en te Amsterdam de openbare inschrijving opengesteld op 1500 obligaties van NLG 1000 van een 4 pct. lening van de Nederlandsch- Amerikaansche Stoomvaart-Maatschappij. De inschrijvingen worden gegund tot een en dezelfde koers, met dien verstande, dat inschrijvingen, hoger dan de vast te stellen koers, alle worden aangenomen, terwijl de inschrijvingen tot dien koers, indien daarmede het uit te geven bedrag mocht worden overtroffen, pondsgewijze, zo na mogelijk, onder de inschrijvers worden verdeeld. Inschrijvingen beneden de vast te stellen koers blijven buiten aanmerking, ook dan, wanneer tot die koers niet het volle bedrag mocht worden verkregen. De gereserveerde NLG 200.000 van de 4½ % geldlening van 1888 worden vernietigd. De maatschappij verbindt zich, zolang deze nieuwe lening niet afgelost is, haar eigendommen of schepen niet door hypotheek of anderszins te zullen bezwaren. De aflossing geschiedt à pari, bij uitloting, voor de eerste maal in 1892, met ten minste NLG 50.000 ’s jaars. De toegewezen obligaties moeten op 1 juni aanstaande betaald en in ontvangst genomen worden, met bijbetaling van rente à 4 % van 1 mei af. Het prospectus, waaraan het bovenstaande ontleend is, behelst het volgende tot toelichting: In het plan van uitbreiding, uiteen gezet in het prospectus van de laatste kapitaalsuitgifte, lag het voornemen opgesloten, de daartoe benodigde middelen ten dele te vinden door een obligatielening, uit te geven, zodra de betalingen op het aangekochte en de in aanbouw zijnde materieel kasbehoefte zouden doen ontstaan. Dat ogenblik is thans gekomen. De stoomschepen WERKENDAM en SPAARNDAM werden aangekocht, terwijl de stoomschepen DIDAM en DUBBELDAM in Nederland in aanbouw zijn. Zijn deze schepen afgeleverd, dan vertegenwoordigt het materieel van de Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij een waarde van ruim 7.000.000 gulden. De winst en verliesrekening liet, na afschrijving van alle kosten en renten, een voordelig saldo in 1886 van circa NLG 125.823; in 1887 van circa NLG 140.148; in 1888 van circa NLG 239.220, en in 1889 van circa NLG 410.646. De financiële toestand van de maatschappij is dus in alle opzichten gunstig te noemen, zodat de rente en aflossing van deze lening volkomen verzekerd zijn.
|