|
Grimsby, 10 maart. Volgens rapport van kapt. H. A. Scholtens, gezagvoerder van de te Sappemeer te huis behorende kof HARMONIE, op de reis van Middlesborough naar Brixham met kolen en ijzer door de equipage verlaten, had men zuidwesten wind en schoon weder op de 6e maart, ter hoogte van Flamborough, toen het schip twee of drie centimeter water in het uur maakte. Op de 8e maart, dus twee dagen later, bij ebbe, mistig weder en zuidwesten wind, omstreeks in de nabijheid van Inner Dowsing, waren reeds drie man aan ’t pompen, terwijl het schip zo veel en zo snel water maakte dat men besloot de rivier de Humber bij Hull te bereiken. Intussen werd tot 5 uur namiddags op 5 mijlen afstand van Inner Dowsing, bij mistig doch kalm weder steeds doorgepompt, hetgeen evenwel niet hielp, daar reeds twee uren later 1½ meter water in ’t ruim stond, zodat de kapitein met zijn vrouw en de equipage zich redden door in de boot te springen; zij werden achterop geroeid door een sloep, die hen opnam; te 9 uur ’s avonds zonk het schip. (opm: zie o.a. NRC 120379)
|