Familiegegevens en opleiding
Luitje Steffens Pinsterboer was getrouwd met Geesjen Jans Smit, geboren op 14 november 1814 en overleden 26 maart 1895.
Luitje overleed in 1863. Als zijn woonplaats is Veendam vermeld.118.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.S.Pinksterboer (adres: Kranenborg & Zn) werd met vlagnummer 638 effectief lid van Zeemanshoop per 23 augustus 1842 op voorspraak van J.H.Hazewinkel. Zijn schip was de "Maria Johanna". Toegevoegd is "vermist"002. Ten tijde van de inschrijving waren Pinksterboer en zijn vrouw 32 resp. 27 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1840002a.
In de Algemene Vergaderingen van 16/23 augustus 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop is als effectief lid voorgesteld/ingeschreven Lutte Steffens Pinksterboer, oud 32 jaar, voerend de schonerkof “Maria Johanna”, voor rekening van E.P.de Moncy te Rotterdam, wonende te Veendam, adres bij Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Hazewinkel.023.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd dd 26 maart 1863 staat een verzoek van de vermoedelijke wed. L.S.Pnksterboer, geb. Smit om de regelementaire onderstand, hetwelk haar in de vergadering dd 30 april 1863 met ingang van 01 oktober 1862 wordt toegekend voor haar en 4 kinderen.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 02 juni 1863 staat de mededeling dat een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. L.S.Pinsterboer geb. Smit voor haar en 4 kinderen023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
638 1842-1848 sch.kof Maria Johanna E.P.de Moncy te Rotterdam
1849-1853 kof Gesina geen opgave
285 1854 kof Gesina geen opgave
1855-1862 kof Gesina de kapitein
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
L.S.Pinksterboer Gesina 13 november 1860 12 september 1861
Gesina 22 april 1862 08 september 1862
Gesina 29 september 1862 geen vermelding
Bouma025 vermeldt L.S.Pinksterboer als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1840 van de smak “Goede Hoop”, gebouwd in 1831 te Veendam, 60 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip voer in 1841 voor kapitein/eigenaar H.J.Ymker te Pekela en was herdoopt in “Fenna Catharina”;
* 1841 t/m 1857 (einddatum moet onjuist zijn) van de schkof “Maria Johanna”, gebouwd in 1838 te Delfshaven, 92 ton o.m., varend voor E.P. de Monchy te Rotterdam;
* 1850 t/m 1863 van de kof “Geziena”, gebouwd in 1849 te Veendam, 103 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip werd in 1863 vermist.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 18 november 1819114
Amsterdam, 16 november.
op de Weser kapt. Stuut, en te Hamburg H. Brams en H. Koster van Amsterdam, …
te Rendsburg L.S. Pinksterboer van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Amsterdam, A.H. Tap van Amsterdam naar Memel (opm: Klaipeda) en F.J. Deddes van Amsterdam naar Koningsbergen; …
te Dantzig (opm: Gdansk) J.J. Kluin van Amsterdam, en te Deläro kapt. Demming van Rotterdam.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.H.Lodewijks was met vlagnummer R340 in de periode 1852 t/m 1872 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij was ook lid van het college in Veendam058.
Ik heb geen kapitein Lodewijks als lid van het college "De Harmonie" te Wildervank kunnen terugvinden. Maar er was wèl van 1848-1861 een J.Lodewijks met vlagnummer 65 lid van het college "De Vereeniging" te Delfzijl. En van 1852-1870 was G.H.Lodewijks met vlagnummer 340 lid van het college "Maatschappij tot Nut der Zeevaart" te Rotterdam021 en de AAKZ.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein G.H.Lodewijks met vlagnummer R340 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855, 1858, 1859, 1862, 1863
van de bark “Johannes Hendrikus Ferdinand” 363 last varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
* 1864 t/m 1867 van de bark “Neptunus” 363 last varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
G.H.Lodewijks uit Veendam was in 1852 kapitein op de "Maria Johanna", in 1859 van de bark "Johannes Hendrikus Ferdinand" (reder Vaesen & Steinhaus te Rotterdam) en in 1863 kapitein/reder van de kof de "Vriendschap. Hij was lid van de zeemanscolleges in Wildervank en Rotterdam. Informatie van mevr.M.van der Spoel-Walvius, Bussum, 29 augustus 1999.
Bouma025 vermeldt G.H.Lodewijks als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1855 van de bark “Jacoba Cornelia”, gebouwd in 1852 te Delfshaven, 492 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1857 t/m 1864 van de bark “Johannes Hendrikus Ferdinand”, gebouwd in 1856 te Delfshaven, 687 ton o.m., varend voor Vaessen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip werd in 1865 herdoopt in “Neptunus”;
* 1865 t/m 1871 van de bark “Neptunus” ex Johannes Hendrikus Ferdinand, gebouwd in 1856 te Delfshaven, 687 ton o.m., varend voor Vaessen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip is in 1871 verkocht naar Noorwegen.
Bij commentaar op een correctie mijnerzijds t.a.v. de sch.kof “Maria Johanna”( 1851 te Maassluis, 210 ton o.m.) stelt Bouma dat kapitein G.H.Lodewijks van 1851 t/m 1852 als gezagvoerder heeft gevaren op dit schip. Hij vermeldt dan geen reder en thuishaven.
G.H.Lodewijks was in 1851/1852 kapitein van de schkof "Maria Johanna", gebouwd in 1838 te Delfshaven, 92 ton o.m., varend voor E.P.de Monchy te Rotterdam. Bouma025 vermeldt van 1863 t/m 1869 een J.J.Lodewijks uit Delfzijl als gezagvoerder/eigenaar van de kof "Vriendschap", gebouwd in 1851 te Veendam, 104 ton o.m.. Het schip strandde in 1869 en raakte wrak. Van 1857 t/m 1865 was G.H.Lodewijks gezagvoerder op de bark "Johannes Hendrikus Ferdinand", gebouwd in 1856 te Delfshaven, 687 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam. In 1865 werd het schip herdoopt in "Neptunus" en bleef onder gezag van G.H.Lodewijks varend voor dezelfde reder. In 1871 werd het schip verkocht naar Noorwegen025. Uit de dateringen blijkt dat J.J.Lodewijks, gezagvoerder van de "Vriendschap" géén verschrijving van Bouma is geweest. Het moet om een andere kapitein gaan.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door G.H.Lodewijs.104.
H.G.Lodewijks (vermoedelijk G.H.!) verzorgde per 02 oktober 1864 vanuit Brouwershaven met de “Neptunus” een troepentransport van 3 officieren en 96 manschappen naar Nederlands Oost-Indië. Hij arriveerde te Batavia op op 11 januari 1865 na een reis van 101 dagen065.
In: Gestikt in een ruw vat in branderij De Hoop. Een onbekende en unieke bron op het Nationaal Archief ontsloten door
B.van Dooren en L.M. van der Hoeven
Gens Nostra 62, p.143, 2007
“Dirk Storin, oud 35 jaar, geboren in Vlaardingen en woonachtig te Rotterdam, kok op het Nederlandse barkschip “Neptunes”, overleed op 25 september 1866 aan “zenuw zinking rotkoorts”, op de rede van Batavia, zo verklaarden eerste stuurman Gerardus Jacobus Goekoop en tweede stuurman Hendrik Jan Bosscher.”
NRC 19 juni 1851114
Delfshaven, 18 juni. Heden is op de scheepstimmerwerf De Onderneming alhier de kiel gelegd voor een barkschip genaamd JACOBA CORNELIA, groot circa 260 gemeten lasten, voor rekening ener rederij onder directie van de heren Vaesen & Steinhaus te Rotterdam, bestemd voor de grote vaart en gevoerd zullende worden door kapt. G.H. Lodewijks.
NRC 02 maart 1852114
Delfshaven, 1 maart. Heden is van de werf De Onderneming van de scheepsbouwmeester H. de Hoog alhier met goed gevolg te water gelaten het barkschip JACOBA CORNELIA, groot 260 gemeten lasten, gevoerd zullende worden door kapt. G.H. Lodewijks, gebouwd voor rekening ener rederij onder directie van de heren Vaesen en Steinhaus, alhier, en bestemd voor de grote vaart. Onmiddellijk daarna is de kiel gelegd voor een schip van gelijke grootte (opm: zie NRC 110352, de bark WILHELMINA), hetwelk mede bestemd is voor de grote vaart.
NRC 20 mei 1852114
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende 32 schepen, als:
Voor Rotterdam J.C.J. VAN SPEIJK, kapt. J. Noltee; NOVA ZEMBLA, kapt. L. Heykoop; ADM. VAN KINSBERGEN, kapt. A. Glazener; HENDRIK JAN, kapt. P. Wap; KAREL AUGUST, kapt. J. van Vollenhoven; ABEL TASMAN, kapt. J. Hensing; JACOBA CORNELIA, kapt. G.H. Lodewijks. ….
NRC 23 mei 1854114
Rotterdam, 22 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende 31 schepen:
Voor Rotterdam: LUCONIA, kapt. E.J. Bödeker; RIJSWIJK, kapt. J.R.N.J. Bijl; JACOBA CORNELIA, kapt. G.H. Lodewijks; ….
NRC 31 maart 1856114
Rotterdam, 30 maart. Naar men verneemt, zullen bij gunstig watergetijde van de scheepswerf de Onderneming, van de heer H. de Hoog te Delfshaven, te water worden gelaten de aldaar nieuw gebouwde en voor de grote vaart bestemde koopvaardijschepen, als:
Op woensdag de 2e april het barkschip JOHANNES HENDRIKUS FERDINAND, groot ruim 400 gemeten lasten, gevoerd door kapt. G.H. Lodewijks en gebouwd voor rekening der heren Vaesen & Steinhaus alhier (opm: zie NRC 030456), en
Op zaterdag de 5e april het barkschip TWENTHE, groot ongeveer 400 gemeten lasten, gevoerd door kapt. A. Koopman (opm: A. Coopmans) en gebouwd voor rekening van een Amsterdamse rederij (opm: zie NRC 060456).
NRC 03 april 1856114
Delfshaven, 2 april. Heden is van de werf De Onderneming van de scheepsbouwmeester H. de Hoog alhier met goed gevolg te water gelaten het campagne barkschip JOHANNES HENDRIKUS FERDINAND, groot 363 gemeten lasten, gevoerd zullende worden door kapt. G.H. Lodewijks, bestemd voor de grote vaart en voor rekening ener rederij onder directie van de heren Vaesen & Steinhaus te Rotterdam.
NRC 25 april 1856114
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, voor goederen en passagiers, waartoe hetzelve uitmuntend is ingericht het nieuw, extra op de zeilage gebouwd, Nederlands gekoperd campagne barkschip JOHANNES HENDRIKUS FERDINAND, kapt. G.H. Lodewijks, voerende een geëxamineerde scheepsdokter. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen. (opm: eerste reis)
NRC 15 juni 1856114
Rotterdam, 14 juni. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen, als:
…
Voor Rotterdam: DOROTHEA HENRIETTE, kapt. C.J.D. Hulshoff; NIEUW LEKKERLAND, kapt. M.B. Hoffman; DEN ELSHOUT, kapt. E.J. Bonjer; BORNEO, kapt. T.A. Jansen; MARIA ADRIANA, kapt. S. v.d. Held Szn; JOHANNES HENDRIKUS FERDINAND, kapt. G.H. Lodewijks. …