|
Harlingen, 12 december. Mochten sedert enige tijd, zo velen Nederlandse steden, getuige zijn van de herleving van een der hoofdtakken onzer nationale nijverheid! Werden andere nog nu en dan eens herinnerd, aan den roem, welke ons vaderland ook in het vak van den scheepsbouw, eenmaal behaalde, en zagen zij tot dien einde, met algemene vreugde en oprechte deelneming de proeven hunner bouwmeesters, als zo vele bewijzen hunner grote vorderingen in dat vak, met nieuwen luister verrijzen. Ook onze stad mag zich onder diegene verheugen, die met den krachtdadigen bijstand en de bescherming van onze geliefde Koning, en door de edele gevoelens, en maatregelen van enige harer ingezetenen en zich onder diegene mag rangschikken, die met het oog geslagen op hunne vroege welvaart, in de wederopbeuring van enige takken derzelve, de volkomenste vreugde, betonen, de grootste belangstelling aan den dag leggen: en onder de vurigste dankbaarheid aan hun, wien, zij die nieuwe bronnen van hun bestaan en bloei verschuldigd zijn, alles aanwenden wat tot de handhaving, verering en uitbreiding van dien, strekke moge. De dag van heden, mag dan weder hiervan ten bewijze dienen, daar Harlinger ingezetenen, op de volledigste en schitterendste wijze overtuigd werden, van de voorrechten, welke zij boven zo vele andere vaderlandse steden mogen genieten, door de vestiging in hunner midden ener maatschappij, die uit het ware oogpunt en uit zuiver gevoel van vaderlandsliefde, en door het herkrijgen van een gedeelte dier voordelen, welke hetzelve weleer schier alleen genieten mocht, is opgericht. Het was het te water lopen van het nieuw gebouwde, en tot de St. Davids visserij bestemde hoekerschip HARLINGEN, dat elk hunner die genoeglijke en dankbare herinneringen verschafte. Een plechtigheid waarin ieder weldenkend ingezetene met de oprechtste belangstelling heeft deelgenomen, en waarvan elk deelhebber van de maatschappij, zowel als menig burger, tot verfraaiing en uitbreiding ener waarlijk nationale feestviering, datgene hebben toegebracht, waartoe hunne natuurlijk geschikte stemming en gezindheid, hun de voldoenste gelegenheid verschafte. Het was ook het hoofd onzer burgerij, de achtenswaardige burgermeester, die, aan het hoofd een commissie uit den h.ed.acht. op de werf begroet, en h.ed. op de hartelijkste wijze hun hoge goedkeuring niet alleen, maar ook hunner vorige dankbaarheid betuigd, voor de oprichting dier bloeiende, de stad hoogst vererende en algemene welvaart aanbrengende instelling, aan wier hoofd zij als zo vele voorbeelden, voor andere steden, de eer mochten hebben, zich geplaatst mochten zien, en wier pogingen tot daar stelling en uitbreiding der maatschappij, zo heerlijk bekroond geworden, terwijl hij die gelegenheid door h.wd.achtb. als een gering bewijs, dier edele gevoelens door hen gekoesterd, der directie, een stel Nederlandse vlaggen werd aangeboden, welke met des stadswapen en naamteken prijkende, door de wel. ed. heer presidt. directeur werden aangenomen, en waarop door z.e. in hartelijke dankbetuigingen op een doelmatige werd geantwoord, aanhalende en h.ed.achtb. herinnerde aan de nieuwe verplichtingen en erkentelijkheid, welke de maatschappij steeds aan onze geliefde Koning verschuldigd was, die als deelnemer en voorstander van alle takken, van de Nederlandse nijverheid, ook deze maatschappij vooral, in zijn vaderlijke bescherming heeft aangenomen, en door zijne ondersteuning de directie in staat heeft gesteld, om benevens dit nieuwe schip, het eerste voor deze vaart in deze stad gebouwd, nog drie kleine schepen in het aanstaande voorjaar te zenden: terwijl z.ed. ook in de maatschappij benevens derzelver directeuren etc. in de voortdurende protectie van het achtenswaardige bestuur heeft aanbevolen. Na deze plechtigheid, en onder de uitvoering van verschillende vaderlandse liederen, door enige liefhebbers der toonkunst, welke zich daartoe vrijwillig hadden aangeboden, werden de vlaggen op de nieuw gebouwde kiel gehesen, en zag men deszelve wapperen, met diegene der overige schepen der maatschappij en particulieren, als de vlag die eenmaal, zowel in het barre noorden, als in het vruchtbare zuiden, de wetten voorschreef en van ieder werd gehuldigd en geëerbiedigd. Met den besten gevolg en zonder de minste ongelukken te veroorzaken, liep het schip kort hierna statelijk te water, onder het driewerf hoezee!, der ontzaggelijke menigte waarmede wallen, huizen en schepen waren bezet, om ook hunne belangstelling in deze feestviering op ondubbelzinnige wijze aan den dag te leggen. Van alle kanten had men nu de gelegenheid dat grote gevaarte te beschouwen, dat door onze kundige scheepsbouwmeester Johannes Alta gemaakt, al sedert lang de aandacht en bewondering van velen om deszelfs constructie en schoone bouworde had tot zich getrokken en hem reeds bij zo menige deskundige de eer had doen verwerven, van den naam van een Nederlandse scheepsbouwmeester waardig te zijn. Vervolgens werd de dag als een volksfeest ten einde gebracht. De edel. achtb. Commissie, werd door de wel.edel. heren Directeuren en commissarissen op een diner onthaald in het logement Roma, waar voormaals ook de vergaderingen van de rederij op Groenland in deze stad plaats hadden, op welk diner alle de aanwezigen op een gulle en vriendschappelijke wijze het hunne tot plechtige en vrolijke feestviering bijbrachten, en bij die gelegenheid vereerd werden met een schoon vers, door een waardig lid der maatschappij op het feest toepasselijk gemaakt en uitgesproken. Hartelijk werden er verschillende toasten, voor het welzijn van het vaderland, van onze geliefde Koning en zijn huis, de heer gouverneur van deze provincie en het bestuur van deze stad gedronken en afgewisseld met die welke vooral ook gedaan worden voor de bloei, de welvaart en zegen van de Nederlandse Groenlands en Str. Davids Visserij Sociëteit alhier gevestigd, en voor de koophandel en zeevaart van ons dierbaar Nederland en van deze stad. Aldus en met nog meerdere vermaken eindigde de dag die voor zo vele ingezetenen, met een waar genoegen was tegemoet gezien, voor velen, als een dag vol aangename aandoeningen in herinneringen, ten einde liep, en voor den stad zelve, als een eervol tijdstip mag beschouwd worden.
|