Over het scheepstype van de VROUW METJE / VROUW AUKJE bestaat nog geen duidelijkheid. In de beschikbare aktes wordt 1 keer tjalk genoemd en 2 maal smak. De kranten noemen smak. Dat laatste heeft Marhisdata aangehouden.
De smak werd onder de naam VROUW METJE op 26 mei 1800 opgeleverd. De naam Metje was afkomstig van de kapiteinse Metje Pietje.
Na haar overlijden, rond 1808, hertrouwde kapitein Claas Eisses met Aukje Tjipkes op 19 februari 1809 en werd de VROUW METJE omgedoopt en kreeg de naam VROUW AUKJE.
1802
BBC 280902
Amsterdam, 26 september. Den 22 dezer is in ‘t Vlie binnengekomen de VROUW METJE, kapt. C. Eijsses, van Dantzig. (opm: Gdansk)
1814
LCO 130714
Sedert onze vorige, is in Texel binnengekomen de VROUW AUKJE, kapt. C. Eisses, van Londen.
1817
LCO 020517
Amsterdam, 30 april. Den 21 april is te Scarborough binnengelopen de VROUW AUKJE, kapt. Eisses, van hier naar Grangemouth.
1819
OHC 170619
Amsterdam, 17 juni. Te Dantzig aangekomen J.J. Jaski (opm: kof AUGUSTUS) en K. Eijses (opm: tjalk VROUW AUKJE) van Amsterdam.
1820
RC 301120
Amsterdam, 28 november. Volgens brief van Tonningen (opm: Tönning), van den 13 november, was de Eider vol ijs; aldaar waren, wegens het ijs, onder meer anderen in de haven gebragt de schepen de VROUW AUKJE, kapt. K. Eijsses, van Kiel, de JONGE JACOB, J.H. Bethman, van Libau (opm: Liepaja), HARMONIE, H.C. Schut, van Petersburg; allen naar Amsterdam; de VROUW ALBERDINA, J.F. Zomer, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Zaandam, VROUW HERMANNA, Stroijer, van Lübeck naar Bremen.
1823
RC 010123
Amsterdam, 31 december 1822. Kapt. K. Eijses, voerende het schip (opm: kapt. K. Eijsses; waarschijnlijk een smak) de VROUW AUKJE, van Dantzig (opm: Gdansk) naar Amsterdam, meldt van Arendahl van de 17e dezer, dat hij, den 4 november van Tonningen (opm: Tönning) gezeild zijnde, tot den 9 dezer met storm en slecht weder zee gehouden heeft, op de Jutse kust in de branding bezet geweest is, de grote giek en een zwaard verloren en andere schade bekomen heeft, en naar Noorwegen gestormd is, alwaar hij, alzo zijn volk geheel afgemat was, door hulp van een loods, die met het grootste levensgevaar aan boord kwam, te Pijsekijl (opm: vermoedelijk Lysekil, Zw.; 58º14’ N.B. 11º22’ O.L.) binnengebracht is. Aldaar niet kunnende repareren is hij met hulp van een andere loods en manschap eerst in de nabijheid van Arendahl (opm: Arendal, N.) en eindelijk met hulp van een derde loods den 14 dito te Arendahl zelve binnengebracht. Hij vreesde voor schade aan de lading en moest lossen om te repareren. (opm: zie RC 060223)
RC 060223
Aangaande het schip de VROUW AUKJE, kapt. K. Eijses (opm: Eisses), van Dantzig naar Amsterdam, te Arendal met schade binnen (opm: zie RC 010123), meldt men van daar den 13 januari, dat de lading gelost is en van dezelve 31 tonnen tarwe en 62 pakken of rollen paklinnen uit hoofde van beschadigdheid openlijk verkocht zijn. Het schip lag onder reparatie en de kapitein zoude, zodra hij daarmede gereed was, het overige der lading, hetwelk in goede staat is, weder innemen.
1824
RC 281224
Amsterdam, 26 december. Kapitein K. Eijsses, voerende het schip de VROUW AUKJE, van Koningsbergen naar Amsterdam, meldt van Rendsburg van den 20 dezer, dat hij van zijn lading drie lasten lijnzaad in een pakhuis opgeslagen had, waarvan enige zakken aangestoken waren, zo als ook een weinig erwten. Met hem lagen aldaar in goede staat de schepen de VROUW REGINA, kapt. E.J. Karst, van Stettin naar Edam, en de VIER GEBROEDERS, kapt. P.T. Teensma, van Rostock naar Schiedam. (opm: drie Schiermonnikoger schippers bijeen)
1825
RC 090725
Amsterdam, 7 juli. Kapitein K. Eijsses, voerende het schip de VROUW AUKJE, van Dantzig naar Amsterdam, meldt van Ameland van den 2 dezer, dat hij den 29 juni zich, met de loods aan boord, dicht voor het gat van Terschelling bevonden had, doch door harde NW wind belet zijnde binnen te komen, ten beste van het schip en de lading, te Ameland binnengelopen was, vanwaar hij, zodra de wind veranderde, de reis zou voortzetten.
1826
Monsterollen Amsterdam mei 1826 VROUW AUKJE
Klaas Eijsses, kapitein.
Tjipke Teens Visser, stuurman.
Jan Pieters Sanna kok vertrekkend, Ijsbrand Lamert Colle, nieuwe kok.
Riekert Tjeerd Visser, matroos
1827
RC 271227
Amsterdam, 25 december. Kapt. K. Eijsses, voerende het schip DE VROUW AUKJE, van Koningsbergen naar Amsterdam, meldt van Rendsburg van de 20e dezer, dat hij, eerst door tegenwind en vorst en naderhand door stormweer in het voortzetten zijner reis verhinderd zijnde geworden, aldaar nog liggende was en waarschijnlijk zou overwinteren.
1828
RC 190228
Amsterdam, 17 februari. Kapt. J.B. Mulder, voerende het schip (opm: smak) VROUW CATHARINA, van Heiligenhafen naar Amsterdam, meldt uit het Nieuwe Diep in dato de 13e dezer, dat hij de 8e dito van Tonningen gezeild is met de schepen DE GOEDE HOOP, kapt. D.H. Puister; DE VROUW NEELTINA, kapt. H.H. Top en DE JONGE DIRK, kapt. D.D. Kuitze, alle drie mede van Heiligenhafen; GERBERDINA, kapt. E.P. Drent, van Bandholm; DE VROUW ZWAANTJE, kapt. J.K. Hazewinkel en DE JONGE ALIDA, kapt. H. Brinkman, van Dantzig; alle naar Amsterdam bestemd; DIANA, kapt. J.A. Panjer van Dantzig naar Harlingen.
Daags daarvoor waren vertrokken de schepen ENGELINA, kapt. J.K. de Jonge, van Neustadt; DE VROUW AUKJE, kapt. K. Eijsses, van Koningsbergen en VROUW GEERTRUIDA (opm: kof), kapt. R.C. Jaski, van Dantzig, alle drie naar Amsterdam;
AH 050328
Carga-lijsten: Amsterdam, 4 maart. ANNA PAULOWNA, kapt. H. Pothoff, van Bordeaux; VERHILDERSUM, kapt. J.C. Visser, van Koningsbergen; DE VROUW AUKJE, kapt. Claas Eysses, van Koningsbergen;
Amsterdamse monsterrollen april 1828 van het schip VROUW AUKJE
Klaas Eijsses, kapitein.
Tjipke Teuns Visser, stuurman.
Pieter Jeppes Teensma, matroos
Janneke Jacob Visser, matroos
STR 020728
Van Koningsberg naar Amsterdam met een lading bestaande uit rogge, onleesbaar
1830
RC 220630
Amsterdam, 20 juni. De 15e dezer is door de loodsschipper L. Hakvoort, Terschelling Z.Z.W. 5 mijlen van zich, in goede staat gepraaid kapt. C. Eyzes, voerende het schip DE VROUW AUKES (opm: de smak VROUW AUKJE), naar Antwerpen bestemd.
RC 041230
Rotterdam, 3 december.De 2e dezer, des avonds, arriveerden in de Maas DE VROUW AUKJE, kapt. C. Eijsses, en EENSGEZINDHEID, kapt. J.N. van Duinen, van Koningsbergen
1831
RC 170231
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Hamburg, de Hollandse smak DE VROUW AUKJE, kapt. Klaas Eijsjes.
Adres bij Ch. en J.F. Cornelder Hz., cargadoors.
AH 160831
Vlie, 11 augustus. Binnengekomen: HET VERTROUWEN, kapt. Bakker, van Riga; ANNA REBECCA, kapt. Molenaar, van Riga; ELLIDA, kapt. Sundman, van Wasa; FROUKELINA, kapt. Muntendam, van Memel; DE VROUW AUKJE, kapt. Eysses, van Dantzig, liggen in quarantaine.
AH 170931
Vlie, 14 september. Van de quarantaine zijn ontslagen: JACOBA CATHARINA, kapt. D.L. Kuipers, van St. Petersburg; BOUGINA, kapt. R. J. de Jong; MARIA, kapt. H.J. Linge; van Riga; DE VROUW CATHARINA, kapt. H.B. Otten en TWEE GEBROEDERS, kapt. K.H. Sprik, van Koningsbergen en VROUW AUKJE, kapt. K. Eysses, van Dantzig.
AH 200931
Vlie, 15 september. Vertrokken: ELISABETH, kapt. Brandt, naar St. Petersburg; JONGE FREDRIK, kapt. Dijkhuis, naar Riga; MINERVA, kapt. Rieck, naar Elbing; DE HOOP, kapt. Scherpbier, naar Danzig; MOSES, kapt. Sonde, naar Tonsberg; DE HOOP, kapt. Arends, naar Hamburg; VROUW ELSABE, kapt. Stehr, naar Hamburg; VROUW ELISABETH, kapt. Von Ehren, naar Bremen; DIE HOFFNUNG, kapt. Borchers, naar Emden; VROUW AUKJE, kapt. Eijsses, naar Groningen; JANTINA, kapt. Kuiper, op avontuur; ANNA, kapt. Oelsner, op avontuur; VIGILANTIE, kapt. Wildeman, op avontuur.
1832
AH 080632
Terschelling, 4 juni. Binnengekomen: RIBORG MARIA, kapt. J.J. Jensen, van Riga, DIE HOFFNUNG, kapt. J.J. Busch, van Memel; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. D.J. de Groot, van Memel; DE VROUW JANTJE, kapt. J.E. Scherpbier, van Koningsbergen; DE HOOP, kapt. S.E. Scherpbier, van Koningsbergen; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. K.H. Sprik, van Koningsbergen; DE VROUW AUKJE, kapt. C. Eysses, van Koningsbergen;
1833
AH 050833
Scheepstijdingen. Binnengekomen:
Terschelling, 30 juli. DE VROUW HELENA, kapt. W.H. Kraan, van Arendahl; DE VROUW AUKJE, kapt. C. Eysses, van Kiel;
1834
AH 250134
Advertentie. Schepen in lading.
Koningsbergen. Het Nederlands smakschip DE VROUW AUKJE, kapt. Claas Eysses. Adres bij Jan Corver en Comp.
AH 060634
Uitgezeild:
Vlie, 2 juni. MARGINA MARGARETHA, kapt. H.J. Oortjes en GEZINA, kapt. P.P. Muntendam, beide naar Sunderland; VRIENDSCHAP, kapt. G. Zielke, naar de Oostzee; JEREMIAS, kapt. S.L. Stellingwerf, naar Nerva’; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. S.A. van der Werff, naar Christaansand; VROUW AUKJE, kapt. T.T. Visser, naar Koningsbergen;
AH 280734
Binnengekomen:
Vlie, 25 juli. VROUW ELISABETH, kapt. J.H. Cappen, van Nerva; VROUW HELENA, kapt. H.H. Kramer en VROUW AUKJE, kapt. T.T. Visser, beide van Koningsbergen;
AH 111034
Binnengekomen:Texel, 9 oktober. ROELFINA, kapt. J.K. Bolhuis, van Cardiff; MEDEMBLIK, kapt. J. Gray, van Londen; HERSTELLING, kapt. A.H. Karsijns, van New-Castle; VROUW AUKJE, kapt. T. Visser, van Kiel;
1835
RC 240235
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Hamburg, de Nederlandse smak DE VROUW AUKJE, kapt. J.J. Visser.
RC 210335
Rotterdam, 20 maart. De 19e dezer, des morgens, zeilden van Maassluis JONKVROUW ELIZABETH, kapt. W.K. van Wijk, naar Belfast; ANNA MARIA, kapt. J.F. Muys, naar Fécamp; DE HOOP, kapt. D. Guyt, naar Liverpool; KLARA MARIA, kapt. E.P. Dik, naar Boulagne en DE VROUW JOHANNA, kapt. S. Poot, naar IJsland. De 19e, na posttijd, zeilden FORTUNA, kapt. J.J. Albers en MINERVA, kapt. A.H. Albers, naar Bergen; de 20e, des morgens DE VROUW AUKJE, kapt. T.T. Visser, naar Hamburg;
LC 280735
Harlingen. Binnengekomen: Den 22 juli, het brigantijnschip ACTIEF, kapt. J.L. Meijer, van Memel; het smakschip de VROUW AUKJE, kapt. T.T. Visser, van Dantzig.
LC 040835
Harlingen. Den 30 juli uitgezeild het smakschip de VROUW AUKJE, kapt. T.T. Visser, op avontuur;
PGC 250835
Een tweemastschip is den 9e augustus met al het volk bij Ringkiöbing (opm: Ringkøbing, Denemarken) op de rotsen verbrijzeld. Onder meer ander wrakhout is aldaar aangespoeld een stuk, gebrand met de letters FR. VI. 30½, en een ander met vergulde letters op een blauwen grond, met: d'VROUW 1820. AUKJE.
LC 220935
Schiermonnikoog, 18 September 1835.
Waardste Landgenooten en Medechristenen !
Was de welvaart van dit eiland reeds sedert lang niet weinig verminderd door gedurige verliezen op zee, door het afnemen van het eiland zelf, door het vertrek van gegoede ingezetenen naar elders, enz., ook in de laatste jaren vooral hebben ons voortdurend de zwaarste rampen getroffen en nog onlangs (den 9 Augustus l.l.) is een van onze schepen, met al de daarop aanwezige personen, bij Ringkiöbing (opm: Ringkøbing, Denemarken) verongelukt. Door dit nieuwe ongeluk zijn weder drie weduwen (onder welke eene met vijf hulpbehoevende kinderen), een weesje van een half jaar en een bejaard, ziekelijk man, wien het schip voor 5/8 behoorde, met zijn huisgezin in de diepste armoede gedompeld.
J. Stachouwer, Grietman.
H.W. Hundlingius, Predikant.
R.M. Fenenga, oud Secretaris.
J.J. Gatsonides, ontvanger,
J.E. Masdorp, Kerkmeester.
H.A. Zeilinga, Kerkmeester.
(opm: Smak de VROUW AUKJE bouwjaar 1800)
De ‘bejaard, ziekelijke man’ die voor 5/8 eigenaar was, is Claas Eisses.
Kapitein Tjipke Teens Visser, 36 jaar. (stiefzoon van Claas Eisses)
Marten Feijes Korken, 29 jaar
Janneke Jacobs Visser, 26 jaar.