De JAVANESE was op 30 oktober 1851 van Londen naar Batavia vertrokken, alwaar het schip op 6 maart 1852 arriveerde. Het werd in april 1852 verdoopt tot BANDA. Om te voldoen aan de eisen gesteld aan de paketvaart, onderging het schip een aantal reparaties en werd mogelijk ook een tussendek aangebracht.
JB 220262. Naar wij vernemen is de stoomboot BANDA wegens bekomen zwaar lek des avonds te 9 uren van de 18e dezer op 8 Engelse mijlen beoosten Samarang door de gezagvoerder op het strand gezet in zachte modder. De volgende dag zijn de gezagvoerder en de bemanning te Samarang aangekomen. Bij deze gebeurtenis heeft niemand het leven verloren. Het is ons nog niet bekend of het schip verloren is, wellicht zal het nog weder in vlot water kunnen worden gebracht. (opm: het schip bevond zich op kustreis van Batavia via Indramajoe, Tegal, Samarang en Lasem naar Soerabaja met vijf passagiers, waaron de heer W. Cores de Vries. Te Samarang gingen drie passagiers, w.o. de heer Cores de Vries, van boord en werden enige herstellingen gedaan aan de stoomketel, die lekte, waarna het schip vertrok doch kort daana wegens zware lekkage op strand werd gezet.
De BANDA arriveerde op 18 februari 1862 van Batavia, Indramajoe, Cheribon en Tegal op de rede van Samarang. Te Samarang onderging het schip enige reparaties aan de stoomketel, die lek was. Het schip zou van daar naar Lassem varen om van daar de hulk van de nieuwgebouwde Gouvernementsstomer DASSOON naar Soerabaija te slepen. Het weer verslechterde en om gevaar van stranding te voorkomen besloot men het voor anker ligggende schip verder zeewaarts te brengen. Om 16.00 uur was men onder stoom en voer zeewaarts. Het was zeer ruw weer met hoge zeeën en vreselijke deining, en het schip slingerde hevig. Het schip bleek lek te zijn en het water steeg spoedig hoger en hoger in het schip. Weldra konden de pompen het niet meer bijhouden. Te 19.00 uur op 18 februari 1862 stond het water aan de vuren en men besloot het schip op strand te zetten om zinken in volle zee te voorkomen. Om 20.00 uur was men in 4 vadem water. Toen sloeg een zware zee de passagiershutten op het achterdek weg en maakte de stoommachine onbruikbaar. De BANDA was onbestuurbaar. Om 21.00 uur liet men in 2 vadem water het anker vallen. Het water kwam hoger en hoger en te 01.00 uur op 19 februari stond het water reeds boven het tussendek. Om 03.00 uur die nacht zat het schip vast in de modderbedding en men verliet onder grote ontberingen het schip, waarbij een sloep stuk sloeg en de andere omsloeg, doch alle opvarenden konden zich zwemmend redden. Nog op 19 februari is het gehele bovendek losgeraakt en brak het schip achter de grote mast. Het schip was totaal verloren. Aan bergen viel niet te denken, het schip was oud en versleten.
JB 111062. Op een nader te bepalen dag zal door Joosten & Co. te Samarang voor rekening van belanghebbenden worden verkocht het stoomschip BANDA, met stoomketel en machineriën, zo als hetzelve is liggende of niet iggende 8 Engelse mijlen beoosten Samarang, op strand gezet nabij de kust op 14 voeten water. Nieuwveen & Schuijmer.