Familiegegevens en opleiding
De BS-gegevens leveren verwarring op omdat Hidde zich ook presenteerde met de naam Hendrik, terwijl hij een jongere broer had die Hendrik heette.
De navolgende genealogie presenteer ik met voorbehoud.
Hidde Foekes Zeijlstra werd geboren te Amsterdam op 12 juni 1813 ’s avonds 09 uur aan boord van het schip “Anna” liggende aan de Nieuwe Stadsherberg als zoon van de particulier schipper Foeke Hiddes Zeijlstra en Pietertje Hendriks Trip. Getuigen bij de aangifte waren Ocke Ages Oudenwagen en Dirk Jansen Koger uit Texel, t’Oude Schild nr. 153. Beiden waren schipper. Hidde was de oudere broer van de koopvaardijkapitein Hendrik Zeijlstra die in 1816 werd geboren (zie aldaar)
Hidde trouwde te Amsterdam op 24 juni 1835 als zeeman, 22 jaar met Johanna Susanna Hop Hallewas, zonder beroep, 19 jaar, geboren te Amsterdam op 14 september 1815 ’s avonds om 7 uur als dochter van Pieter Hop Hallewas, scheepstimmerman, en Johanna Barbara van der Wees. Haar overlijden niet gevonden in Amsterdam.
Het huwelijk werd ontbonden op 07 maart 1843.
Hidde Foekes Zeylstra (“zich schrijvende Hendrik Foekes Zeylstra”) hertrouwde met Hendrikje Jans Duinker geboren te Texel op 13 januari 1812. Een huwelijksakte heb ik niet gevonden maar een bevestiging van dat huwelijk is een overlijdensakte van een zuigeling in 1848 te Den Helder waar als haar ouders Hendrik Jans Zeijlstra en Hendrikje Jans Duinker worden genoemd. Een overlijdensakte van Hendrikje Jans heb ik niet gevonden.
De woonplaats Den Helder wordt bevestigd in het Amsterdamse Bevolkingsregister1850-1852 waarin staat vermeld dat Hidde Zeijlstra, wonende op de Gelderse Kade, geboren 12 juni 1812, gehuwd, Nederduits Hervormd, koopvaardijkapitein, gevestigd op 10 oktober 1852, gekomen van Den Helder.
Hidde trouwde voor een derde maal op 08 december 1864 te Amsterdam met Swaantje Stemfoort, geboren te Nieuwe Pekela op 09 mei 1818 als dochter van de koopman Hendrik Stemfoort en Jantje Jannes Polter. Swaantje was de weduwe van Andreas Therkildsen, geboren te Gormer, Jutland, Denemarken als zoon van Therkild Jörgensen en Anna Hiord.
Geen overlijdensakten gevonden van Hidde/Hendrik en Swaantje,maar gezien een opmerking in de notulen van Zeemanshoop in ieder geval na 1889.
Hendrik Zeijlstra uit Amsterdam werd per 05 februari 1827 “ingenomen” als leerling van de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij was toen 13½ jaar, 1 el/53 duim en gevaccineerd. Volgens het geboorteextract nr. 1614 werd hij geboren op 12 juni 1813 als zoon van Foeke Hidde Zeijlstra en Pietertje Hendriks Trip, beide uit Stavoren en gereformeerd. Bij de inschrijving waren beide ouders nog in leven en de vader kapitein bij de “commoriseerende zeevaart” (i.c. de koopvaardij).
Van de schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden over de periode 01 april 1827 t/m januari 1831 in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (Nederlandss, Engels en Frans) en scheepswerk. Voorts is vermeld:
16 mei 1828 “heeft bij zijn vader zijnde het ongeluk gehad door een val zijn dijbeen te breken, is bij zijn vader verbleven, dewelke voor de genezing de nodige zorg zal dragen”;
maart 1830 “als Lidmaat der Nederd. Hervormde Gemeente aangenomen”;
15 dec. 1830 “geplaatst als derde Stuurman op het schip Henriette en Betsy kapt. P.H.Bos naar Suriname. Gagie f 24,-;
02 aug. 1831 “terug van de reis”
03 aug. 1831 “honorair ontslagen”
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.F.Zeijlstra (adres Buitenkent bij de Kweekschool in Amsterdam) werd met vlagnummer 540 per 30 juni 1840 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein F.H.Zeijlstra. Als zijn schip is genoemd de “Anna Maria Henriëtta”002 Ten tijde van de inschrijving waren Zeijlstra en zijn vrouw 32 resp. 33 jaar. Ingeschreven staan tevens 4 dochters uit 1836, 1837, Susanna uit 1840 en Anna uit 1846002a
In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop dd 23/30 juni 1840 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hidde Foeke Zeijlstra, oud 27 jaar, voerend de bark “Anna Maria Henriëtta”, wonend in de Groote Oosterburgerstraat 81 te Amsterdam, op voordracht van F.H.Zeijlstra. Hij kreeg vlagnummer 540023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 juni 1862 staat de mededeling dat H.F.Zeijlstra “bedankende voor het Effectief Lidmaatschap doch verzoekende Honorair Lid te worden met behoud van de Nummervlag, welk verzoek, zoals het is gedaan niet is toegestaan.”
Hidde werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 februari 1849.003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 mei 1842 staat een “Brief van H.F.Zeylstra wegens de gelden die bij zijn overlijden zouden kunnen komen aan zijne vrouw met welke hij in proces van echtscheiding leeft. Besloten hem te antwoorden dat indien hij vóór de echtscheiding komt te sterven zijne vrouw recht op uitkeering heeft doch hetzelve na die echtscheiding verliest”042
In de notulen van de Bestuursvergadering van 05 juni 1862 van Zeemanshoop vraagt H.F.Zeijlstra zijn effectieve lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap maar met behoud van het recht van voeren van de vlag. Het Bestuur weigert dit op grond van de reglementen.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 september 1862 wordt een brief gemeld van H.F.Zeijlstra “dat hij als vroeger effectief lid wenscht te blijven”.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 06 december 1888 vraagt kapitein H.F.Zeijlstra om een uitkering welke hem in de vergadering van 03 januari 1889 wordt toegekend ingaande 01 februari 1889042
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 januari 1889 (Stadsarchief Amsterdam 491-41) is een onderzoeksverslag dd 28 december 1888 naar het verzoek om onderstand van Hidde Foekes Zeijlstra. De onderzoekscommissie berzocht de Baarsjesweg 79 te Amsterdam de “nederige doch nette woning op de derde verdieping waar hij met zijne even hoogbejaarde vrouw sedert geruime tijd woont.” Kapitein Zeijlstra heeft altijd aan zijn finantiéle verplichtingen voldaan en ingebracht f 3295,75½ “en daarin zeker tot de zeldzaamheden behoort” Hij heeft lange tijd vanaf zijn 60ste jaar (hij is nu 75) geen recht op onderstand doen gelden, maar de nood is nu hoog geworden. De Commissie adviseert hem een uitkering te geven.
In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 juli 1873 staat vermeld een: “Brief van H.F.Zeylstra te Driebergen uitkeering verzoekende van het hem toekomende wegens meerderjarigheid; welke aanvrage is gesteld in handen van H.H.Penningmeesteren ter uitvoering023 (wellicht slaat de term “meerderjarigheid” op het bereiken van de pensioenleeftijd)
In de notulen dd 22 januari 1889 van de Algemene Vergadering staat een verzoek om toekenning van een gratificatie van kapitein H.F.Zeijlstra.023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlag jaren type scheepsnaam reden/boekhouder
540 1840-1853 bark Anna Maria Henriëtta T.van Schaak
225 1854-1855 bark De Zwaan H.G.Croockewit
1856-1857 ss Gouverneur van Ewijck geen opgave
1858-1860 ss Gouverneur van Ewijck St.Schroef Sch.Reederij
1861-1866 ss Vesta Kon.Nederl.Stoomb.Mij
1867-1896 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.F.Bouma als gezagvoerder gedurende:
* 1841 t/m 1854 van de bark “Anna Maria Henriëtta”, op 13 mei 1840 van stapel gelopen, 326 ton o.m., varend voor T.van Schaak te Amsterdam;
* 1855 t/m 1856 van de bark “Zwaan”, gebouwd in 1854 te Alblasserdam, 494 ton o.m., varend voor H.G.Croockewit te Amsterdam;
* 1857 t/m 1862 van de stoomschoener “Gouverneur van Ewijck, gebouwd in 1845 in Amsterdam, 321 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomschoenermaatschappij Paul van Vlissingen te Amsterdam;
* 1862 t/m 1867 van het ijzeren schroefstoomschip “Vesta”, ex Pauline, gebouwd in 1857 te Hartlepool, 305 ton o.m., varend voor de KNSM C.A. van Hemert & M.H.Insinger te Amsterdam
Het Amsterdamse Archief van de Waterrschout bevat een monsterrol i.c.:
Archiefnr. 38-125: 02 december1825; fregat “Christina Bernardina”, kapitein Hein Hiddes Zeijlstra, bestemming Batavia, boekhouder G.J.Franck, 21 bemanningsleden: stuurman, onderstuurman, bootsman, timmerman, ondertimmerman, bootsmansmaat, kok, zeilemaker, 7 matrozen, 2 ligtmatrozen, hofmeester, koksmaat, 2 kajuitwachters waaronder Hidde Foekes Zeijlstra uit Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.F.Bos werd met nr.602 effectief lid van Zeemanshoop op voorspraak van F.de Winter. Geen aangavedatum. Zijn schip was de “Anna Maria Henriëtte”002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 26 september/03 oktober 1854 staan vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd A.F.Bos (alleen initialen), oud 26 jaar, voerend de bark “Anna Maria Henriëtta”, voor rekening van T.van Schaak, op voordracht van kapitein F. de Winter.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
602 1854-1855 bark Anna Maria Henriette T.van Schaak
1856 geen opgave van schip en boekhouder
1857 3m.sch Anna Groen en Bos
1858-1863 bark Josephine Bernardine T.Van Schaak
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.F.Bos Josephina Bernardina 21 augustus 1860 02 april 1861
Josephina Berhardina 22 juni 1861 07 maart 1862
Josephina Bernhardina juni 1862 26 maart 1863
Bouma025 vermeldt A.F.Bos als gezagvoerder gedurende:
- 1855 van de bark “Anna Maria Henriëtta”, op 13 mei 1840 van stapel gelopen te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T.van Schaak te Amsterdam. Het schip was in 1856 herdoopt in “Josephine Bernardina”;
- 1858 van de 3/m sch. “Anna”, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 327 ton o.m., varend voor Groen & Bos te Amsterdam;
- 1859 t/m 1863 van de bark “Josephina Bernardina” ex Anna Maria Henriëtte, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1855 |
Kapitein: |
Bos, A.F |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.N.van Lindonk werd met vlagnummer 675 effectief lid van "Zeemanshoop" per 27 mei 1856 op voorspraak van F.de Winter. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Josephina Bernardina". Toegevoegd is "overleden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 20/27 mei 1856 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Willem Nicolaas van Lindonk, oud 30 jaar, voerend de bark “Josephina Bernardina”, voor rekening van T. van Schaak, wonend op de Texelsche Kade 192, op voordracht van kapitein F. de Winter.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
675 1856 bark Josephina Bernardina T.van Schaak
1857-1860 fregat Goede Verwachting idem
1860 "overleden"
Bouma025 vermeldt W.N.van Lindon(c)k als gezagvoerder gedurende:
* 1857 van de bark “Josephina Bernardina” ex Anna Maria Henriëtte, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam;
* 1858 t/m 1861 van het 3/m schip “Goede Verwachting”, gebouwd in 1841 te Amsterdam, 766 ton o.m., varend voor T.van Schaak te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Leendert Popta Wassenaar werd geboren te Midlum op 14 september 1820. Hij was gehuwd met Fopke Brouwer, geboren te Ameland op 05 mei 1819. Vermeld zijn 4 kinderen en wel geboren in 1853, 1855, 1858 en 1860. 003.
Leendert Popta Wassenaar werd geboren op 14 september 1820 te Franekeradeel, als zoon van Tiete Wassenaar en Sjoerdtje Hoitinga Lyklama à Nijeholt.
Leendert was getrouwd met Fopke Brouwer, geboren op 05 mei 1819 te Ameland als dochter van Symen Rienks Brouwer en Trijntje Arjens. Kind erkend bij huwelijk van de ouders op 15 maart 1824. Als familienaam van de moeder is in de kantlijn geschreven “Former”. Een huwelijksacte van Leendert Wassenaar en Fopke Brouwer heb ik niet in Friesland terug kunnen vinden. Fopke overleed op Ameland op 07 september 1887, 68 jaar en gehuwd.
Leendert overleed op 10 december 1906 als weduwnaar, 86 jaar.
Ontleend aan Tresoar
Op het kerkhof van Nes op Ameland staat een grafsteen met de volgende tekst:
“HIER RUST HET STOFFELIJK OVERSCHOT VAN LEENDERT POPTA WASSENAAR
Weduwnaar van POPKE BROUWER
in leven Scheepsgezagvoerder en sinds 1874 opziener der Domeinen op Ameland,
overleden 10 December 1906 in den ouderdom van 86 jaren.”
(op de grafsteen staat duidelijk Popke)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.P. Wassenaar werd met vlagnummer 643 per 10 juni 1855 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.L.ten Boekel. Als zijn schipp is genoemd de “Nassau”
002.
002 Naamregister der effectieve leden 1825-1878. (Stadsartchief Amsterdam; 491-281)
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 03/10 juli 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Leendert Popta Wassenaar, oud 37 jaar, voerend het fregat “Nassau”, voor rekening van Luden en van Geuns, wonend op Ameland, op voordracht van kapitein J.L. te Boekel.023.
023 Notulen van de Algemene of Ledenvergaderingen van het college Zeemanshoop 1822-1910. (Stadsarchief Amsterdam:491-01/19).
Hij werd per 27 april 1858 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Toegevoegd is ”van beroep verander met 1 Mei 1869”.003
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 maart 1869 staat een mededeling van kapitein L.P.Wassenaar “berigtende dat hij de Zeevaart verlaat doch wenscht te blijven in de regten aan die positie verknocht.”Het Bestuur gaat accoord.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1886 staat een verzoek om een uitkering welke op 25 maart 1886 wordt afgewezen. Maar in de vergadering dd 29 april 1886 krijgt hij een gratificatie van f 30,-. In de notulen dd 27 mei 1887 informeert hij “omtrent de ontvangst zijner gratificatie”. Op 28 april 1887 krijgt hij een gratificatie van f 80,-. In de vergadering dd 03 mei 1888 wordt hem f 80,- toegezegd. In de vergadering dd 04 juli 1889 wordt door het Bestuur besloten de uitkeringen (kennelijk om de slechte staat van het kapitaal in de bussen) sterk te verminderen en dat van L.Popta Wassenaar wordt gesteld op f 40,-, zijnde de helft. Op 01 mei 1890 krijgt hij weer f 40,-. Idem per 30 april 1891. Idem per 04 juni 1891. Idem per 05 mei 1892. Idem per 06 april 1893. Idem per 05 april 1894. idem per 04 april 1896. Op 18 juni 1896 vraagt hij wederom een gratificatie. “Besloten te antwoorden dat hem geen bijdrage zal worden verleend omdat hij heeft een naar de plaats bestaanbaar inkomen en velen, die hier wonen en trekkenden zijn een dergelijk inkomen bij lange na niet hebben.” Op 01 oktober 1896 protesteert hij tegen het besluit, maar het Bestuur blijft bij zijn mening en zegt dat hij bij de opheffing van zijn tegenwoordige betrekking zijn verzoek om een gratificatie mag herhalen mits hij het bewijs van de beëindiging van zijn betrekking overlegt. 042
042 Notulen van de bestuursvergaderingen van het college "Zeemanshoop". (Stadsarchief Amsterdam: 491-21/33).
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1886 1886 (Stadsarchief Amsterdam 491-40) is een correspondentie dd januari/februari 1886 van kapitein Leendert Popta Wassenaar ,met daarbij een bewijs van voortdurende deelneming in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop met als geboorteplaats “Midlum 14 september 1820”. In de brief is een uitvoerige argumentatie over een achterstallige contributiebetaling met zijn aanbod dit aan te zuiveren.
In de bijlagen bij de Bestuursvergadering dd 25 maart 1886 wordt door een onderzoekscommissie uitvoerig over deze aanvrage gerapporteerd. Er wordt geconstateerd dat hij in ondergeschikte rangen al deelnemer is geweest, van 1846-1854 als stuurman . Hij werd effectief lid in 1855 en voortdurend deelnemer in het Fonds per 1858. Hij heeft tot 1872 zijn contributie betaald “maar sedert dien tijd door het verlies van zijn vermogen en van zijne betrekking aan eene Stoombootonderneming niet meer bij machte was, zijne jaarlijksche Contributiën te voldoen en dat het geheele bedrag zijnder stortingen vanaf 1846 ruim f 1655,’heeft bedragen.” De commissie constateerd dat zijn wens om na aanzuivering weer als effectief lid te worden aangenomen op grond van art. 39 niet mogelijk is. De commissie vraagt het Bestuur echter om clementie en stelt voor “om Hem jaarlijks eene zoo hoog mogelijke gratificatie toetekennen, waarvan wij het bedrag gaarne aan Uwe Vergadering ter bepaling overlaten.”
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 18 mei 1886 staat vermeld dat een gratificatie van f 80,- is verstrekt aan L.Popta Wassenaar, waarvoor hij op 08 juni een bedankje heeft gestuurd.. Wederom een gratificatie ad f 80,- op 03 mei 1887. Idem op 22 mei 1888 met een bedankje op 31 juli 1888. Op 11 juni 1889 doet hij een verzoek voor een gratificatie, maar daarvoor is volgens het Bestuur eerst nader onderzoek vereist. Hij krijgt een gratificatie van f 40,- per 05 juni 1890, waarvoor hij per 07 augustus 1890 een bedankje stuurt. Weer f 40,- op 04 juni 1891. Idem op 06 augustus 1891. Idem per 04 augustus 1892. Idem per 06 juli 1893. Idem 07 juni 1894. Idem 04 juli 1895. Op 01 oktober 1896 doet hij wederom een verzoek om een gratificatie, maar er is nader onderzoek ingesteld. Na ontvangen inlichtingen van D.H. de Boer wordt gemeld: “Het verzoek om eene gratificatie afgewezen op grond van zijn gebleken inkomen van f 600,- ’s jaars op Ameland.” Op 05 november wordt het verzoek om een gratificatie herhaald: “Het besluit der vorige vergadering gehandhaafd doch onder deze wijziging dat hem te kennen gegeven zal worden, dat hij zich weder aanmelden kan, indien zijne betrekking opgeheven zal zijn.” 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
643 1855-1856 fregat Nassau Luden & van Geuns
1857 bark Josephina Bernardina T.van Schaak
1858-1859 fregat Margaretha Johanna idem
1860-1868 bark Marnix G.C.Crommelin te Deventer
1869-1873 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
L.P.Wassenaar Marnix 11 juli 1860 08 januari 1861
Marnix 30 maart 1861 12 oktober 1861
Marnix 27 november 1861 10 april 1862
Marnix 13 juni 1862 27 januari 1863
Marnix 10 april 1863 06 december 1863
Marnix 07 april 1864 11 augustus 1864
Marnix 03 oktober 1864 26 april 1865
Marnix 21 juli 1865 12 januari 1866
Marnix 23 april 1866 25 augustus 1866
Marnix 05 januari 1867 06 augustus 1867
Marnix geen melding 05 oktober 1867
Marnix 11 juli 1868 12 januari 1869
Bouma025 vermeldt L.P.Wassenaar als gezagvoerder gedurende:
* 1855 van het fregat “Sara Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 780 ton o.m., varend voor G.Nolthenius & Luden & Geuns te Amsterdam;
* 1856 t/m 1857 van het 3/mschip “Nassau”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 466 ton o.m., varend voor Luden & van Geuns te Amsterdam;
* 1858 van de bark “Josephina Bernardina” ex Anna Maria Henriëtte, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam;
* 1859 t/m 1860 van de bark ”Margaretha Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 643 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam;
* 1861 t/m 1869 van de bark “Marnix”, ex Martha Allen, gebouwd in 1849 te Scituate, 225 ton o.m., varend voor G.C.Crommelin te Deventer.
Overige bijzonderheden
“L.Popta Wassenaar – oud gezagvoerder” was medeondertekenaar van een brief dd februari 1876 aan de gemeenteraad van Ameland “met het verzoek om te willen bevorderen dat er op Ameland weer een zeevaartkundige school met bekwame onderwijzer komt”.
In: Een zeevaartschool in Nes door Douwe Hz de Boer, Pôllepraat, Blad van de Stichting “De Ouwe Pôlle”, nr. 34, juni 2001.
“In februari 1876 ontving de Amelander gemeenterraad een verzoek om op het eiland wederom een zeevaartschool te openen. Het request was ondertekend door 86 personen, allen inwoners van Ameland, die een lange staat van dienst op zeee hadden. Dit door oud-gezagvoerder L.Popta Wassenaar in keurig schoonschrift geschreven stuk vestigt de aandacht van de raad op het feit, dat de Amelander zeelieden, die vaak reeds een gezin hebben te onderhouden, zich zeer grote financiële offers moeten getroosten om zich elders voor het examen te bekwamen. … Het heeft niet mogen baten”017
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.F.Bos werd met nr.602 effectief lid van Zeemanshoop op voorspraak van F.de Winter. Geen aangavedatum. Zijn schip was de “Anna Maria Henriëtte”002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 26 september/03 oktober 1854 staan vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd A.F.Bos (alleen initialen), oud 26 jaar, voerend de bark “Anna Maria Henriëtta”, voor rekening van T.van Schaak, op voordracht van kapitein F. de Winter.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
602 1854-1855 bark Anna Maria Henriette T.van Schaak
1856 geen opgave van schip en boekhouder
1857 3m.sch Anna Groen en Bos
1858-1863 bark Josephine Bernardine T.Van Schaak
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
A.F.Bos Josephina Bernardina 21 augustus 1860 02 april 1861
Josephina Berhardina 22 juni 1861 07 maart 1862
Josephina Bernhardina juni 1862 26 maart 1863
Bouma025 vermeldt A.F.Bos als gezagvoerder gedurende:
- 1855 van de bark “Anna Maria Henriëtta”, op 13 mei 1840 van stapel gelopen te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T.van Schaak te Amsterdam. Het schip was in 1856 herdoopt in “Josephine Bernardina”;
- 1858 van de 3/m sch. “Anna”, gebouwd in 1857 te Amsterdam, 327 ton o.m., varend voor Groen & Bos te Amsterdam;
- 1859 t/m 1863 van de bark “Josephina Bernardina” ex Anna Maria Henriëtte, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1859 |
Kapitein: |
Bos, A.F |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
C.Willms Josephine Bernardina 09 november 1863 20 september 1864
Josephine Bernhardina 01 oktober 1865 29 mei 1867
Josephine Bernhardina 31 augustus 1867 01 augustus 1868
Bouma025 vermeldt C.Willms als gezagvoerder gedurende:
* 1864 t/m 1871 van de bark “Josephina Bernardina” ex Anna Maria Henriëtte, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam;
* 1872 van hetzelfde schip maar nu varend voor de wed. T. van Schaak. Het schip voer in 1873 voor G.A.Cramer te Amsterdam en was herdoopt in “Hendrik Daniël”.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1864 |
Kapitein: |
Willms, C. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Jacob Arysz Ouwehand werd geboren te Katwijk op 22 augustus 1847 als zoon van Ary Jacobsz Ouwehand en Maartje Jansd. van Duijvenbode. Hij trouwde te Katwijk in 1872 met Cornelia Gijsbertsd. Verdoes en overleed ter plaatse op 05 december 1912.
Hij was gezagvoerder van 1873-1874 op de Josephine Bernardine, in 1874 op de Caroline, in 1896 op de Clio, in 1897 op de Urania, van 1898-1901 op de Clio en in 1905 op de Mars054-110.
In 1982 verscheen een privé-uitgave over de stamboom van het zeevaardersgeslacht Ouwehand onder de titel “The Oldhand and the Sea”, waarin tevens gegevens over de familie Spaanderman.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.A.Ouwehand als gezagvoerder gedurende:
* 1873 op de 2/mSch. “Carolina”, gebouwd in 1860, 90 ton o.m., varend voor G.A.Cramer te Amsterdam;
* 1874 t/m 1877 op de bark “Hendrik Daniël”, ex Josephina Bernardina, ex Anna Maria Henriëtte, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 326 ton o.m., varend voor G.A.Cramer te Amsterdam;
* 1878 t/m 1881 op hetzelfde schip, maar dan varend voor Cramer, Haighton & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1882 verkocht en strandde opder de naam “Johny” op de Spijkerplaat;
* 1897 t/m 1898 op het ijzeren schroefstoomschip “Urania”, gebouwd in 1857, 275 ton o.m., 60 pk, varend voor de KNSM te Amsterdam. Het schip werd in 1898 verkocht naar Zweden;
* 1899 tot later van het stalen schroefstoomschip “Clio”, gebouwd in 1896 te Sunderland, 550 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.
Bouma stopt zijn kapiteinsopgaven in 1900 en derhalve is er geen opgave van een J.Ouwehand op de “Mars”. Maar het schip dat in aanmerking komt is een ijzeren schroefstoomschip, gebouwd in 1880, 928 ton n.m. 110 pk, varend voor de KNSM te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.P.de Breed als gezagvoerder gedurende:
- 1874 t/m 1877 van de schbrik “Jeane & Maria” ex Stella Matutina, gebouwd in 1864 te Hoogezand, 237 ton o.m., varend voor F.Wibaut te Vlissingen. Het schip is in 1877 op het rif van Domesnaes gestrand;
- 1879 t/m 1881 van de brik “Clemens Florentinus” ex Lizzie, gebouwd in 1863 te New Brunswick, 339 ton o.m., varend voor F.Wibaut te Vlissingen. Het schip werd te Elseneur afgekeurd wegens zware averij.
Overige bijzonderheden
Geen
|