1804
Bijlbrief, Hoogezand, 7 juni 1804: Prijs 6.920 caroli-guldens, waarvan betaald bij tekenen dezer bijlbrief 3.320 caroli-guldens en het restant in jaarlijkse termijnen van 900 caroli-guldens met 5% intrest over openstaande gedeelte. Voor de som van 3.320 caroli-guldens geven Jan Eenjes en Lubbegien Jans hypotheek aan Steven van Delden en Coert Izaks.
Op 9 juni 1804 werd ter Stad-Secretarie te Groningen aan de VROUW LUBBEGIENA, groot 28 lasten, een zeebrief verstrekt.
UCO 080804
Den 4 dezer is uit het Vlie gezeild J. Eenjes (opm: VROUW LUBBEGINA) op avontuur.
1805
BLC 200805
Den 12 augustus in het Vlie binnengekomen A.J. Tjebbes en J. Eenjes (opm: VROUW LUBBEGINA), beiden van Koningsbergen.
1806-1814
In 1805, maar vermoedelijk reeds snel na de oplevering in 1804, bracht Jan Eenjes zijn smak onder neutrale, buitenlandse vlag, namelijk die van Pruissen, met als thuishaven Metting. In januari 1808 werd aan de neutrale vlag de toegang tot het onder controle van Frankrijk zijnde deel van Europa ontzegd, zodat veel schepen naar de Nederlandse vlag terugkeerden en werden gefranciseerd. Wanneer de VROUW LUBBEGINA Nieuwe Pekela als thuishaven herkreeg kon nog niet worden vastgesteld; de eerste Nederlandse zeebrief dateert van 24 september 1814. (Bron: drs W. Kerkmeijer)
1814
LCO 260814
Den 22 augustus in het Vlie binnengekomen LUBEGINA (opm: VROUW LUBBEGINA) kapt. J. Eenjes, van Dantzig.
Op 24-09-1814 wordt voor de VROUW LUBBEGINA door kapt./ eig. Jan Eenjes Bart uit Nieuwe Pekela een zeebrief aan gevraagd voor zichzelf.
LCO 311014
Texel, 28 oktober. Uitgezeild J. Eenjes , naar Londen.
1815
RC 120915
Amsterdam, 9 september. Van Texel uitgezeild J. Eenjes (opm: VROUW LUBBEGINA) naar Rouaan.
1816
LCO 250916
Van Terschelling uitgezeild VROUW LUBBEGINA, kapt. J. Eenjes naar Riga.
Op 07-12-1816 wordt voor de VROUW LUBBEGINA door kapt./ eig. Jan Eenjes Bart uit Nieuwe Pekela een zeebrief aan gevraagd voor zichzelf.
OHC 241216
Den 20 december van Texel uitgezeild J. Eenjes naar Londen.
1817
LCO 150117
Te Harwich is met verlies van de bezaanmast binnengelopen het schip VROUW LUBBEGINA, kapt. J. Eenjes, van hier naar Londen.
RC 200917
Den 18 september zeilde uit de Maas de VROUW LUBBEGINA, J. Eeryes (opm: J. Eenjes Bart) naar Londen.
RC 300917
Arrivementen: Te Gravesend J. Eenjes van Rotterdam.
1818
LCO 010718
Arrivementen: Te Rendsburg J. Eenjes (opm: VROUW LUBBEGINA, Jan Eenjes Bart) van Memel naar Groningen.
1819
Koopbrief executoriale verkoping te Delfzijl, 29 januari 1819:
De executoriale verkoping vond plaats op verzoek van Tjabbegien Ammes, weduwe van Steven van Delden, rentenierse te Sappemeer, wegens niet betaling van een bedrag van NLG 1.800, zijnde de halfscheid van de hypotheek ad NLG 3.600, genomen door Steven van Delden Het schip ligt thans te Delfzijl.
(de afloop van de veiling wordt niet vermeld, en ook het halfscheid van Coert Izaks komt niet ter sprake; de financiën zijn vermoedelijk ‘geherstructureerd’ en Jan Eenjes [Bart] bleef aan het roer)
Op 15-02-1819 wordt voor de VROUW LUBBEGINA door kapt./ eig. Jan Eenjes Bart uit Nieuwe Pekela een zeebrief aan gevraagd voor zichzelf.
LC 200719
Harlingen. Den 16 juli binnen gekomen de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Klasen de Groot, de SNELHEID, kapt. Wolter A. Smid, beide met hout van Noorwegen, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan Einjes, met hout van Memel (opm: Klaipeda)
LC 060819
Harlingen. Den 3 augustus uitgezeild het smakschip de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan Eenjes, en het kofschip ZEELUST, kapt. Albert Sluik, beide met dakpannen naar de Oostzee.
OHC 301119
Op de rivier van Nantes, J. Eentjes van Groningen.
1820
RC 130620
Te Hamburg ligt zeilklaar W. Ales naar Amsterdam en te Memel J. Eenjes naar Stavoren.
RC 290620
In Terschelling is binnengekomen J. Eentjes van Memel.
LCO 041020
In Terschelling is binnengekomen J. Eentjes van Memel.
LC 171020
Harlingen. Den 1 oktober binnengekomen de kofschepen de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klazen; de VRIENDSCHAP, kapt. G. Haverbult, beide met hout van Noorwegen; het smakschip de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan Eijes Bart, met hout van Memel (opm: Klaipeda).
OHC 311020
Den 23 oktober uit het Vlie gezeild J. Eenjes naar Noorwegen.
LC 311020
Harlingen. Den 18 oktober uitgezeild de kofschepen de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.H. Feen (opm: Jacob Harms Fijn), met ballast naar Noorwegen, NEPTHUNUS, kapt. W.M. Kramer, ledig naar Groningen, en het smakschip de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, met ballast naar Noorwegen.
LC 011220
Harlingen. Den 22 november binnengekomen de smakschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart; CASTOR, kapt. S.H. Hooghoudt, beide met hout van Noorwegen.
1821
Op 1 maart 1821 nieuwe zeebrief aangevraagd door en voor J. Bart, Nieuwe Pekela; de zeebrief van 15.02.1819 was vervallen. In deze zeebrief is de naam Bart voor het eerst geïntroduceerd.
LC 240421
Harlingen. Den 21 april binnen gekomen de smakschepen de TWEE GEZUSTERS, kapt. D.D. Visser, met tarwe uit de Oostzee, de VROUW LUBBEGINA, kapt. J.E. Bart, de VROUW ETTINA, kapt. A.J. Seeman de GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister, de VROUW JANTJE, kapt. A.J. Jonkhoff, het schonerschip ELISET, kapt. C. Nielsen, alle met hout van Noorwegen.
LC 110521
Harlingen. Den 2 mei uitgezeild de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. D.C. de Groot, LUBBEGINA, kapt. J.E. Bart, de TWEE GEBROEDERS, kapt. Jacob Sweerds, de VROUW RIKA, kapt. Rente E. Zoutman, de GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister en het brikschip de NOORDSCHE PLOEG, kapt. Soren Paulsen, alle met ballast op avontuur.
LC 290521
Harlingen. Den 21 mei binnen gekomen de smakschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E.Bart, de VROUW MARGERETHA, kapt. M.L. de Boer, de VROUW MARTHA, kapt. D.C. de Groot, de DRIE GEZUSTERS, kapt. P.E. de Jonge, het kofschip de VROUW ALIDA, kapt. Jan Klazen, alle met hout van Noorwegen.
LC100721
Harlingen. Den 25 juni binnen gekomen de smakschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, de VROUWE CHATARINA, kapt. H. Sleehuis; het tjalkschip WILHELMINA, kapt. Dirk de Jong, alle drie met hout van Noorwegen.
LC100721
Harlingen. Den 25 juni binnen de smakschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, de VROUWE CHATARINA, kapt. H. Sleehuis; het tjalkschip WILHELMINA, kapt. Dirk de Jong, alle drie met hout van Noorwegen
Den 30 dito Uitgezeild de smakschepen de GOEDE VERWACHTING, kapt. Jan Wiebes Overmeer, de DRIE VRIENDEN, kapt. H.G. Haverbult, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, de JONGE DANIEL, kapt. H.J. Oortjes, alle met ballast op avontuur.
LC 070821
Harlingen. Den 30 juli binnen gekomen de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Clazen de Groot, de VROUW ALIDA, kapt. Dirk G. Schuur, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, alle met hout van Noorwegen.
LC 140821
Harlingen. Den 6 augustus uitgezeild de smakschepen de VROUW MARTHA, kapt. Dirk Clazen de Groot, de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, CASTOR, kapt. S. Hooghout, alle met ballast op avontuur.
LC 040921
Harlingen. Den 27 augustus binnen gekomen de smakschepen de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, de VROUW ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de kofschepen ALIDA CLASINA, kapt. E.L. Tiktak, alle met hout van Noorwegen.
LC 140921
Harlingen. Den 3 september. Uitgezeild de smakschepen ALIDA, kapt. D.G. Schuur, de VROUW LUBBEGINA, kapt. Jan E. Bart, CASTOR, kapt. S.H. Hooghout, het schonerschip ELISA, kapt. S. Nielsen, alle met ballast op avontuur.
RC 201021
Amsterdam, 18 oktober. Het schip (opm: smak) de VROUW LUBBEGINA, kapt. J.E. Bart, van Osterrisoer naar Harlingen, is, volgens bericht van Harlingen, op Spiekeroog gestrand en zal waarschijnlijk weg zijn. (opm: de zeebrief werd in december in Den Haag terugbezorgd met de mededeling ‘schip is verongelukt’; Gedeputeerde Staten van Groningen melden op hun Verlieslijst 1821 als datum van vergaan 2 oktober)