Familiegegevens en opleiding
Wilhelmus Hendricus Kannegieter, Rooms Katholiek, werd geboren te Amsterdam op 16 februari 1829. Hij was de zoon van Joannes Laurentius Kannegieter, wijnkopersknecht te Amsterdam, en Anna Knorrenburg, beiden wonende in de Laurierstraat bij de 1ste dwarsstraat in de Vettemansgang nr.156. Wilehelmus werd ingeschreven als leerling aan de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart op 27 augustus 1842. Van zijn vorderingen in de vakken Zeevaartkunde, Schoolonderwijs (hollands, frans en engels) en Scheepvaartkunde werden drie-maandelijkse aantekeningen bijgehouden in de periode januari 1843 - juli 1845. Voorts zijn de volgende opmerkingen gemaakt:
08 juli 1845 "benoemd tot stuurmansleerling bij de Burgerlijke Koloniale Marine in Oost-Indië"
29 augustus 1845 "vertrokken met het Schip de twee Anthonys Capt.Plug naar Batavia voor Rotterdam"
02 december 1846 "uit Oost Indië met ontslag terug in het Gesticht"
19 februari 1847 geplaatst als ligtmatroos op de "Wassenaar" onder kapt Honstede (dit moet zijn A.Hofstee) van Amsterdam naar Batavia
15 december 1847 terug van de reis "met goede attestatie"
29 december 1847 "eervol ontslagen"
in de kantlijn staat: "Burgerlijk kol. Marine in Oost-Indië"004-533/1981
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.H.Kannegieter werd per 09 januari 1872 met vlagnummer 873 en op voordracht van P.Buys Jr ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Soembing"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02/09 januari 1872 wordt als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd W.H.Kannegieter, geen leeftijd genoemd, voerend het fregat “Soembing”, voor rekening van A.Hendrichs & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Buijs Jr. 023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 07 januari 1858 staat een brief van H.B.Kannegieter “verzoekende voor W.H.Kannegieter, dat deze, op reis zijnde, nog als deelnemer worde toegelaten”. Het verzoek wordt afgewezen met verwijzing naar art. 17 van het Regelement. In dit artikel worden een aantal voorwaarden voor toelating opgesomd, waaraan de kapitein Kannegieter kennelijk niet voldoet
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
873 1872 fregat Soembing A.Hendriks & Co
Bouma025 vermeldt W.H.Kannegieter als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1869 van de bark “Minister Thorbecke”, gebouwd in 1853 te Papendrecht, 566 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam. Het schip werd in 1869 verkocht naar Duitsland;
* 1871 van het fregat “A.M.E.”, ex Jessiana, gebouwd in 1856, bouwlocatie niet vermeld, 931 ton o.m., varend voor Meyer & Co te Amsterdam;
* 1873 t/m 1874 van het 3/mschip “Soembing” ex Baron Mc Auley, gebouwd in 1859 te Thomaston Maine, 1325 ton o.m., varend voor A.Hendrichs & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1874 vermist tussen Batavia en Amsterdam;
JESSIANA / A.M.E.
KADASTER (Schaduwregister Rotterdam) :
De Firma van Meijer & Co, cargadoors te Amsterdam, werd op 19 mei 1871 in het kadaster te Amsterdam teboekgesteld als eigenaar van het Fregat JESSIANA, dat zij voor NLG 22000 hadden aangekocht. Het brandmerk van dit schip werd 2144 Amst 1871.
Het schip mat 491 ton en had een laadvermogen van 422 last.
Op 30 mei 1871 kwam er een ‘verklaring’ als eigenaar van de A.M.E., ook JESSIANA. Vermoedelijk werd er toen een Rederijcedule uitgegeven.
Gegevens van Lindenborn-Marhisdata, maart 2008
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Pieter Kluit, Nederlands Hervormd, woonde te Den Helder en vestigde zich te Rotterdam. Hij woonde aldaar o.a. aan de Binnenweg Wijk 15 nr.425 (nieuw 116). Hij vertrok op 16 mei 1870 naar Haarlem.
Hij was getrouwd met Elizabeth Antonia Helleman, geboren 27 september 1835 te den Helder, Luthers005.
Hendrik Pieter Kluit, Nederlands Hervormd, werd geboren te Heemstede op 16 maart 1837. Zijn ouders waren Gerrit Kluit, tuinman op de Hartekamp onder Heemstede, en Sara Veldhuizen. Hendrik werd ingeschreven aan de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart op 31 augustus 1850. Van zijn vorderingen in de vakken Zeevaartkunde, Schoolonderwijs (hollands, engels en frans) en Scheepswerk werd om de 3 maanden een aantekening gemaakt en wel in de periode januari 1851 - juli 1852. Voorts zijn er de volgende opmerkingen:
15 december 1852 ingeschreven als lidmaat van de Ned.HervGem bij dominee de Voogd
27 december 1852 geplaatst als scheepsjongen op de Soolo(sic) onder kapitein Korteland voor een reis van Schiedam naar Australië (Er is in de ledenlijsten van het Rotterdams zeemanscollege De Maatschappij tot Nut der Zeevaart een M.Korteland ingeschreven met vlagnummer 53021. Zie bij Korteland).
27 februari 1852 teruggekeerd van de reis met het schip "Graaf Dirk III" "met goede attestatie"
30 maart 1854 geplaatst als ligtmatroos op de "Ardjoeno" onder kapitein Post voor een reis van Amsterdam naar Austrlië
25 augustus 1855 terug van de reis "met goede attestatie"
29 augustus 1855 eervol ontslagen004-533/2232.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.P.Kluit (te Nieuwediep) werd per 07 april 1863 op voordracht van W.L.Esink en met vlagnummer 803 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Maria Catharina"002. Ten tijde van de inschrijving was Kluit 26 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” dd 31 maart/07 april 1863 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Pieter Kluit. oud 26 jaar, wonend te Nieuwediep, voerend de bark “Maria Catharina”, voor rekening van J.J.Schumacher te Rotterdam,op voordracht van kapitein W.L.Esink.023.
Hendrik Pieter Kluit was met vlagnummer R178 in de periode 1865 t/m 1869 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl gerechtigd was de Maatschappijvlag te voeren, maar geen financiële aanspraken had058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
803 1863 bark Maria Catherina Mr.J.J.Schumacher, Rotterdam
1864 geen vermelding van schip en boekhouder
1865-1866 bark Krimpernerwaard H.L.C.Lehr, Rotterdam
1867 geen vermelding van schip en boekhouder
1868-1870 brik Professor Suringar P.A.van der Drift, Alkmaar
1971-1875 fregat A.M.E. Meijer & Co
1876 geen vermelding van schip en boekhouder
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.P.Kluit met vlagnummer R178 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1865, 1866 van de bark “Krimpernerwaard” 397 last varend voor H.L.C.Lehr te Rotterdam
* 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.P.Kluit Maria Catharina 16 april 1863 02 augustus 1864
Krimpenerwaard 20 mei 1865 verongelukt
Bouma025 vermeldt H.P.Kluit als gezagvoerder gedurende:
* 1864 van de bark “Maria Catharina”, gebouwd in 1852 te Nieuwendam, 428 ton o.m., varend voor Mr.J.G.Schumacher te Rotterdam. Het schip voer in 1865 voor F.Tepe te Amsterdam en was herdoopt in “Maria Regina”;
* 1866 t/m 1867 van de bark “Krimpenerwaard”, gebouwd in 1857 te Lekkerkerk, 752 ton o.m., varend voor H.L.C.Lehr te Rotterdam. Het schip is in 1867 gestrand in de Algoa Baai en wrak geraakt;
* 1870 t/m 1871 van de ijzeren brik “Professor Suringar”, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 282 ton o.m., varend voor P.A.v/d Drift te Alkmaar. Het schip werd in 1871 verkocht naar Engeland en herdoopt in “Joseph”;
* 1872 t/m 1876 van het fregat “A.M.E.”, ex Jessiana, gebouwd in 1856, bouwlocatie niet vermeld, 931 ton o.m., varend voor Meyer & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1876 verkocht naar Stettin.
Overige bijzonderheden
Geen