|
In een heden te Amsterdam gehouden buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij is een voorstel tot wijziging van artikel 14 van de statuten met 70 stemmen tegen 1 aangenomen. Het artikel, de werkkring en de bevoegdheid van het bestuur omschrijvende, bevat o.a. ook de bepaling, dat een lid van het bestuur te Rotterdam behoort gevestigd te zijn. Voorgesteld werd deze bepaling te laten vervallen. De aanleiding tot deze wijziging is gelegen in het overlijden van de heer Betz, die sedert jaren directeur te Rotterdam van de Maatschappij was. Na het overlijden van de heer Betz acht het bestuur niet wenselijk dat een lid van de directie in een andere plaats gevestigd zij dan waar zich de zetel van de vennootschap bevindt. De heer Gleichman uit Rotterdam verzocht aantekening in de notulen, dat hij tegen de wijziging zou stemmen, omdat hij die in strijd acht met de voorwaarden, waarop indertijd de Stoomvaartmaatschappij De Maas in deze maatschappij is overgegaan. Mr. N.J. den Tex, directeur van de maatschappij, lichtte het voorstel nader toe, en deed uitkomen, dat door de wijziging geen verandering in de betrekkingen van de maatschappij te Rotterdam zal plaats hebben; het betreft alleen de vorm, daar de Maatschappij in het vervolg evengoed te Rotterdam zal vertegenwoordigd zijn, alleen niet door iemand, die de titel van directeur voert. Door een aandeelhouder werden inlichtingen gevraagd omtrent de zeer gunstige geruchten, die ten aanzien van de bedongen vrachten in omloop zijn, welke, naar beweerd wordt, ongeveer het dubbele van het vorige jaar bedragen. De heer Crommelin, directeur, hoewel erkennende, dat de toestand beter is dan in de laatste jaren, meende te moeten waarschuwen tegen overdreven voorstellingen. Wel zijn enkele vrachten aanzienlijk gestegen, maar daarvan profiteert de Maatschappij slechts ten dele, omdat zij voor haar geregelde dienst door vroegere contracten gebonden is. Bovendien is de stijging van de vrachten voor enkele voorname artikelen niet zo belangrijk; o.a. is de vracht voor vruchten van Smyrna thans 35 Sh., tegen 30 Sh. verleden jaar. Voorts dient opgemerkt te worden dat de verbetering eerst in de tweede helft van het jaar is ingetreden. Eindelijk gelooft de heer Crommelin in de geest van het gehele bestuur te spreken, door te verklaren dat een gezond beleid eist, dat de gunstige resultaten van het tegenwoordige in de eerste plaats moeten aangewend worden om de positie van de Maatschappij voor de toekomst te versterken. Op een pertinente vraag omtrent een gerucht, volgens hetwelk de BERENICE in een reis NLG 30.000 netto besomd zou hebben, antwoordde de heer Crommelin dat dit onjuist is, en dat de directie reeds zeer tevreden is, wanneer deze boot op een uit- en thuisreis 12 à 13 mille bruto bevaart.
|