De ELSIE werd gebruikt als z.g. blockade runner gedurende de Amerikaanse burgeroorlog. Het schip arriveerde op 9 juli 1864 onder kapt. Munroe van de bouwwerf aan de Clyde te Queenstown. Zij vertrok van daar op 16 juli 1864, ongetwijfeld geladen met contrabande voor de Geconfedereerden, en arriveerde vóór 5 augustus 1864 op de Bermudas. Zij is er duidelijk in geslaagd doior de blokkade heen te komen en haar lading af te leveren, want op 4 september 1864 vertrok de ELSIE van Wilmington, onder meer geladen met katoen, aannemelijk bedoeld voor de Britse spinnerijen. Echter werd de ELSIE op 5 september 1864 aangehouden door de Federale stoomschepen KEYSTONE STATE en QUAKER CITY. Een kort vuurgevecht volgde, een granaat sloeg in het voorruim, waarbij ongeveer 150 balen katoen werden vernietigd. Ondertussen wierp de bemanning van de ELSIE een gedeelte van de lading overboord. De ELSIE werd opgebracht naar New York, waar ze in de morgen van de 12e september arriveerde, op reis naar Boston, Mass. Na op 14 september 1864 te Boston aangekomen te zijn, werd het schip aldaar prijs verklaard. (voor het bovenstaande is de bron diverse daguitgaven van Lloyd's List 1864.)
Volgens de Surinaamsche Courant van 27 december 1864 arriveerde op 26 december 1864 het Engelse stoomschip PIONEER, kapt. Bird, van Boston, laatst van St. Thomas, te Paramaribo met 10 passagiers, waaronder een heer J. Sawyer. Waarschijnlijk is bedold Henry Sawyer, van wie een merkwaardige brief bewaard is gebleven, gedateerd Paramaribo 6 januari 1865, gericht aan William H. Seward: "We have now in the river (opm: Suriname rivier) another of the steamers built for running the blockade and, which like many others, came to the hammer at the instance of the Federal Prize Courts. The vessel, now in our waters, is a paddle wheel steamer and appears to be admirably adapted to the purposes for which she was intended. She is about 220 feet long and 17 feet in breadth andd is 183 tons Dutch measurement. Her model is such as to make as little shew above water as possible and yet to secure speed. She is named the PIONEER and it appears came to grief on her very first trip, having been disabled by a shot which carried away her mast, besides doing other damage. She was condemned to be sold by the Prize Court of Boston and was sold for $ 50.000 (Greenbacks), and is now the property of Messrs. Van Praag Brothers of Surinam who, so soon as she is in thorough repair, will run her between this port and Bolivar or New York. At present she is consigned to the firm of Messrs. Rose, Duff & Co. Like many other blockade runners, she is so painted and the shape and the small portion of her, which appears above water, are such as would favor her escape in the event of her falling in with Federal cruizers but in her case these precautions have proved unavailing." ( bron: RG-59, National Archives, College Park, Md..)
Het schip kreeg na aankoop door Gebr. van Praag een tijdelijke consulaire vergunning tot het voeren van de Britse vlag in december 1864. Bovengenoemde Henry Sawyer schreef vanuit het Amerikaanse consulaat te Paramaribo dezelfde dag nog een brief aan bovengenoemde Willam H. Seward: "Sir, I beg to inform you that the steamer PIONEER, which was formerly a blockade runner and was seized by our vessels, arrived here from Boston on the 25th of December under the English flag. It is my opinion that she has been run out here as a blind and that her destination is Havana or Nassau and will again attempt the blockade. She is very low in the water, sidewheel, is built of iron, has two smoke pipes fore and aft, and about 200 feet long. here is no use whatever for such a boat in these waters. I will duly notify the consuls at Havana and Nassau of her proceeding here." (bron: RG-59, National Archives, College Park, MD) Een andere brief van het Amerikaanse consulaat te Paramaribo, gedateerd 6, February, 11, 1865, vermeldt: "Sir, I beg to enclose herewith a snip from a Demerara newspaper relating to the steamer PIONEER, of which I informed you per my despatch no. 2, 1865. About her running Demerara, Bolivar and New York is all nonsense in my opinion, and more likely will try our blockade again."
Op 1 januari 1865 adverteerden de Gebr. van Praag te Paramaribo in De West-Indiër, dagblad toegewijd aan de belangen van Nederlandsch Guyana, dat bij hen te koop waren, aangebracht met het stoomschip PIONEER, van Boston via St. Thomas: koeien, schapen, pluimvee, aardappelen in vaten, uien in vaten, bieten in vaten, wortelen in vaten, rozijnen in kistjes, rooswater in kistjes, pepermintwater, en Floridawater. Op 21 januari 1865 vertrok de PIONEER onder Nederlandse vlag, kapt. M.S. van Praag, van Paramaribo met twee passagiers naar Demerary. Sindsdien voer het schip o.m. naar Ciudad Bolivar (monding Orinoco-river), etc.