1810
CVA 210910
Den 17den, te Brielle niets binnengekomen. Gisteren nog binnengekomen Jan J. Koger, de JONGE BROER, van Bergen; niets uitgezeild.
1813
Op 22-12-1813 wordt voor de AUGUSTUS door Freerk Dirks Fonteijn uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Jans Koger.
1814
OHC 120514
Amsterdam, 9 mei. Den 6 dito is niets binnen gekomen; maar zijn uit het Vlie gezeild J. Tekeles en J.J. Koger naar Londen.
OHC 020614
Amsterdam, 30 mei. Den 26 dezer in het Vlie binnengekomen J.J. Koger van Londen.
OHC 140714
Amsterdam, 11 juli. Den 10 dezer is in ’t Vlie niets binnengekomen, maar uitgezeild D.L. Jansen en J.J. Koger naar Londen.
RC 060814
Amsterdam, 4 augustus. Den 1 en 2 dezer zijn in ’t Vlie binnengekomen J.J. Koger en C. van den Oever van Londen.
OHC 181014
Amsterdam, 14 oktober. Den 12de in het Vlie binnengekomen J.J. Koger en H.S. Hofhuis van Londen.
LCO 141114
Den 9 den is in Texel binnengekomen J.J. Koger van Londen.
1815
LCO 050515
Amsterdam, 3 mei. Het Vlie uitgezeild, B. Hayes MINERVA, A.E. Niehof JACOBA CATHARINA en J.J. Koger AUGUSTUS, alle drie naar Londen.
LCO 150515
Amsterdam den 13 mei. Sedert onze laatste zijn in Texel binnen gekomen J.H. Visser VROUW GEERTRUIDA, M. Deetje SPECULATION; J.M. Smit, VROUW DINA, J. J. Koger August (opm: AUGUSTUS), alle van Londen
LCO 300815
Sedert onze laatste zijn in Tessel binnen gekomen TWEE GEBROEDERS, W. Bodeman en uitgezeild J.J. Koger AUGUSTUS, naar Londen.
LCO 220915
Zeetijdingen. Uitgezeild. R. Ruurds ZWALUW en J.J. Koger, AUGUSTUS, beide naar Londen
LCO 251015
Zeetijdingen. Sedert onze laatste zijn in Tessel binnen gekomen, J. Clinch, LOUISA, van Triest, J.J. Koger, AUGUSTUS, en J. D. Heyne, ELISABETH, beide van Londen
1816
Op 13-01-1816 wordt voor de AUGUSTUS door Freerk Dirks Fonteijn uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Jans Koger.
LCO 050816
Amsterdam, 3 augustus. Te Pillau J.J. Koger van Harlingen.
LCO 280816
Arrivementen: Te Rendsburg J.J, Koger, van Elbing, naar Harlingen.
1817
LCO 250417
Amsterdam, 23 april. Te Leith: Kapt. Costing en kapt. Hazenwinkel, beide van Groningen, en J.J. Koger, van Harlingen.
LCO 070717
Amsterdam, 7 juli. ’t Vlie uitgezeild J.J. Koger, naar Elbing.
LCO 010917
Amsterdam, 30 augustus. Te Terschelling zijn binnen gekomen W.H. Bontekoe, en J.J. Koger, van Elbing.
1818
Op 18-04-1818 wordt voor de AUGUSTUS door Freerk Dirks Fonteijn uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Jans Jaski.
LC 050518
Harlingen, 2 mei. en het kofschip AUGUSTUS, kapt. Jan J. Jaski, met steen en pannen naar Hamburg.
LC 140818
Harlingen, Den 8 dito en is uitgezeild het kofschip AUGUSTUS, kapt. J.J. Jaski, ledig op avontuur.
1819
OHC 170619
Amsterdam, 17 juni. Te Dantzig: J.J. Jaski en K. Eijses van Amsterdam.
RC 200719
Amsterdam, 18 juli. Te Rendsburg H.H. Loop, J.J. Jaski en H. Groenwold van Dantzig.
RC 201119
Amsterdam, 18 november. Te Terschelling zijn binnengekomen J.R. de Boer van Petersburg, P.A. Schuring en J.H Puister van Dantzig, R.R. Legger van Elbing, J.H. Boijen van Bandholm, J.J. Jaski, O Geuijes en A.J. Boiten van Tonningen.
1820
LCO 170420
Amsterdam, 15 april. Te Terschelling zijn binnengekomen C. Koster, van Hamburg, J.J. Jaski, van Tonningen.
Op 13-05-1820 wordt voor de AUGUSTUS door H. Fonteijn uit Harlingen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Jan Jans Jaski.
RC 060620
Amsterdam, 4 juni. Van de rede is naar Terschelling gezeild J.J. Jaski naar Koningsbergen.
RC 150620
Amsterdam, 13 juni. Te Rendsburg J.J. Jaski en J.H. Top van Amsterdam.
LCO 280620
Amsterdam, 26 juni. Te Pillau: K. Eijses en J.J. Jaski van Amsterdam.
RC 200720
Amsterdam, 18 juni. Van Pillau zijn vertrokken J.J. Jaski en Boije jr. naar Amsterdam
OHC 270720
Amsterdam, 25 juli. Te Dantzig: S.J. Jaski en J. Jaski van Schiermonnikoog.
RC 260820
Amsterdam, 25 augustus. Te Terschelling is binnengekomen J.J. Jaski van Koningsbergen.
OHC 141020
Amsterdam, 12 oktober. Aan deze stad zijn gearriveerd L.M. Damsgaard van Arendahl en J.J. Jaski van Tonningen.
1821
RC 050421
Amsterdam, 3 maart. In Terschelling zijn binnengekomen H.D. Hansen en H.R. Duit van Kiel (de laatste naar Rotterdam bestemd), en J.J. Jaski van Tonningen.
RC 160621
Amsterdam, 14 juni. Het Vlie, uitgezeild J.J. Jaski naar Dantzig.
RC 050721
Amsterdam, 3 juli. In Terschelling is niets binnengekomen; uitgezeild J.J. Jaski naar Koningsbergen.
OHC 060921
Den 30 augustus zijn in Terschelling binnengekomen: S. Jaski van Koningsbergen en J.J. Jaski van Dantzig.
RC 131021
Rotterdam, 12 oktober. Van Den Briel wordt den 11 gemeld: heden zeilden de AUGUSTUS, J.J. Jaski, naar Hamburg.
LCO 161121
Amsterdam, 15 november. Te Terschelling binnengekomen J.J. Jaski van Osten.
1822
Op 22-05-1822 wordt voor de AUGUSTUS door kapt. Jan Jans Jaski van Schiermonnikoog een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
RC 090722
Amsterdam, 7 juli. Uit het Vlie gezeild J.J. Jaski en D. Stehr naar Hamburg.
RC 270822
Amsterdam, 25 augustus. Te Terschelling binnengekomen J.J. Jaski en H.A. Blecker van Otterndorff.
RC 280922
Amsterdam, 26 september. In Terschelling is binnengekomen J.J. Jaski van Tonnigen.
RC 191122
Amsterdam, 17 november. Te Terschelling binnengekomen J.J. Jaski van Warveroort
1823
RC 010523
Amsterdam, 21 mei. Te Terschelling binnengekomen J.J. Jaski van Tonnigen.
LCO 060823
Amsterdam, 4 augustus. In het Vlie binnengelopen J.J. Jaski van Stettin.
1824
RC 250324
Amsterdam, 23 maart. Te Hamburg J.J. Jaski.
Op 25-05-1824 wordt voor de AUGUSTUS door kapt. Jan Jans Jaski van Schiermonnikoog een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
RC 250924
Amsterdam, 23 september. In Terschelling binnengekomen J.J. Jaski van Tonnigen.
RC 111124
Amsterdam, 9 november. In een brief van Tonningen, van den 4 november, wordt gemeld, dat het schip AUGUSTUS, kapt. J.J. Jaski, van de Eider naar Amsterdam, geheel vergaan is (opm: zie ook RC 131124 en 161124).
RC 131124
Amsterdam, 11 november. Volgens nader bericht, is van het bij Tonningen verongelukt schip AUGUSTA (opm: AUGUSTUS, zie ook RC 111124), kapt. J.J. Jaski, van de Eider naar Amsterdam, de equipage gered, doch het schip met de lading geheel weg.
RC 161124
Amsterdam, 14 november. De lading van het verongelukte schip AUGUSTUS, kapt. J.J. Jaski (opm: zie RC 111124), van de Eider naar Amsterdam, is geheel weg; doch het volk, benevens de vleet (opm: tuigage), geborgen.