|
Harlingen. Binnen gekomen: Den 3 mei het kofschip LUDOLF THEODORUS, kapt. J.A. Zijl, van Oostrisoer. Den 5 dito de kofschepen de VROUW ANTJE, kapt. B.D. de Grooth en EGBERTUS, kapt. K.H. Bakker, beide van Droback. Den 6 dito het kofschip WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, van Laurvig. Den 7 dito het kofschip ELIZABETH MARIA, kapt. H.B. Drok, van Oostrisoer. Den 8 dito het kofschip STADT EN LANDE, kapt. R. Helmers, van Memel. Den 10 dito het kofschip ARENDINA, kapt. J.K. Brouwer, van Christiaansand; het tjalkschip GUSTAAF, kapt. A.H. Oldenburger, van Havre de Grace. Den 11 dito de kofschepen de JONGE JAN, kapt. H.J. IJmker, van Oostrisoer, de HOUTHANDEL, kapt. H.D. de Grooth, van Christiaansand en JACOBA HAZEWINKEL, kapt. J.G. Boon, van Memel; het smakschip de VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen, van Droback; het kofschip JAN FREDRIK, kapt. H.H. Kok, van Oudsoen. Den 15 dito het kofschip HENDRIK, kapt. J.A. Keun, van Oostrisoer; het kofschip SOPHIA WILHELMINA, kapt. A. Anderson, van Oudsoen. Uitgezeild: Den 5 dito het kofschip GOUVERNEUR BARON VAN ZUIJLEN VAN NIJEVELT, kapt. B.R. van Wijk, naar Nerva. Den 6 dito de tjalkschepen de TWEE GEBROEDERS, kapt. H. Leewoog en ZWEI GEBRÜDER, kapt. A. Pekelar, beide naar Hamburg. Den 7 dito het kofschip de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.P. Dijkstra, naar Noorwegen; het everschip CONCORDIA, kapt. H. Sals, naar Hamburg. Den 9 dito het kofschip NIMPIA, kapt. H.K. de Weerd, naar Noorwegen. Den 10 dito het smakschip EENDRAGT, kapt. J. Butijn, op avontuur. Den 11 dito de kofschepen LUDOLF THEODORUS, kapt. J.A. Zijl, de VROUW ANTJE, kapt. B.D. de Grooth en EGBERTUS, kapt. K.H. Bakker, alle drie naar Noorwegen. Den 12 dito de kofschepen MARTHA ALIDA, kapt. K.H. Plukker, naar Schotland en MARIA, kapt. H.H. Ebes, naar Pruissen. Den 13 dito de kofschepen WILHELMINA, kapt. R.K. Visser, naar Noorwegen en GEZIENA, kapt. B.A. Visser, naar Schotland; de schonerkof ELIZABETH MARIA, kapt. H.B. Drok, naar Noorwegen; het tjalkschip GUSTAAF, kapt. A.H. Oldenburger, naar Londen. Den 15 dito het tjalkschip JANTINA HENDRIKA, kapt. W.H. Ketelaar, naar Hull. Den 16 dito het smakschip de VROUW ELIZABETH, kapt. J.H. Cappen, naar Noorwegen.
|