|
Advertentie. Op heden, de 3e november 1886, ten verzoeke van Dirkje Ouwehand, zonder beroep, wonende te Utrecht, echtgenote van Gerard Eliza Opstelten, scheepskapitein, laatst gewoond hebbende te Rotterdam, heb ik, Franciscus Marinus Lorwa, deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank te Rotterdam, voor de derde maal gedagvaard Gerard Eliza Opstelten, scheepskapitein, laatst gewoond hebbende te Rotterdam, doch wiens tegenwoordige woon- of verblijfplaats is onbekend, om op maandag de 14e februari 1887 te verschijnen ter terechtzitting van de Arrondissements Rechtbank te Rotterdam, ten einde: - Aangezien de eiseres op de 17e juni 1880 te Katwijk is gehuwd met de gedaagde. - Aangezien de eiseres met de gedaagde te zamen heeft gewoond te Rotterdam. - Aangezien de gedaagde als gezagvoerder van het Nederlands stoomschip CATS de 27e juli 1882 met gemeld stoomschip van Riga is vertrokken met een lading graan met bestemming naar Rotterdam. - Aangezien genoemd stoomschip de 30e juli daaraanvolgende te Elseneur is gepasseerd, doch sedert die tijd van bedoeld schip of deszelfs bemanning niets anders is vernomen, dan dat een paar dagen later een scheepsboot, waarop de naam CATS aan de kust van Schagen op het strand isgedreven. - Aangezien het er dus voor moet worden gehouden, dat bedoeld schip met man en muis is vergaan. - Aangezien er derhalve rechtsvermoeden van overlijden bestaat van de gedaagde en de eiseres er belang bij heeft, dat zulks door deze rechtbank worde verklaard. Mitsdien aan gemelde Rechtbank van zijn aanwezen te doen blijken. F.M. Lorwa, deurwaarder (opm: sterk bekort)
|