|
Zierikzee, 15 december. Het alhier nieuw gebouwde barkschip de STAD ZIERIKZEE is na een reis naar Oost-Indië, die bijna vijftien maanden heeft geduurd, op de 10e dezer, bevracht met koffie, suiker en Banka-tin voor rekening der Ned. H.M. op de rede, bezijden Veere, behouden ten anker gekomen, terwijl het deszelfs gezagvoerder Sas, te St. Helena, aan de cholera morbus lijdende, heeft moeten achterlaten. De genoemde bodem is in de eerstvolgende nacht, na deszelfs aankomst door een felle storm bestookt, met dit noodlottige gevolg dat deszelfs ketting kabel is gesprongen, waardoor het schip tegen de duinen van het fort De Haak (eiland Walcheren), is opgestuwd en ondanks alle aangewende pogingen tot behoud en redding, zo door ’s rijks marine, als van de Middelburgse stoomboot maatschappij, gelijk mede van een massa andere schippers, die zo uit zich zelf, als op last van derzelver respectieve meesters, tot lichting en ter hulp zijn toegesneld, der vernieling zal moeten worden prijs gegeven. (opm: zie o.a. ZZC 141241) We bemoeien ons ongaarne met de zaken van anderen, doch dáár, waar het, het algemeen nut, waar het belang van scheepsreders en voornamelijk waar het mensenlevens kan gelden, gevoelen wij ons genoopt vrijmoedig te zeggen, dat sinds lang het onze aandacht niet is ontgaan, dat bij het uithalen van een nieuw schip, onverschillig van welk charter en naar mate van de behoefte van de bodem, zogenaamde nieuwe kettingkabels aan boord wierden gedaan. Wat noemt men nu nieuw? Doorgaans een schone bepikte ketting. En juist dit is het gebrek. Indien men de ketens aanvaardde, ongesmeerd en onbepikt, alsdan was er gelegenheid om over de deugd of de gebreken van iedere schalm te kunnen oordelen, waarvan alsnu de naden, zo die er zijn, worden dicht gesmeerd en gestreken en waaraan alzo vele kostbare belangen tot zelfs het leven des zeemans worden gewaagd. Alzo Vigilate et Orate, o reders over uw eigen belangen en die van uw ondergeschikten!
|