1838
ZP 151038 - 210
Volgens brief van het Nieuwe Diep van den 13 oktober zoude de gepasseerde nacht op de Haaks verongelukt zijn een schoener of kof, de naam onbekend. Twee vaatjes nagelen waren aldaar ter rede opgevist en dreef er enig wrakhout rond hetwelk van een nieuw vaartuig scheen afkomstig te zijn.
Volgens brief van het Nieuwe Diep van 14 oktober is in de Eijerlandse Gronden aangedreven een klein kofschip, onderste boven, met een gedeelte van een naambordje, waarop in vergulde letters Wildervank.
Tussen den 13 en 14 oktober is in de Eijerlandse Buitengronden gestrand en onderste boven geslagen een tjalkschip of smak, blijkens een aangespoelde sloep afkomstig van H.J. Zant (opm: hektjalk HILLEGINA, in maart 1838 in de vaart gekomen, kapt. Heijo Jans Zant; zie ook ZP 161038 en 181038). De equipage is verdronken en men was bezig de lading, in machinerie en bindrotting bestaande, te bergen. (opm: PGC 231038 vult hierop nog aan op een gedeelte der aangedrevene sloep staat H.J. Zant en op een ander gedeelte Wildervank)
(Red: vermoedelijk het schip HILLEGINA, kapt. J.H. Zant, den 10 dezer uit Maassluis naar Hamburg gezeild; waarschijnlijk hetzelfde schip als hierboven.)
ZP 161038 - 211
Aangaande het op de Eijerlandsche Gronden verongelukte schip HILLEGINA, kapt. H.J. Zant, van Rotterdam naar Hamburg – zie nommer 210 – wordt van Texel van 15 oktober nog gemeld, dat hetzelve geheel verbrijzeld is en een gedeelte der lading aldaar is aangebacht.
ZP 181038 – 213
Van het Nieuwe Diep wordt van 16 oktober gemeld, dat aldaar is aangedreven een lijk, waarschijnlijk dat van H.J. Zant. Ook had men nog in de kajuit van het gestrande schip HILLEGINA het lijk van een vrouw gevonden. (opm: zie ZP 151038)