Datum vanaf: |
1809 |
Kapitein: |
Sikkes, Jan |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Van Sluijs013 vermeldt kapitein Barend Diederick Elmeloo in 1816 als gezagvoerder van het 2-deks brikschip “Goede Trouw” (geen verdere bijzonderheden vermeldt).
Amsterdamsche Courant 26 september 1816 in de rubriek Schepen in lading
“Naar Suriname … Het Tweedeks Brikschip de goede Trouw, kapt. Barend Diederik Elmeloo … adres bij Heyman en Schuurman”
Bouma025 maakt geen melding van dit schip, vermoedelijk omdat de bouwdatum vóór 1820 ligt.
In het Stadsarchief van Amsterdam bevindt zich in archief 5081-7148 een akte van koop/verkoop van een schip “the Hoffnung”, voorheen genaam geweest de “Jufvrouw Fijke”. Het schip werd op 18 april 1814 onderhands verkocht voor NLG 2000,- voor notaris Mr. August Hendrik de Melande te Amsterdam. De verkopers waren William Reid, namens zijn firma van Reid & Stephens, scheepsmakelaars te Londen. De koper was Barend Diederich Elmeloo, scheepskapitein te Amsterdam.
Het schip lag in april 1814 te Amsterdam. Reid & Stephens waren eigenaren van het schip sinds 7 december 1813, volgens transportbrief ten overstaan van J.Harding, notaris te Londen.
In de monsterollen van het Archief van de Amsterdamse Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam011a wordt genoemd een kapitein Elmelo maar met een “De Vrouwe Flistma”. Dezelfde als de “Juffrouw Fijke”?. En uit 1814 van het schip “Spiculation”.
38-25 01 september 1783, het schip “de Vrouwe Flistma”, kapitein Baarent Diedrik Elmelo, correspondent Ten Broeke & Co, bestemming Curaçao, 20 namen op de monsterrol i.c. stuurman , onderstuurman , bootsman, timmerman, kok, koksmaat, zeilmaker, 9 matrozen, kajuitwachter, jongen. Voorts 2 personages met de omschrijvingen “brouwer” en “cuyper”. De maandgage van de “brouwer” was f 54,- terwijl dat van de stuurman f 46,- bedroeg, beduidend lager dus.
38-92 16 mei 1814, smak “Spiculation”, kapitein Barend D.Elmelo, varend onder Hollandse vlag, boekhouder T.Posken, bestemming Londen, 3 bemanningsleden i.c. stuurman, kok en matroos.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1816 |
Kapitein: |
Moller, Cornelis |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Thomas Cornelisz de Boer werd geboren op 09 februari 1772 op Vlieland als zoon van Cornelis Douwesz de Boer en Teuntje Thomasz Poo.
Hij huwde op 20 januari 1799 op Vlieland met Tietje Pietersz. Tortel, geboren op 03 oktober 1773 op Vlieland. Het was een burgerlijk huwelijk. Uit dit huwelijk werden 2 zonen en 2 dochters geboren, allen op Vlieland. Tietje overleed op 25 februari 1850 in Delfshaven. Een overlijdensbericht stond in de NRC van 28 februari 1850, ondertekend door een zoon P. de Boer te Rotterdam.
Deze P. de Boer was Pieter de Boer, koopvaardijkapitein en reder (Vlieland 1807-Kleef 1886).
De beide dochters zijn getrouwd geweest met kapitein Jan Ydes van der Zweeep (zie aldaar)
Thomas overleed te Middelburg op 01 mei 1833
De schepen van de kapitein
In 1823 was hij gezagvoerder op de kof “Theodora” (bron: van Sluijs). Volgens de annotatie op een schilderij van Spin dd 1849 was hij tevens gezagvoerder van de brik “Ceres van Gend” (beide schepen worden niet in Bouma25 genoemd, wellicht omdat de bouwjaren vóór 1820 liggen).
Gegevens dd. zomer 1999 verstrekt door Ch.van der Zweep, ‘t Schoman 22, 7478 RM Diepenheim.
“Van Thomas Cornelis de Boer is tot nu toe als eerste monstering bekend: 1818: Kapitein schip CERES VAN GEND, van Antwerpen naar Havana (Cuba). Thomas is dan 45 of 46 jaar en zal zoals gebruikelijk rond zijn 15de jaar naar zee zijn gegaan”
Informatie e_de_boer@planet.nl, dd 14 mei 2009
Het Stadsarchief van Amsterdam bevat de volgende monsterrollen:
10 augustus 1805, schip “De Adler”, kapitein Thomas Cornelis de Boer, bestemming van Vlissingen op avontuur (“na Bergen”) onder Pruisische vlag, correspondent P. de Vries en Meynts. 3 bermanningsleden i.c. kok, matroos en jongen;
28 november 1820, brikschip “Hortence van Gend”, kapitein Thomas Corneles De Boer, bestemming op avontuur, onder Nederlandse vlag, boekhouder N.J. Den Kok & Freres a Gent, Correspondent De Heeren De Vries Comp.
11 bemanningsleden i.c. stuurman, bootsman, klamphouder, kok, 6 matrozen en een jongen.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 12 augustus 1820114
Londen, 8 augustus. Het schip the CERES, De Boer (opm: brik, kapt. Thomas Cornelis de Boer, reder De Cock, Gent), van Liverpool naar Antwerpen, is den 13 juli op de banken van Wicklow (opm: Ierse Oostkust, 52º59’ N.B. 06º02’ W.L.) verongelukt; de equipagie is gered.
Rotterdamsche Courant 26 april 1821114
Rotterdam, 25 april. Van Vlissingen meldt men ….
….Van den 19 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen POMMERANIA, J.C. Wendt, naar de Oostzee; de GOEDE VERWACHTING, E.J. Loose, naar Noorwegen; l’UNIQUE, de Roux, naar Hull; MINERVA, J. Humphreys, naar Dublin; ANTELOPE, M. Callos, naar St. Thomas; WILHELMINA KRANENBURG, J.J. Prange, naar Petersburg; LORD GAMBLER, P. Biskop, naar Londen; LE COUREUR, B. Butin, naar Rouaan; AURORA, S.J. Brouwer, en de MARIA, T.C. de Boer, naar Liverpool; de TWEE GEBROEDERS, H.J. Bruins, naar Rouaan; de VRIENDEN, T. Noster (opm: Nosten), naar Port-au-Prince, en de VRIENDSCHAP, J. Hartwijk, naar Livorno…..
Rotterdamsche Courant 19 juli 1821114
Rotterdam, 18 juli. Van Vlissingen wordt van den 14 gemeld: Van den 12 tot den 14 zijn van Antwerpen afgekomen en naar zee gezeild de schepen de MARIE JOSEPHINE, S. de Best, naar Gibraltar; de VROUW CAROLINA, H.Z. Duwel, naar de Oostzee; SUSANNA, J. Barrow, naar New-YORK; JOSEPH AND ANN, W. Minter, naar Londen; LORD NELSON, T. Smichson (opm: Smithren), naar Hull; de RISING SUN, W. Martel, de NOORDSTAR, J.T. de Jonge, en de ZEELUST, G.A. Wieringa, naar Londen; de TWEE GEBROEDERS, E.R. Borchers, naar de Marennes; de OOSTERSTAR, J. Moller, en de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, naar Noirmontier; VRIESLAND, E.J. Drent, naar Bilbao; de VROUW MARTHA, D.H. van Wijk, en de NOORDSTAR, G.J. Kuiper (opm: drie verschillende schepen met de naam NOORDSTAR!), naar Londen; THEODOOR, T.C. de Boer, naar Bergen in Noorwegen, de VROUW ELISABETH, O.F. Meeuwik (opm: Meeuwes), naar de Oostzee; de FLORA, J. Cooper, naar Londen, en de ISIS, J.H. Smith, naar New-York.
Rotterdamsche Courant 23 februari 1822114
Rotterdam, 22 februari. Van Vlissingen wordt van den 19 gemeld:
Sedert onze laatste zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen CATHARINA, H.H. Veldhuis, van de Marennes; de HOOP, C. Pleth, van Helvoetsluis; FORTUNA, J. Everst, van Memel (opm: Klaipeda); de FLORA, kapt. Christie, van Marseille; THERONIMUS, H.J. Smit, van Napels,
en zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de VROUW JANNA, A.H. Beeland, naar Guernsey; de HOOP, H.J. Prins, naar Lissabon; THEODORA, F.C. de Boer, naar Liverpool, en de MARIA, G. Poppen, naar Londen.
volgens Delporte, november 2010 de “Theodore” onder kapitein Thomas Cornelis de Boer, schip van De Cock te Gent.
Familiegegevens en opleiding
Jan Ydses van der Zweep werd geboren/gedoopt te Lemmer op 10/21 februari 1790 als zoon van Yde Jansz van der Zweep en Jo(h)anna Klüger.
Hij trouwde in 1821 te Antwerpen met Antje de Boer (datum en plaats onzeker), geboren/gedoopt op Oost-Vlieland op 05 januari/08 feburari 1801 als dochter van Thomas Cornelis de Boer en Tietje Tortel. Uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren.
Na het overlijden van Antje trouwde hij voor de 2de maal op 01 september 1831 te Middelburg met Dieuwertje/Dieuwke de Boer, geboren/gedoopt op 23/25 december 1802 te Vlieland en de zuster van zijn eerste vrouw. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren. Zij overleed op 05 november 1832, 30 jaar.
Daarna had Jan een relatie met Wilhelmina Abels, geboren op 17 juli 1815 te Zierikzee als dochter van Willem Abels en Neeltje van der Ende. Uit deze verbintenis werd een dochter geboren, die door beide ouders werd erkeend.
Jan Ydesz overleed te Antwerpen op 25 juli 1851.
Er zijn portretten van Jan Ydesz van der Zweep en Antje de Boer
Gegevens van Ch. van der Zweep te Diepenheim, zomer 1999 en aan Tresoar en www.allezeeuwengezocht.nl
In “Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911,
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Y van der Sweep was met vlagnummer 4 in de periode 1828-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaart”
J.Y van der Zweep (met als adres M. van Arp & Zn) werd met vlagnummer 253 op 25 maart 1828 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van J.K. de Vries. Als zijn schip is vermeld de “Eendracht”. Toegevoegd is “bedankt”002.
Jan Ydes van der Zweep werd in de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 18/25 maart 1828 voorgesteld/benoemd tot effectief lid met vlagnummer 253. Hij was 38 jaar, woonde te Antwerpen met als adres J.Daniels & Zn&Arbman te Amsterdam en als zijn schip wordt vermeld het fregat “Java”023
Jan Ydses van der Zweep werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds per 03 februari 1829. Hij bedankte in 1846003
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1830 wordt besloten een aantal leden aan te schrijven met het verzoek de verschuldigde financiën te voldoen, waaronder J.Y van der Zweep.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 februari 1832 staat de volgende melding:
“Bij Hoofdelijke omvrage verzoekt de President Penningmeester of de Heeren Effectieve Leden
A.van den Abeele J.J.Lausen Fr.P.Hoed
N.Hensken O.Olferts J.A.Zeylinga
J.B.Frerichs P.J.Spilliard J.Tholen
P.Bostijn P.Rolff F.A.Bunnemeijer
J.Boelen Jz J.E.Beckman O.R.Engelman
J.Stoffers J.Hartwijk J.G.Bart
H.H.Zeijlstra J.Y v.d.Zweep W.H.Boon
hebbende hunne contributie nog niet voldaan daartoe volgens de Wet door het Bestuur zoude worden aangemaand.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 juni 1834 staat een lijst van kapiteins die gedurende een bepaalde periode hun contributie niet hebben voldaan. Daarbij is J.IJ.van der Zweeep, vlagnummer 253, “sedert 3 Jaar” 042
De schepen van de kapitein
De Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart van 1830 bevat in de ledenlijst van het Antwerpse zeemanscollege de vermelding van J.Y van der Zweep met vlagnummer 4.
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam
vlag periode type scheepsnaam reder/boekhouder
253 1828 fregat Java de Cock, Frères te Gent (sic)
1829-1831 fregat Java Boekhouders te Antwerpen
1832-1835 fregat Java geen opgave
157 1836-1838 fregat Eendragt Scheepsreederij te Schiedam
1839-1845 geen vermelding van schip en boekhouder
Jan Ydesz was koopvaardijkapitein op de volgende schepen:
* 12 november 1822 “Hortense” van Batavia naar Antwerpen
* 1829-1836 fregat “Java”
* 1835-1836 “Eliza”, van Suriname naar Antwerpen
* 1837-1839 fregat “Eendragt”
Gegevens van Ch. van der Zweep te Diepenheim, zomer 1999
Van Sluijs013 vermeldt het schip “Amazone”, varend in 1825-1827 vanuit Antwerpen onder kapitein J.van der Zwiep. En J.Y van der Zweep van 1829 t/m 1836 als gezagvoerder van het fregat “Java”, c. 600 ton o.m., gebouwd in 1828 te Antwerpen door Le Carpentier met als reders N.& J. de Cock Frères te Antwerpen van 1829 t/m 1832 en in 1832 dezelfde reder maar nu te Rotterdam. Er wordt verwezen naar het Handelsblad van 06 maart 1832.
Jan Ydes van der Zweep is, vermoedelijk in Antwerpen, opgeklommen als zeeman en voerde in 1828 het commando over de Java, het grootste schip van de rederij N.J. de Cock. Net als Douwe Hendriks de Boer, verhuisde van der Zweep met ijn rederij naar Rotterdam, die van naam veranderde tot De Maleijer. “In totaal maakte hij op de Java vier retourreizen naar Oost Indië, terwijl het schip in 1829 bovendien voor de jaarlijkse expeditie naar Japan opgenomen was.”
Van der Zweep kwam daarna bij de Schiedamsche Scheepsreederij en werd kapitein van de Eendragt maar dit bleek van de rederij een ongelukkige keus. “Reeds voor het vertrek voor de eerste reis van Hellevoetsluis in 1837 besloot de eerste stuurman, dat met van der Zweep geen land te bezeilen was en verliet het schip.. Zoals het vervolg van de reis zou leren waren zijn klachten niet ongegrond geweest. Kort na het uitzeilen van Pasuruan, waar de Eendragt volgeladen was, weigerde het grootste deel van de bemanning alle verdere dienst. Van der Zweep kon niet anders doen dan buigen voor de werkstaking en zeilde terug naar Surabaja. Toen hij het schip wilde verzeilen naar Batavia begon de muiterij opnieuw, waarop hij alle weigeraars op het wachtschip van de marine in de boeien liet slaan. Dat het niet zo maar willekeurige klachten over van der Zweep’s chronische dronkenschap betrof, bleek uit het feit, dat zowel de eerste als de tweede stuurman tot de muiters behoorden! De derde stuurman, de Schiedammer D. van Leeuwen, bleef aanvankelijk aan boord, vermoedelijk omdat hij familie van enkele aandeelhouders van het schip was en zich medeverantwoordelijk voor de bewaking voelde. Zodra er een nieuwe bemanning was aangenomen, ging hij ook over op een ander schip. de Amsterdamse Schoon Verbond. De marine-officieren, die de muiterij onderzochten, erkenden volledig de juistheid van de beschuldiging van de weigeraars, en van der Zweep was gedwongen naar een andere bemanning uit te kijken. Daar hij zelf niets onmiddellijk strafbaars had verricht, kon hij niet afgezet worden, maar dit betekende slechts uitstel, geen afstel. Toen de Eeendragt in Holland was teruggekeerd, kon ook een presentje van “60 stuks kroonen annanassen en twee pompelmoesen”aan Loopuyt hem niet redden. Hij werd op staande voet ontslagen en heeft daarna niet meer gevaren”039
Driemastschip “AMAZONE”, kapitein Jan Ydesz van der Zweep (voer vanaf 1819 als gezagvoerder en had in 1820 al een reis naar Rio gemaakt), is op 6 maart 1826 in Valparaiso aangekomen uit Antwerpen. Had sloepen verloren. Was 10 oktober in Arica, nog wachtend op betalingen. Komt ook in Callao. Op 19 mei 1827 terug in Antwerpen (laatste haven Rio) met kinine, tin en zilver. Twee rondingen (rond Kaap Hoorn), resp O/W en W/O.100a
Bouma025 vermeldt J.Y van der Zweep als gezagvoerder gedurende:
* 1833 t/m 1835 van het 3-mastschip “Java”, gebouwd in 1828, bouwlocatie niet vermeld, 560 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;
* 1837 t/m 1838 van het fregat “Eendragt”, gebouwd in 1837 te Schiedam, 793 ton o.m., varend voor de Scheepsreederij in Schiedam.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan:
“Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.121
p.48-49: “Een brik onder twee vlaggen 1830-1835. Flora”.”
In het Antwerpsch Nieuwsblad van 28 februari 1832 staat:
“Voorleden zaterdag zijn vertrokken met ballast, twee Oost-Indisch-vaerders, in deze haven gebouwd, genaemd de STAD GENT van 1100 tonnen en de JAVA van 900. Deze schepen behoorende aan het huys N.J. de Cock, gingen naar Rotterdam, alwaer gemeld huys zich sedert de omwenteling heeft gevestigd”.
In hetzelfde blad dd 17 maart staat:
“De (Vlaamse) matroozen van de oost-indisch-vaerders de Stad Gent en Java welke hier (in Antwerpen) zyn teruggekomen, zyn ten getale van dertien.
Indien men een dagblad dezer stad wil geloven, zouden de twee hollandsche kapiteynen die matroozen onder schoone beloften in dienst hebben genomen, alleenlyk om de schepen den stroom te doen afzakken en met beloften van hun niet af te danken, gelyk zy vreesden. Maer nauwelyks waren zy onder de (Nederlandse) kanonneer-booten (die zich van Antwerpen naar Lillo en Vlissingen hadden teruggetrokken) , of Versluys en van der Zweep, de twee kapiteynen, niets van de Belgen meer vreezende, begonnen de matroozen beestagtig te beschimpen; in het gezigt van Vlissingen wierd de belgische vlag door die twee lafaards afgescheurd en door de hollandscche vervangen. Na acht dagen te Vlissingen te hebben doorgebragt, onder geduerig vloeken van Versluys, wierden zy schielijk afgedankt en door de policie buyten de stad gebragt, zonder eene duyt voor reyskosten of arbeyd te hebben ontvangen …”
Rotterdamsche Courant 25 maart 1819
“Rotterdam, 24 maart. Te Vlissingen zijn onder anderen gearriveerd de schepen de MARIA, J.IJ. van der Zweep, van Rio-Janeiro …”
Rotterdamsche Courant 25 maart 1819114
Rotterdam, 24 maart. Te Vlissingen zijn onder anderen gearriveerd de schepen de MARIA, J.IJ. van der Zweep, van Rio-Janeiro; COROMANDEL, W. Daij, en LEO, C. Liblij, van Batavia, en te Veere de schepen de DAGERAAD, J.J. Boon, van Bordeaux naar Rotterdam, en ZELDENRUST, G.J. Kleun, van Bayonne naar Antwerpen.
Dordrechtsche Courant 08 januari 1820114
Vlissingen, 4 januari. …..
…..Gisteren is naar zee gezeild de MARIA, kapt. J.Y. van der Zweep, van Ostende naar Brazilië, met tarwe, ligt ter rede van Rammekens……
Rotterdamsche Courant 03 maart 1821114
Rotterdam, …...Voorts tot heden de Schelde af en naar zee gezeild VERHILDERSUM, J.C. Visser, de ZEELUST, J. Lissnijder, JOHANNES VAN LETTE, H.J. Spans, LOUISE, D. Guijt, NEPTUNES, H.S. Leedig en de JONGE JAN, J. Petit, naar Londen; de HARMONIE, B.J. Wijgers, naar Noirmoutier; AURORA, S.J. Brouwer, en THERESIA, J.H. Arends, naar Liverpool; VENTROSE, J. ALLE, naar Charlestown; DELPHINE, C.D. Ludwigse, naar Napels; JEANNETTE JOSEPHINE, J. van Haverbeeke, naar Port-au-Prince; le VOLTIGEUR, W. de Ruijter, naar Rio-Janeiro; HORTENSE, J. van der Sweep, naar Havana; de DAME COLLETTE, C. Nierijnk, naar Cette (opm: Sète); WILHELMINA LAURENTIA, J.J. Swart, naar Oleron, en GEORGINE, N.E. Siemsen, naar Lissabon.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 26 juli 1821114
aangek. Antwerpen uit Havana (J.Y. van der Zweep)
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 28 september 1821114
Uit dok Antwerpen vertrokken naar ? HORTENSE (J.Y. van der Zweep)
Rotterdamsche Courant 28 februari 1822114
Amsterdam, 26 februari. Te Havana is gearriveerd J.Y. van der Zweep (opm: driemaster HORTENSIE, varend voorde Cock te Gent), van Antwerpen.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 03 maart 1822114
Aangek. Antwerpen uit Havana HORTENSE (J.Y. van der Zweep)
Rotterdamsche Courant 05 maart 1822114
Rotterdam, 4 maart. Den 28 februari, in de vroege morgen, is ter rede van Vlissingen en vervolgens in de haven binnengekomen de Engelse sloep the GOOD INTENT, Th. Button, komende van Plymouth, met zich brengende de tweede stuurman W. Poort, met nog 14 man, zijnde de rest van de equipagie van het verongelukte Oost-Indische schip JOHANNA ELISABETH, J. Lucas (opm: fregat ELISABETH JOHANNA, kapt. Willem Lucas), van Batavia, hetwelk onlangs op de hoogte van Port-IJsak (opm: Port Isaac) is verongelukt.
Ook is aldaar ter rede gekomen het schip HORTENSE, J.IJ. van der Zweep (opm: Jan Ydesz van der Zweep, thuishaven Gent), van de Havana naar Antwerpen gedestineerd; hetzelve is onder een provisionele quarantaine gelegd.
Rotterdamsche Courant 09 maart 1822114
…..Van den 2 tot den 5 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen PHILOTAXE (opm: brik, thuishaven Antwerpen), J. Corran, van Rio-Janeiro; de VROUW ANNA, P. de Heer, van Kadix (opm: Cadiz), moet quarantaine houden.
Den 4 dezer is van quarantaine ontslagen en naar Antwerpen opgezeild HORTENCE, J.IJ. van der Zweep, van Havana.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpe 12 april 1822114
uit dok Antwerpen vertrokken naar ? (J.Y. van der Zweep)
Rotterdamsche Courant 04 mei 1822114
Rotterdam, 3 mei. Van Vlissingen meldt men den 30 april:….
…en van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen BROEDERLIEFDE, H.J. Carst, naar de Oostzee; THEODORE, S. Martin, naar Petersburg; HORTENSE, J.IJ. van der Sweep (opm: brik, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Batavia; WEMELINA KRANENBURG, J.J. Prange, de NIEUWE ONDERNEMING, K.L. Domine, en de VROUW MARIA, Z.K. Schutt (opm: S.K. Schut), naar Liverpool; de JUFVROUW TITSIA, L.J. Besseling, naar Engeland, en PARADIJS, J.W. Poel, naar Lissabon.
Dordrechtsche Courant 12 april 1823114
Vlissingen, 5 april. Sedert den 1 dezer is, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen (o.m.) HORTENCE (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent), kapt. J. van der Zweep, van Batavia, met koffie en suiker.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpe 08 mei 1823114
HORTENSE uit dok Antwerpen vertrokken naar ?
Dordrechtsche Courant 10 juni 1823114
Vlissingen, 20 mei. Den 18 en 19 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild (o.m.) HORTENCE, kapt. J.Y. van der Zweep (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent, kapt. Jan Ydesz van der Zweep), naar Rio Janeiro.
Amsterdamsche Courant 05 oktober 1825114
Te Mauritius aangekomen, den 4 juni: HORTENSE (opm: fregat, thuishaven Gent), kapt. J.Y. van der Zweep, van Antwerpen.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 000028
HORTENSE naar Rio de Janeiro
Rotterdamsche Courant 29 juli 1837
Rotterdam, 28 juli. Heden werd op de scheepstimmerwerf de Nijverheid, gelegen aan de Maas te Schiedam, met het beste gevolg te water gelaten het door de scheepsbouw-meesters Gebrs. Gips aldaar gebouwde barkschip EENDRAGT, groot 500 lasten, gevoerd bij kapt. J.IJ. van der Zweep, en onmiddellijk daarna de kiel gelegd voor een fregatschip van gelijke grootte, genaamd WILLEM DE EERSTE, waarover kapt. H. Poppen het bevel zal voeren, beide voor rekening van de aldaar gevestigde Rederij.
ZP 29 augustus 1838 – 170
Aangaande het schip (opm: bark) de EENDRAGT, kapt. J.Y. van der Zweep, van Batavia naar Rotterdam, den 10 april te Sourabaija aangekomen, wordt van Batavia in dato 30 april gemeld, dat tussen de equipage en de kapitein onenigheid gerezen zijnde, laatstgemelde de hulp van het te Sourabaija liggend wachtschip had ingeroepen, ten gevolge waarvan 18 man, waaronder de eerste en tweede stuurman, de boots- en timmerman in verzekerde bewaring waren genomen, ten einde deze zaak, die aan de beslissing der Raad van Justitie is onderworpen, nader te onderzoeken. (opm: zie volgend bericht)
Zeepost 30 augustus 1838 – 171
Het schip de EENDRAGT, kapt. van der Zweep – zie nommer 170 – is, na te Sourabaija voor zo veel nodig van andere manschappen tot de equipage voorzien te zijn geworden, volgens brief van Batavia in dato 15 mei, na een oponthoud van vier maanden en twaalf dagen, van daar naar Rotterdam vertrokken.
“J.Y van der Zweep maakte … met de HORTENSE (reder N.J. de Cock, Gent), volgens een advertentie in de “Journal Commerce d’Anvers” van 2 jan. 1824, een reis naar Rio de Janeiro en vertrekt eind januari 1824 uit Antwerpen, - wanneer hij weer in Antwerpen terugkomt weet ik nog niet, dat moet ik te zijner tijd in Antwerpen gaan uitzoeken-, vervolgens vertrekt hij volgens de Journal d’Anvers op 11 april 1827 met de FANNY, eveneens van De Cock, uit Antwerpen naar Montevideo. De reis met de AMAZONE past hier m.i. aardig tussen, nader onderzoek naar vertrek- en aankomstdata zal dit echter moeten uitwijzen.
Toch blijft er nog enige twijfel. Met het Vlaamse contact …, de heer L.van Coolput te Ninove … heb ik inmiddels een uitvoerige briefwisseling gehad … Daarbij is gebleken dat er nog een kapitein J. of F. van der Sweep heeft bestaan. Deze voer als kapitein op de STAD ANTWERPEN 1829/1830, de HIRONDELLE 1834 en op de ELISA 1835 en 1838, het jaar waarin hij 38 jaar oud overleed. Hij zou op zijn 25ste het commando op de AMAZONE gehad kunnen hebben, wel jong, maar uitgesloten is het niet. Ik hoop over de voornaam en de afstamming van deze Van der Sweep binnenkort meer gegevens te krijgen, volgens mij is hij geen familie. Onderzoek naar zijn reizen tussen 1825 en 1827 zal de oplossing moeten brengen”.
Gegevens van Ch. van der Zweep te Diepenheim, mei 2005
Per 15 oktober 1825 werd Joannes Michael de Winter vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als lichtmatroos geplaatst op de “Amazone” voor een reis vanuit Antwerpen naar Lima (vermeld is van der Zwiep, maar dat moet een verschrijving zijn). Hij kwam op 30 mei 1827 terug op school van deze reis maar zonder de zg. “attestatie”.(d.i. het gunstige getuigschrift). Volgens N.J. de Cock te Antwerpen (de reder) “… was de reden daarvan meerendeels aan de Captn te wijten …”.
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.J.Netscher was met vlagnummer R15 in de periode 1819 t/m 1841 lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart”058.
Kapitein Netscher was (omstreeks 1832) de opvolger van John Veder als president van het Rotterdams zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaart”. Omdat hij “naar zee moetende vertrekken” al snel (jaar niet genoemd, maar zal 1832-1833 zijn) opgevolgd door oud-kapitein Johs de Jong032
Hij staat onder dit eerste jaarverslag vermeld als bestuurslid met de funktie van vice-president. Ook in artikel 3 van het eerste Reglement, gedateerd 14 september 1819, wordt hij als vice-president vermeld058.
In het Jaarverslag 1828 van het Rotterdams zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam J/126) staat vermeld: “De Heer Netscher naar zee gaande, zag zich hierdoor verpligt zijn Voorzitterschap neer te leggen …”.
In het Jaarverslag 1832 van het College staat:
“Door ons Medelid H.J.Netscher is ons medegedeeld, dat er vier Eilanden gelegen zijn op 1o30’z.b. en 105o12’o.l., … Deze Eilanden zijn door de Berigtgever gezien op zijne onderscheidene reizen van Batavia naar de Chinesche zee, en laatstelijk den 8 September 1831.”
In het Jaarverslag 1841 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat kapitein H.J.Netscher van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard “als hebbende sedert de laatste jaren verzuimd (zijn) verschuldigde contributiën aan te zuiveren”058
Samenvattend: kapitein H.J.Netscher was president van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart van 1827-1828, en vice president van 1819-1833 (met onderbreking in 1827-1828).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het eerste Jaarverslag dd. 14 september 1820 wordt gemeldt: “De leden No. 15 , en 19 hebben achtereenvolgens ter kennis gebragt, dat er een nieuw vuur op het hoofd der haven van Duinkerken was geplaatst.”058
De schepen van de kapitein
In het Stadsarchief van Amsterdam is in inventaris 5081-7148-198 een akte van publieke koop/verkoop, dd Amsterdam 20 juni 1814 van een schoenerbrik “Eendragt”, thans te noemen “Willem den Eersten”. De verkopers waren van Baggen, Parker & Co, kooplieden te Amsterdam, de kapitein was Sund Hommels. Het schip werd via notaris Johannes Tiedeman Nz, griffier rechtbank van Koophandel te Amsterdam voor f 5.300,- aangekocht door kapitein Hendricus Johannes Netscher te Rotterdam
Het schip lag in juni 1814 tijdens deze verkoop bij de werf De Boot van de scheepsbouwmeester H.Groen in de Groote Wittenburgerstraat te Amsterdam. Bij de akte is onder hetzelfde nummer een rederijcedule voor de aanvraag van een zeebrief gedaan door kapitein Hendricus Johannes Netscher, waarbij de firma Wed. W.G.Koopman te Amsterdam verklaarde 1/8ste deel van het schip te bezitten en J. van Ommeren Fz te Rotterdam 1/4de deel.
In het Archief van de Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a is de volgende monsterrol:
- 16 juli 1814, schoener “Willem den Eersten”, kapitein Henricus Johannes Netscher, varend onder Hollandse vlag, boekhouder de Witt, bestemming Rotterdam, 6 bemanningsleden i.c. stuurman, kok, onderstuurman, bootsman, 2 matrozen.
“Egnatia Jenny”, 21 juni 1816
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant december 1813114
(opm: Hieronder volgt een selectie van gedurende december 1813 door verschillende cargadoors geplaatste advertenties van in Rotterdam in lading liggende schepen, welke een indruk geeft van de ‘lijndiensten’ op een aantal Engelse havens)
Naar Londen:
Om spoedig te vertrekken, het Hollandsch Bomschip WILLEM DEN EERSTE, kaptein Netscher.
Rotterdamche Courant 21 november 1815114
Advertentie. Nicolaus Montauban van Swyndregt, Hubertus Montauban van Swyndregt en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbende van hunne principalen en geauthoriseerd door de Rechtbank van Koophandel, zitting houdende binnen deze stad, zijn van mening op 29 november 1815 om 4 uur, in het logement Het Badhuis, in de Boompjes, in het openbaar te veilen en verkopen een buitengewoon snelzeilend Schoonerschip, volkomen in staat om dadelijk naar zee gezonden te worden, genaamd WILLEM DEN EERSTEN, gevoerd bij kapt. H.J. Netfeher, met al deszelfs scheepsgereedschappen, zoals hetzelve thans is liggende in de Wijnhaven, aan de noordzijde, nabij het postkantoor. Nader onderrichting bij gemelde makelaars.
Javasche Courant 20 januari 1829114
Te Batavia zijn gearriveerd den 18 januari het schip (opm: fregat) HORTENSE, kapt. H.J. Netscher, met twee passagiers, den 14 september vertrokken van Antwerpen
Javasche Courant 04 april 1829114
Ter rede van Batavia liggende schepen:
Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA, en de koopvaardijschepen HORTENSE, JONGE ADRIANA, ANTHONY, LOUISA PRINSES DER NEDERLANDEN, MANOK, CORNELIS HOUTMAN, OEY SINJO, en CONCORDIA;
De brikken KATWIJK, RUBENS, NASSAU, JONGE ELIZABETH, en SIA HORSE SEGAVE;
HR 14 oktober 1829114
Vertr. Batavia naar Antwerpen HORTENSE (H.J. Netscher)
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 03 maart 1830114
Aangek. Portsmouth uit Batavia HORTENSE (H.J. Netscher)
Havenregister Stadsarchief van Antwerpe 09 maart 1830114
Aangek. Vlissingen uit Manila (opm: Batavia) HORTENSE (H.J. Netscher)
Rotterdamsche Courant 11 maart1830114
Amsterdam, 9 maart. De schepen HORTENSE (opm: fregat, thuishaven Gent), kapt. H.J. Netscher, de 14e oktober van Batavia naar Antwerpen en PARADIES, kapt. H. Adam, de 28e november van Valparaiso vertrokken, waren de 3e dezer op de hoogte van Portsmouth.
HR 11 maart 1830114
Aangek. Antwerpen uit Manila HORTENSE (H.J. Netscher)
Rotterdamsche Courant 16 maart 1830114
Rotterdam, 15 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd TWEE GEBROEDERS, kapt. Maasdyk, van Havre; HORTENSE, kapt. Netscher, van Manilla (opm: fregat, kapt. H.J. Netscher kwam van Batavia).
Datum vanaf: |
1828 |
Kapitein: |
Netscher, Hendricus Johannes |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
15 |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Dobbelaere was met vlagnummer 49 in de periode 1827-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.
J.Dobbelaere Zn was met vlagnummer 4 in de periode 1826-1830 lid van het zeemanscollege in Oostende.108.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Johannes Dobbelaere als gezagvoerder van de:
“Viergienie”, dd 28 november 1821.
Overige bijzonderheden
Rotterdamsche Courant 16 december 1820114
Rotterdam, 15 december. Van Vlissingen wordt van den 9 gemeld:
…..Den 8 zijn, voor Antwerpen bestemd, ter rede gekomen de schepen the ROBERT, K. Jones, van Triëst; la VIRGINIE, J. Dobbelaar (opm: brik, kapt. Jan Dobbelaere, thuishaven Oostende), van Marseille; GANGES, E. Braij, van Batavia, DUEN, J.M. Nielsen, van Lissabon; TRIJPHEMA, J. Gauntlet, van Xanten (opm: haven aan de Rijn, nabij Wesel); de VRIENDSCHAP, C.H. Duijnmeijer (opm: smak, kapitein Duynmeyer), van Marseille; SARA MARIA, S.H. Hegge, van Livorno; IDUNA, P.M. Schmutz, en la JEUNE COLLETTE (opm: hoeker, thuishaven Oostende), G. Neijrink, van Malaga, en ERICHISE CATHARINA, H. Richelsen, van Gallipoli.
Rotterdamsche Courant 10 april 1821114
Rotterdam, 9 april. Uittreksel van de Lloyd’s List van den 6 april 1821:….
….Te Leith is gearriveerd Hempseed van Rotterdam; te Port-à-Port Barends van Amsterdam; te Lissabon Das van Rotterdam, Siemsen en Dobbelaer van Antwerpen; te St. Ubes (opm: Setubal) De Jong van Dordrecht.
Rotterdamsche Courant 25 december 1821114
Amsterdam, 23 december. De brik VIRGINIE, kapt. J. Dobbelaere, van Amsterdam naar Genua en Livorno, is in de nacht tussen den 19 en den 20 december, door harde wind ankers en touwen verloren hebbende, op de Zuidwal van Texel aan de grond geraakt en heeft zwaar gestoten, doch is, na een gedeelte der lading in een kaag gelost te hebben, door hulp van twee loodsschuiten, in vlot water gebragt, en den 21 dito in het Nieuwe Diep gekomen om het schip te onderzoeken en te repareren.
JCPB 22 mei 1830114
Advertentie. Te Antwerpen ligt in lading met bestemming Alexandrië het nationale fregat HORTENSE, gedubbeld in koper; kapt. J. Dobbelaere, afvaart in juni.
Havenregister Stadsarchief van Antwerpen 22 juni 1830114
Vertr. Antwerpen naar Alexandrië HORTENSE (J. Dobbelaere)
Havenregister Stadsarchief van Antwerpe 31 augustus 1830 114
Aangek. Alexandrië uit Antwerpen HORTENSE (J. Dobbelaere)
Rotterdamsche Courant 29 januari 1831114
Amsterdam, 27 januari. Het schip (opm: fregat) HORTENSE, kapt. J. Dobbelaere, van Alexandrië in Egypte naar Amsterdam, is den 13 dezer te Dartmouth binnengelopen, hebbende men een gedeelte van de lading overboord geworpen.
Algemeen Handelsblad 23 november 1831114
Advertentie. J.E. Lublink, A. van der Sluijs, J. Boelen, H.J. Rietveld en G.W. Sesink Clee, makelaars, zullen op maandag de 28e november 1831, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ verkopen een gekoperd fregatschipshol, genaamd HORTENSE, benevens een aanzienlijke partij scheepsgereedschappen. Nader bij notitiën vermeld en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij de cargadoors De Vries & Co.
(opm: de zeebrief was in februari 1831 reeds teruggezonden; het casco werd verkocht voor de sloop)
|